Eddy Hamel

Edward Hamel werd geboren in Upper East Side, Manhattan in New York als eerste zoon en kind van diamantslijper Mozes Hamel en Eefje Beek. Hierdoor had hij de Amerikaanse nationaliteit. Het gezin bleef maar 2 jaar in New York vanwege gebrek aan werk voor vader Mozes. Mozes was werkzaam in diamantindustrie. Op 6 juni 1903 kwamen de Hamels terug in de Amsterdamse Pretoriusstraat op nummer 96 3 hoog en 13 jaar later begon Eddy’s carrière als voetballer. Hij kwam als 14-jarige bij Wilhelmina Vooruit, ging later naar AFC en kwam in 1922 uiteindelijk bij Ajax. Zijn bijnaam was Belhamel, een toespeling op zijn naam maar de naam paste ook bij hem als jonge voetballer.

Eddy Hamel

Voornaam
Edward
Achternaam
Hamel
Geboortedatum
21 oktober 1902
Geboorteplaats
New York
Sterfdatum
30 april 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Als rechtervleugel spits was hij succesvol in 125 wedstijden maar scoorde niet veel. Ondanks zijn goede prestaties kwam hij niet uit voor Oranje vanwege zijn nationaliteit. Wel was hij voor vriendschappelijke wedstrijden gevraagd door de Engels coach Bob Glendenning. Ook bij Ajax was zijn coach een Engelsman, Reynolds, de man die hem bij AFC ontdekte.


Nieuwe Haarlemsche Courant, 27-10-1927

In 1930 moest Eddy Hamel vanwege een knieblessure stoppen met actief voetbal en werd coach van onder meer Volendam. Net als voetballer was hij ook als coach succesvol en haalde met Volendam en de Kennemers kampioenschappen.

De Tribune, 15 april 1937

Op 29 augustus 1929 trouwde hij met Johanna Wijnberg.

De Courant, 30-08-1929

In 1938 kregen ze een tweeling, de zoons Robert en Paul. Het gezin woonde aan de Pretoriusstraat 92 op 3 hoog en later aan de Rijnstraat 145 op 2 hoog.

Algemeen Handelsblad, 17-11-1938

Zijn bijnaam was Belhamel, een toespeling op zijn naam maar de naam paste ook bij hem als jonge voetballer.

Op een fatale dag in 1942, de 27e oktober werd Hamel opgepakt vanwege het niet dragen van de Jodenster, wat strafbaar was. Hij probeerde een beroep te doen op zijn Amerikaanse nationaliteit maar bezat die papieren niet. De rechercheurs van Bureau Joodsche Zaken Meyer en Klaas Nap arresteerden hem en de 29e werd hij naar de gevreesde Euterpestraat gebracht.

Fragment politierapport 29 oktober 1942

Op de 30e kwamen hij en zijn gezin in Westerbork. Daar zaten ze in barak 21 en 43 tot het transport van 29 januari 1943. Op die dag volgde transport naar Auschwitz en na aankomst van dat transport met in totaal 659 personen werden Johanna en de jongens meteen vergast. Eddy werd met een groep geselecteerden gedwongen arbeid te verrichten. In Auschwitz trok Eddy op met de Engelsman Leon Greenman die hij in Westerbork al had leren kennen en die met hetzelfde transport aankwam in Auschwitz.

Leon Greenman


Greenman was Engelsman en net als Eddy kon hij voor transport uit Westerbork zijn papieren niet tonen om daarmee eventueel in aanmerking te komen voor uitwisseling. Leon Greenman getuigde later dat hij en Eddy het goed konden vinden en elkaar warm hielden op de bovenste slaapplek in de barakken van Auschwitz die niet meer was dan een paar planken en misschien een strodeken. Ze wisten ook beide niet wat van hun gezin geworden was. Tot de fatale selectie rond 30 april 1943 toen Eddy ziek was van een abces in zijn mond. Dat betekende niet meer fit genoeg voor werk. Hij werd na een selectie naar de gaskamer gestuurd. Zo kwam een hardvochtig einde aan het leven van een mens en voetballer, de eerste Joodse en Amerikaanse voetballer in Ajax 1. Voor hem en zijn gezin zijn Stolpersteine gelegd. Zijn naam staat ook op plaquette bij de KNVB en Ajax adopteerde de steen met zijn naam in het Namenmonument in Amsterdam.

Algemeen Handelsblad, 05 november 1945

 

Bronnen: Mr. Jim McCough podcast Belhamel, diverse voetbalarchieven

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.