De kinderen Meijer

In mei 2018 ontving het Herinneringscentrum Kamp Westerbork een bijzondere schenking. Familieleden van Cora Walraven schonken een aantal brieven en foto’s van Maurice (16 jaar), Estella (15 jaar) en Marie Meijer (11 jaar). Cora was de stiefmoeder van deze Joodse kinderen. De brieven waren aan haar geschreven vanuit kamp Westerbork waar de kinderen op dat moment verbleven. Cora overleed in februari 2018, 98 jaar oud, en de brieven zijn nu door de kinderen van haar zus geschonken aan het museum. Door George Dragt, één van deze kinderen, is er een boekje bij gemaakt met het verhaal over de hoofdpersonen, de uitgeschreven brieven en de verklaring ervan. Hieronder het verhaal van de kinderen Meijer.

Foto links: van links naar rechts: Ries, Mary, stiefmoeder Cora en Elly (foto uit privécollectie).

De kinderen Meijer

Voornaam
Maurice
Achternaam
Meijer
Geboortedatum
20 juli 1926
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
21 mei 1943
Sterfplaats
Sobibor

De vader van Maurice, Estella en Marie was Julius (Jules) Meijer (28-09-1901, Amsterdam). In 1925 trouwde hij met Johanna (Annie) Nord en uit dit huwelijk werden drie kinderen geboren: Maurice (Ries), geboren op 20 juli 1926, Estella (Elly), geboren op 27 augustus 1927 en Marie (Mary), geboren op 26 juli 1931. Hun moeder leed al langere tijd aan een nierziekte en overleed, 35 jaar oud, in augustus 1937.

N.I.W. 27 augustus 1937

Vanaf februari van dat jaar was er al een huishoudster in dienst genomen, Erna Dosmar-Cahn, een uit Duitsland gevluchte Joodse vrouw die door de kinderen tante Erna genoemd werd. Jules werkte als vertegenwoordiger voor een bedrijf in medicijnen en cosmetica.

Cora Walraven (19-02-1920, Amsterdam) werkte bij hetzelfde bedrijf, waar ze onder andere boekhouding en correspondentie deed. Als 17-jarige had ze al eens opgepast op de kinderen van Jules en Annie en ze hield ook na het overlijden van Annie contact met het gezin. Ondanks het leeftijdsverschil van ruim 18 jaar kregen Jules en Cora een relatie en trouwden op17 januari 1940. Cora trok in bij het gezin aan de Hoendiepstraat 25 te Amsterdam.

Pagina uit het trouwboekje (uit privécollectie)

Toen enkele maanden later de oorlog begon kreeg ook het gezin Meijer, met uitzondering van de niet-Joodse Cora, te maken met de anti-Joodse maatregelen. Op dinsdag 23 maart 1943 werd Jules opgepakt. Hij was opgepakt op de zaak waar een inval was omdat de Joodse eigenaar tegen de regels (van onteigening) in feitelijk nog steeds het bedrijf runde. Jules bleek op dat moment twee blanco persoonsbewijzen bij zich te hebben en werd meegenomen. Na verhoor werd hij naar het huis van bewaring aan de Amstelveenseweg gebracht. Er volgden daarna enkele huiszoekingen bij Cora en de kinderen en op de avond van 7 april 1943 werden ook de kinderen meegenomen. De zus van Cora die toevallig aanwezig was weet nog dat Marie, de jongste, zich aan de benen van haar stiefmoeder vasthield omdat ze niet meewilde.

Mary Meijer (uit privécollectie)

Cora over die avond: “Toen ze opgehaald werden, kreeg ik geen tijd om een koffer of rugzak voor ze te pakken, maar ik kon ze dat wel nabrengen. We hebben de hele avond sokken zitten stoppen, want na drie jaar oorlog hadden ze praktisch geen goede kleren meer.

Ries schreef diezelfde avond nog een kort briefje aan Cora waarin hij vertelde dat ze eerst naar het districtsbureau van de Joodse Raad waren gebracht en later naar de Hollandse Schouwburg zouden gaan.

Briefje vanuit de schouwburg (uit privécollectie)

Twee dagen later, op 9 april, schreef hij dat ze die middag naar Westerbork zouden gaan. Daar kwamen ze in barak 61 terecht. Drie dagen later, op 12 april, gingen Elly en Marie naar barak 66, waar op dat moment veel kinderen uit weeshuizen verbleven. Op 17 april 1943 schreef Ries zijn eerste brief uit het kamp aan Cora.

Maurice Meijer (uit privécollectie)

Zaterdag 17 april 1943
Lieve Mams,
We hebben de pakjes ontvangen en waren er reuze blij mee. Ik zie Elly en Mary elke dag. Ik ben in barak 61. Elly en Mary zijn in 66 in het weeshuis. Daar is het veel fijner. Allemaal kleine kinderen. Mary is tenminste in haar element. En Elly met andere grote meisjes helpen daar zo’n beetje. Brood snijden en afwassen en zo. Ik ben ordonnans in het ziekenhuis. Een aardig baantje. U kunt pakjes en brieven beter naar 61 sturen. Ik kan elk ogenblik naar Elly en Mary toe gaan, terwijl zij, natuurlijk zoals in elk weeshuis op bepaalde tijden wandelen gaan. Stuurt u veel brieven. Geeft u ons adres ook aan de andere families, dan kunnen die ook schrijven. We mogen zoveel pakjes en brieven ontvangen als we willen. (…) We mogen hier op papa blijven wachten. Heeft u nog wat gehoord van hem? Hij is er nog wel hè, tenminste wat u schreef van het wasgoed dat wijst erop. (…) De omgeving is hier prachtig. Allemaal heide. Daar gaan de kinderen dikwijls op wandelen. Het is hier reuze fijn. Van de week is er iemand getrouwd en het was een reuze feest. Een compleet orkest was er. Trommel, viool, klarinet, gitaar enz. (…) U hoeft zich over ons niet ongerust te maken. Wij hebben meer met u te doen, als met ons zelf. Wat zal het stil zijn thuis hè? (…) Ik schrijf hieronder een lijstje wat we nog graag opgestuurd wilden hebben: brood, boter jam of andere smeerseltjes. (…) Elly wou graag hebben: pyjama (Mary ook een pyjama), krulspelden, shampoo, stofkam en tasje. Zou u mij mijn haarrommel en kam willen sturen. Elly vroeg ook haar vulpen. Wat van die opvouwbare klerenhangers heeft u die ook thuis. Schoensmeer en borstels hebben we ook nodig. Elly zegt net dat ze een hoofddoekje nodig heeft. Over veertien dagen schrijf ik weer. Elly en Mary schrijven dinsdag. (…)
Veel zoenen van Riesje. (…)

'Dit is de laatste brief die u van ons krijgt, want morgen gaan we naar het onbekende land..'

Op maandag 19 april 1943 schreef Elly een brief aan Cora.

Lieve mams,
Hoe gaat het met u? Ik hoop dat u zich niet al te ongerust over ons maakt. We maken het goed en zien Riesje elke dag. Hij is in een andere barak als wij. Maar komt elke dag naar ons toe of wij gaan naar hem. Mary en ik zijn in het weeshuis. Mary gaat elke dag met een stel kinderen naar de hei. En ik help hier een beetje. (…) Er is hier ook ’s avonds wel eens cabaret. Als ik zou willen zou ik mijn gitaar kunnen laten opsturen maar ik doe het niet want ik vind het zonde. (…) U wordt bedankt voor de pakjes, het pakje in de schouwburg hebben we ook ontvangen. Het was allemaal reuze lekker. Stuurt u ook onze pyjama’s of nachtjaponnen? (…) Als u nog iets van papa weet schrijft u het dan. Doet u allemaal de groeten en schrijft u veel.
De hartelijke groeten en een dikke zoen van Elly.
P.S. Uw brief hebben we ook ontvangen. Stuurt u ook zakdoeken, we zijn snipverkouden.

Elly Meijer (uit privécollectie)

Tegelijk met haar zus Elly schreef ook Mary die dag een brief.

Lieve mams,
Hoe gaat het er mee? Ik hoop van goed. (…) Het is hier heel goed. We gaan vaak naar de hei. Ik ben ook al een keer naar school geweest, dat is in dezelfde barak. We doen daar alleen maar spelletjes. Hoe gaat het met Sissi*? Er zijn hier 3 bedden boven elkaar. Eerst sliep ik met Elly samen maar toen ging ik in de groep van kinderen van 10 en 11. Ik slaap in het bovenste bed. ’s Middags eten we warm en ’s morgens en ’s avonds brood. Ik heb hier al een paar kinderen van school gezien. Mijnheer Roos is hier ook. Ik heb hier al een vriendinnetje. (…) Je krijgt hier een boel warm eten! Ik lig nu in mijn hemdje in bed dus u stuurt wel gauw pyjama’s hè? Je kan hier ook naar de kapper en naar het bad en onder de douche. We mogen om de 14 dagen schrijven. We krijgen hier bij het eten thee, koffie of melk. (…)
Een heleboel kusjes van u liefhebbende Marie.
P.S. U zult van Riesje wel een telegram ontvangen hebben waarin staat om drie stofbrillen. Die hebben we nodig omdat hier zandwegen zijn en als je dan loopt waait alles in je ogen. Iedereen loopt hier met zo’n ding.
Elly
(*Sissi was de hond van het gezin)

Twee weken later schreef Ries weer een brief. Hij dateerde deze op 31 april 1943, maar omdat deze datum niet bestaat bedoelde hij waarschijnlijk zaterdag 1 mei 1943.

Lieve mams,
We hebben de pakjes en brieven ontvangen. De brieven vonden we nog fijner dan de pakjes, hoewel we die ook goed gebruiken konden. (…) Heeft u nog wat van papa en ome Joop gehoord? U hoeft zich over hen niet zo ongerust te maken. Ik heb hier iemand gesproken die er pas geweest is en die zei dat het daar best uit te houden is. Behoorlijk eten en ze krijgen veel te lezen, dus dat gaat nog al. (…) Stuurt u een paar stropdasjes? Voor ik het vergeet! En m’n Oranje Kruis boekje? Op de ombouw staat het. Ik was er net zo lekker in bezig en nu wou ik een beetje verder leren voor Eerste stuk Ongeluk bij Hulp. Nog wat anders te lezen? De stofbrillen zijn reuze mooi. Veel te mooi. De meeste mensen hebben gewone mica. (…) Ik ben net onder de douche geweest. Elke week krijgen we een warme douche. Een prachtig badhuis is hier. ’s Avonds wandel ik dikwijls met Elly (of een ander meisje) en dan gaan we wel eens naar de kantine en kopen we een glaasje limonade. (…)
Een dikke zoen van Riesje.

Elly en Mary schreven twee dagen later op 3 mei 1943 weer.

Lieve mams,
Hoe gaat het met u? Raakt u er al een klein beetje aan gewend? Wat een tijd is het al hè. (…) We zijn vorige week verhuisd naar barak 67. Maar de pakjes die naar 66 gestuurd worden, komen allemaal terecht hoor. En stuurt u voorlopig maar alles naar Riesje omdat we deze week misschien gaan verhuizen naar 35. (…) U vroeg wat voor werk ik doe. Dat zal ik nu vertellen: soms moet ik de zaal vegen, maar dat gebeurt niet zo vaak. Meestal ben ik bij de kinderen. Soms bij de groep van 2,3 en 4 jaar, naar bed brengen, wassen en helpen eten enz. en dan wel eens bij de groepen van 7, 8 en 9 jaar bezig houden of meegaan wandelen en de groep waar Mary in is 10 en 11 jaar ook mee wandelen enz. Wel leuk, hè? (…)
Een pakkerd en een dikke zoen van
Elly

Lieve mams,
Hoe gaat het ermee? (…) Heeft u nog wat van papa gehoord? Ik schrijf een beetje vlug, want ik moet naar bed. Mijn pyjama heb ik al aan. Ik heb al wat vriendinnetjes. Er zijn hier een heleboel bekenden. (…) Ik heb er 4 sproeten bij gekregen. Veel hè. (…)
Veel pakkers van Marie.

Lieve mams,
In mijn bruine tasje zit een fotoalbumpje dat wil ik graag hebben. Doet u er alstublieft een paar foto’s van u bij?
Elly

Elly Meijer (uit privécollectie)

De laatste brieven zijn van maandag 17 mei 1943.

Lieve mams,
Hoe gaat het met u? Dit is de laatste brief die u van ons krijgt, want morgen gaan we naar het onbekende land. Riesje heeft u wel geschreven in wat voor wagons we gaan. * Er was hier donderdagmorgen een jongen die naar Amsterdam terugging en die had ons beloofd naar u toe te gaan. Of hij het gedaan heeft weet ik niet. We hebben hier een man gesproken die bij papa gezeten heeft. Hij zei, dat papa het goed maakte. (…) En ik heb op het ogenblik geen geduld om al die brieven te lezen. Dat doe ik wel als ik mij in de trein zit te vervelen. Weet u wie we hier ontmoet hebben? Mijn vriendin tante Erna. ** Ze is hier pas en gaat nog niet door. Ze is nog precies hetzelfde en spreekt nog geen woord Hollands. Ze had een foto van u, weet u waar u met uw handen zo sierlijk onder uw kin zit, die hebben wij gekregen, en ook een van papa. Nu lieve mams, ik schei eens uit want ik moet nog wat pakken. Geeft u iedereen de groeten van ons, Puck, Doortje, Wim, Moeke, Dicky, Opoetje, fam. Slochem, fam. Dekker, oome Meijer en huisgenoten, oome Jaap en fam., en als er nog meer zijn, en we zullen maar hopen dat we elkaar gauw weer zien. Lieve mams duizend kussen van Elly.

*de brief van Ries, van waarschijnlijk 15 mei, is nooit aangekomen en dus niet bewaard gebleven.
**Erna Dosmar-Cahn; de vrouw die als huishoudster bij de familie had gewerkt.

Lieve mams,

Elly hield nog een stukje over en daar pen ik nu nog wat op. Tante Erna zit tegenover me te schrijven op Mary haar brief. Zij heeft ook nog voor ons gewerkt maar er is niets aan te doen. Al ’t wachten op familie is afgewezen onverschillig op wie of wat of van welke leeftijd. We gaan met 3200. Een aardige klas, hè? Nu mams, het beste en tot ziens en een dikke zoen van Ries.

Westerbork, maandag 17 mei 1943
Lieve mams,
Hoe gaat het met u? Dit is het laatste wat u van ons hoort want we gaan door. (…) Ik ben vanmiddag naar de kapper geweest. Mijn haar hing eerst over mijn oren maar nu is het lekker kort. Mevrouw Roos en de 3 kinderen zijn ook hier. De laatste paar dagen is het weer hier heerlijk. Als ik naar buiten kijk zie ik de hei voor mij. Ik ben naar tante Erna geweest om afscheid te nemen. (…) Nu stop ik want ik moet naar bed en morgen gaan we weg. Hopelijk zien we u gauw terug. Nog een heleboel dikke vette pakkerds. Dag schat, Mary. Daaaaag.

 

Tante Erna heeft daaronder nog een paar regels in het Duits geschreven. Ze verbleef sinds 6 mei 1943 in het kamp waar ze woonde in barak 55. Ze schreef o.a. dat ze zeer ongelukkig was en dat ze veel moeite had gedaan om de kinderen in het kamp te houden. Dat was niet gelukt en nu was ze bij de kinderen om ze wat te brengen voor de lange reis van drie dagen. (Erna Dosmar-Cahn overleefde de oorlog. Ze vertrok met het transport van 11 januari 1944 naar Bergen-Belsen en werd in juli 1944 uitgewisseld naar Palestina.)


Fragment transportlijst Westerbork - Sobibor van 18 mei 1943
(https://www.archieven.nl/nl/zoeken?mivast=0&mizig=210&miadt=298&miaet=1&micode=804&minr=1030091&miview=inv2)

Met het transport van 18 mei 1943 vertrokken Ries, Elly en Mary naar Sobibor. Alle 2511 gedeporteerden van dit transport zijn op de dag van aankomst, 21 mei 1943, vermoord.


Na zijn gevangenschap in Amsterdam is de vader van de kinderen, Jules Meijer, naar kamp Vught gebracht. Op 4 december 1943 werd hij bij werkzaamheden (met kruiwagens stenen verplaatsen) net buiten het kamp door een SS-bewaker doodgeschoten.

Sterbeurkunde Jules Meijer (uit privécollectie)

Cora trouwde in 1952 opnieuw. Uit dit huwelijk werden geen kinderen geboren. De ‘Westerborkbrieven’ heeft ze altijd bewaard en haar wens was om ze mee te nemen in haar graf: ‘Die moeten niet op straat terechtkomen.' Door een dochter van haar zus is toen de mogelijkheid om ze te schenken aan het Herinneringscentrum besproken en daar stond ze niet onwelwillend tegenover.

De brieven met het verhaal in de tentoonstellingsruimte.

 

Het uitgebreide verhaal over de kinderen Meijer is te lezen in het boek Morgen gaan we naar het onbekende land door G.I.W. Dragt.
Meer over de schenking is hier te vinden.

Over de brieven van de kinderen Meijer is een educatieve les gemaakt voor gebruik in de klas. Klik op de afbeelding om naar die les te gaan.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.