Simon Turksma is geboren op 12 februari 1927 in Drachten. Simond was de zoon van Rozette Turksma-Benninga en Jacob Turksma. Samen met zijn ouders, zijn zus Betsie (1923) en broer David (1925) woonde Simon aan de Kerkstraat in zijn geboorteplaats Drachten, waar Jacob een handel in vodden, oud-ijzer en dierenvellen had, die hij met zijn broer Mozes had overgenomen van zijn vader. Het huis aan de Kerkstraat was ook zijn ouderlijk huis. Kort voor de oorlog lieten Jacob en Rozette een nieuw huis bouwen. Begin jaren ‘60 is de Kerkstraat-buurt afgebroken. De gevelsteen met de namen van Jacob en Rozette en het jaartal van de bouw (1938) is opgenomen in de collectie van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
SimonTurksma
- Voornaam
- Simon
- Achternaam
- Turksma
- Geboortedatum
- 12 februari 1927
- Geboorteplaats
- Drachten
- Sterfdatum
- 14 mei 1943
- Sterfplaats
- Sobibor
Het gezin Turksma
Elke maandag fietste Jacob naar de weekmarkt in Oosterwolde waar allerlei kleine handelaartjes bijeenkwamen. Regelmatig gingen zijn zonen met hem mee. De opgekochte spullen werden dan later per vrachtwagen naar Drachten gebracht. Verder wist iedereen in de omgeving dat je van Turksma 8 cent kreeg voor een dode mol. De huiden werden door Turksma gestroopt, gezouten en gedroogd en weer verkocht voor gebruik in o.a. vliegtuigstoelen. Het gezin leefde volgens de Joodse leefregels: op zaterdag gingen de kinderen niet naar school vanwege de sjabbat, maar ging het hele gezin met de tram naar de synagoge in Gorredijk.
Kinderen Turksma in 1936
David, Betsie en Simon
David en Simon Turksma
Simon kon net als zijn oudere broer goed leren. Omdat hun ouders wilden dat ze het verder zouden schoppen dan voddenboer bezochten ze na de lagere school de Rijks HBS (nu: Drachtster Lyceum). Dat was ongebruikelijk voor jongens uit de Kerkstraat omdat de meesten of naar de ambachtsschool gingen of gingen werken na de lagere school. In het najaar van 1941 werden David en Simon vanwege hun Jood-zijn van school gestuurd. Het Joods Lyceum ‘de Dusnus School’ aan het Jacobijnerkerkhof in Leeuwarden werd hun nieuwe school. Om er te komen namen de jongens de tram naar Veenwouden en van daar de trein naar Leeuwarden.
Aangeboden onderduikplekken hadden ze geweigerd. Ze wilden bij elkaar blijven en zouden alleen maar moeten werken en de oorlog zou niet lang meer duren, zo was hun overtuiging.
Zus Betsie verhuisde naar Haarlem, waar ze op 29 juli 1942 trouwde met haar neef Noach Mok. Haar ouders en broers mochten in verband met het reisverbod voor Joden niet bij het huwelijk van Betsie aanwezig zijn. Betsie was assistent-kookster in het Nederlands Israëlitisch Joles ziekenhuis in Haarlem. Na hun huwelijk moest het echtpaar verhuizen naar Amsterdam.
1942. Huwelijk Betsie en Noach
David werd als eerste van het gezin op 12 november 1942 opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Omdat zijn vader vanwege diens handel in metalen en dierenvellen van belang was voor de Duitse oorlogsindustrie had hij een voorlopige vrijstelling, die ook gold voor zijn vrouw en jongste zoon. David was inmiddels 17 jaar en voor hem gold die vrijstelling niet. Al na enkele dagen in kamp Westerbork vertrok David Turksma weer. Met het transport van 20 november 1942 werd hij naar Auschwitz gedeporteerd. Het is bekend dat hij daar op 16 januari 1943 in de ziekenbarak verbleef en waarschijnlijk kort daarna is vermoord. Zijn later vastgestelde administratieve sterfdatum is 28 februari 1943.
Simon met Jodenster
Simon en zijn ouders werden op 11 maart 1943 naar kamp Westerbork gebracht. Aangeboden onderduikplekken hadden ze geweigerd. Ze wilden bij elkaar blijven en zouden alleen maar moeten werken en de oorlog zou niet lang meer duren, zo was hun overtuiging. Simon wist onderweg nog een briefkaart te schrijven aan zijn beste vriend Jan Heida uit Beetsterzwaag. Daarop schreef hij:
Beste fam. Even groeten. Ik schrijf slecht. Nu wordt het beter, halte Buitenpost. We zijn vol goede moed. Hou jullie je goed want nog eventjes dan is de ellende over. Veel groeten en een stevige handdruk van Simon. Ik heb maar een paar briefkaarten. Daarom schrijf ik maar aan één persoon. We gaan nu richting Westerbork en dan in den vreemde, maar we komen spoedig weerom.
In kamp Westerbork verbleef Simon in barak 68. Vanuit het kamp stuurde hij een briefkaart over o.a. het werk, pakjes en het vele stof in het kamp naar de familie Bloemendaal in Drachten. Ook van vader zijn enkele brieven bewaard gebleven die hij vanuit het kamp schreef aan de familie Van Leer in Drachten. Hij schrijft hierin over ontvangen pakketjes, bekenden die op transport zijn gegaan en de omstandigheden in het kamp. De briefkaarten zijn opgenomen in de collectie van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Na twee maanden werden Simon, zijn vader en zijn moeder op 11 mei 1943 gedeporteerd naar Sobibor. Van de 1446 gedeporteerden zou slechts 1 man overleven. Simon en zijn ouders zijn direct bij aankomst op 14 mei 1943 vermoord. Zus Betsie en haar man Noach Mok kwamen op 20 juni 1943 in kamp Westerbork terecht. Op 6 juli 1943 werden zij ook gedeporteerd naar Sobibor en zijn hier direct na aankomst vermoord.
In 2017 zijn er in Drachten voor de familie Turksma en voor de andere weggevoerde en vermoorde Joden uit Drachten struikelstenen gelegd.
Joods monument in Drachten