David Julius Turksma is geboren op 19 mei 1925 in Drachten. David was de zoon van Rozette Turksma-Benninga en Jacob Turksma. David had een zus Betsie (1923) en een broertje genaamd Simon (1927). Ze woonden aan de Kerkstraat in zijn geboorteplaats Drachten, waar Jacob een handel in vodden, oud-ijzer en dierenvellen had, die hij met zijn broer Mozes had overgenomen van zijn vader. Het huis aan de Kerkstraat was ook zijn ouderlijk huis. Kort voor de oorlog lieten Jacob en Rozette een nieuw huis bouwen. Begin jaren ‘60 is de Kerkstraat-buurt afgebroken. De gevelsteen met de namen van Jacob en Rozette en het jaartal van de bouw (1938) is opgenomen in de collectie van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
David JuliusTurksma
- Voornaam
- Simon
- Achternaam
- Turksma
- Geboortedatum
- 19 mei 1925
- Geboorteplaats
- Drachten
- Sterfdatum
- 28 februari 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Het gezin Turksma
Elke maandag fietste Jacob naar de weekmarkt in Oosterwolde waar allerlei kleine handelaartjes bijeenkwamen. Regelmatig ging David met hem mee. De opgekochte spullen werden dan later per vrachtwagen naar Drachten gebracht. Verder wist iedereen in de omgeving dat je van Turksma 8 cent kreeg voor een dode mol. De huiden werden door Turksma gestroopt, gezouten en gedroogd en weer verkocht voor gebruik in o.a. vliegtuigstoelen. Het gezin leefde volgens de Joodse leefregels: op zaterdag gingen de kinderen niet naar school vanwege de sjabbat, maar ging het hele gezin met de tram naar de synagoge in Gorredijk.
Kinderen Turksma in 1936
David, Betsie en Simon
David en Simon Turksma
David en later ook Simon bleken goed te kunnen leren. Omdat hun ouders wilden dat ze het verder zouden schoppen dan voddenboer bezochten ze na de lagere school de Rijks HBS (nu: Drachtster Lyceum). Dat was ongebruikelijk voor jongens uit de Kerkstraat omdat de meesten of naar de ambachtsschool gingen of gingen werken na de lagere school. In het najaar van 1941 werden David en Simon vanwege hun Jood-zijn van school gestuurd. Het Joods Lyceum ‘de Dusnus School’ aan het Jacobijnerkerkhof in Leeuwarden werd hun nieuwe school. Om er te komen namen de jongens de tram naar Veenwouden en van daar de trein naar Leeuwarden.
Rijks HBS Drachten, 1938. David : 2e rij, 4e van links
“Je hebt me nog geen hand gegeven.” Ik antwoordde dat we dat morgen weer zouden doen, want ik had haast. David riep: “Je weet niet of we elkaar weer terug zien.” Hij herhaalde dit een paar keer.’
Zus Betsie verhuisde naar Haarlem, waar ze op 29 juli 1942 trouwde met haar neef Noach Mok. Haar ouders en broers mochten in verband met het reisverbod voor Joden niet bij het huwelijk van Betsie aanwezig zijn. Betsie was assistent-kookster in het Nederlands Israëlitisch Joles ziekenhuis in Haarlem. Na hun huwelijk moest het echtpaar verhuizen naar Amsterdam.
1942. Huwelijk Betsie en Noach
David werd als eerste van het gezin op 12 november 1942 opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Omdat zijn vader vanwege diens handel in metalen en dierenvellen van belang was voor de Duitse oorlogsindustrie had hij een voorlopige vrijstelling die ook gold voor zijn vrouw en jongste zoon. David was inmiddels 17 jaar en voor hem gold die vrijstelling niet.
Bram de Bruin was een schoolgenoot van David en herinnerde zich in 2001 hoe hij David op 11 november 1942 voor het laatst in Leeuwarden zag:
‘Zoals elke dag liep ik met de jongens uit Drachten mee, om hen naar de bus te brengen. We gaven elkaar dan een hand. Die dag had ik opdracht van mijn moeder om een boodschap te doen. Voor ons Joden was winkelen alleen toegestaan tussen drie en vijf uur. Daarna moest ik mijn grootmoeder bezoeken die in het ziekenhuis lag. Ik had daarom geen tijd om mee te lopen naar de bus en verliet het groepje jongens op de Oosterkade. David riep mij terug met de woorden: “Je hebt me nog geen hand gegeven.” Ik antwoordde dat we dat morgen weer zouden doen, want ik had haast. David riep: “Je weet niet of we elkaar weer terug zien.” Hij herhaalde dit een paar keer.’
Diezelfde avond kreeg het gezin De Bruin een waarschuwing van een politieman, die meldde dat ze de volgende morgen om zeven uur opgepakt zouden worden. Het gezin dook onder. ‘Ik heb David en de anderen nooit terug gezien’, vertelde Bram de Bruin.
Onderweg naar kamp Westerbork heeft David vanuit de rijdende trein een briefkaartje gegooid, welke geadresseerd was aan zijn beste vriend Sikke Bakker in Gorredijk.
Beste Sikke,
Alles goed, op weg naar Westerbork, laat dit aan mijn moeder lezen. Veel groeten voor allen van je beste vriend David. Schrijf nog eens gauw terug. We gaan direct het Friese volkslied maar zingen, want we gaan nu uit Friesland.
Al na enkele dagen in kamp Westerbork vertrok David Turksma weer. Met het transport van 20 november 1942 werd hij naar Auschwitz gedeporteerd. Het is bekend dat hij daar op 16 januari 1943 in de ziekenbarak verbleef en waarschijnlijk kort daarna is vermoord. Zijn later vastgestelde administratieve sterfdatum is 28 februari 1943.
Davids ouders en broertje Simon werden op 11 maart 1943 naar kamp Westerbork gebracht. Aangeboden onderduikplekken hadden ze geweigerd. Ze wilden bij elkaar blijven en zouden alleen maar moeten werken en de oorlog zou niet lang meer duren, zo was hun overtuiging. Na twee maanden werden de drie gedeporteerd naar Sobibor, waar ze direct bij aankomst zijn vermoord. Betsie en Noach Mok-Turksma kwamen op 20 juni 1943 in kamp Westerbork terecht. Op 6 juli 1943 werden zij ook gedeporteerd naar Sobibor en zijn hier direct na aankomst vermoord.
In 2017 zijn er in Drachten voor de familie Turksma en voor de andere weggevoerde en vermoorde Joden uit Drachten struikelstenen gelegd.
Joods monument in Drachten