Coen Hoek

Coenraad Hoek werd in Amsterdam geboren op 8 januari 1918. Hij werkte als tuinbaas in Het Apeldoornsche Bosch. Hij leerde er zijn vriendin Lenie (Lea) Leuiken kennen. Zij werkte als verpleegster in Het Apeldoornsche Bosch. Coenraad – roepnaam Coen – was zes jaar ouder dan Lea. Hij was de tuinman van Het Apeldoornse Bosch en begeleidde patiënten – die om therapeutische redenen arbeid verrichtten – in de tuin en op het land.

Coen Hoek

Voornaam
Coenraad
Achternaam
Hoek
Geboortedatum
08 januari 1918
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
01 april 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Coen werd beschreven als een lange blonde jongen die bij de dames in de smaak viel. Lea voelde zich met Coen aan haar zijde de uitverkorene. Hij maakte corsages voor haar als ze samen feesten bezochten in Het Apeldoornse Bosch, en samen kochten ze tweedehands boeken bij een boekwinkel in Apeldoorn om ze daarna vanuit een standje in eetzaal door te verkopen. Op 8 januari 1943 vierden ze samen in de kelder Coens 25e verjaardag.

Coen informeerde de melkboer dat een jonge dame zijn plaats zou innemen, zorgde dat een schuurtje voor tuingereedschap niet werd afgesloten en gaf Lea instructies.

Op woensdag 20 januari 1943 verscheen de Ordedienst van kamp Westerbork in Apeldoorn, naar later bleek een dag te vroeg. De lange blonde Coen liep tussen de jongens van de Ordedienst in de hoop informatie te krijgen. Zijn rijzige gestalte maakte waarschijnlijk indruk. Ze vertelden hem in vertrouwen dat Het Apeldoornse Bosch zou worden geruimd. Omdat Coen op het land werkte, had hij contact met de agrariërs uit de omgeving van Het Apeldoornse Bosch. Eén van die boeren leverde melk aan Het Apeldoornse Bosch en had Coen een onderduikplek aangeboden, voor als dat nodig zou zijn. Coen besloot om mee te gaan met de patiënten, maar Lea besloot te vluchten. Dat het om een onvoorwaardelijke liefde ging bewijst het volgende: Coen informeerde de melkboer dat een jonge dame zijn plaats zou innemen, zorgde dat een schuurtje voor tuingereedschap niet werd afgesloten en gaf Lea instructies. Zij moest alvast haar koffer pakken, die in het schuurtje zetten en via het schuurtje naar de boer vluchten. Lea vertrok en via Vaassen, Epe ging ze met de trein naar familie in Hilversum. De logische keus voor het station in Apeldoorn zou haar noodlottig zijn geweest. Dat bleek namelijk een fuik waar een gedeelte van het gevluchte personeel werd ingerekend.

Een tante van Coen was nog onderweg met een vrijstelling voor Coen, omdat hij een niet-Joodse moeder had. Maar toen zij op het perron in Apeldoorn arriveerde, kwam de trein met het transport– waarin hij zat met alle patiënten van Het Apedoornse Bosch al in beweging. Even later passeerden twee treinen elkaar: in de ene Lea op de vlucht richting een onderduikadres en in de andere Coen. Voor de ramen van het transport uit Apeldoorn hingen dekens met het monogram AB. Lea Leuiken overleefde de oorlog in de onderduik. Het laatste bericht dat zij van Coen kreeg was een uit de trein geworpen briefje: ‘Ik sta hier in een veewagen opgepakt en vertrek met onbekende bestemming.’ Coen Hoek werd uiterlijk op 31 maart 1943 in Auschwitz vermoord.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.