Charlotte Minco-Boas

Charlotte Minco-Boas is geboren op 21 september 1914 in Goch, Duitsland. Ze was de dochter van Leendert Boas (Tiel 1892- Arnhem 1957) en Wilhelmina Boas-Falkenstein (Hochneukirch, Duitsland1888- Arnhem 1982). Charlottes had een zus, Netty. Charlottes ouders en zus overleefden de oorlog.
Charlottes vader was oppervoorzanger, eerst in Goch, Duitsland, daarna, in 1918 in Zwolle en vanaf 1925 tot zijn dood in 1957 van de Joodse Gemeente Arnhem. Ook was hij ereburger van de stad Arnhem.

Charlotte Minco-Boas

Voornaam
Charlotte
Achternaam
Minco-Boas
Geboortedatum
20 september 1914
Geboorteplaats
Goch, Duitsland
Sterfdatum
03 september 1943
Sterfplaats
Auschwitz

In september 1938 verloofde Charlotte zich met David Minco (Dave Menco).


David Minco is geboren op 23 mei 1915 in Oldenzaal. Hij was de zoon van Salomon Minco (Oldenzaal 17 september 1887- Sobibor 7 mei 1943) en Grietje Minco- van Hoorn (’t Zand 4 juli 1889 – Sobibor 7 mei 1943). David was de oudste van de drie kinderen. Zijn twee zussen waren Betje (Bettie), geboren op 1 februari 1919 en Sara, geboren op 31 maart 1920. De jongste, Sara, overleefde als enige van dit gezin de oorlog. Zij hield na de oorlog haar schuilnaam Marga, en is de bekende schrijfster van onder andere 'Het Bittere Kruid'. In dit boek beschrijft ze de oorlogsperiode van haar gezin. Ze zou later in een interview met Ischa Meijer over haar broer vertellen dat hij een muzikale, populaire jongen was, met een goed stel hersens. Hun gezin leefde in een Joods milieu, maar ook in kunstenaarskringen. Net als zijn vader was David handelsreiziger.

Charlotte en David trouwden op 11 september 1940 in Arnhem. Ze gingen wonen aan ’t Stort Noord 9 in Amersfoort, waar David een baan als vertegenwoordiger had gekregen.

Later, in november 1942, moesten Davids ouders gedwongen Breda verlaten en verhuizen naar Amsterdam. Dat was nadat Davids zus Bettie en haar man al waren weggevoerd en, na later bleek, waren omgebracht in Auschwitz. Tijdelijk trokken Davids ouders bij Charlotte en David in Amersfoort in. Dat was toen Davids jongste zus Sara (Marga) langdurig in Utrecht in het ziekenhuis lag wegens TBC. Nadat Marga hersteld was, gingen ze terug naar Amsterdam. Marga ging toen ook in Amsterdam wonen.

Op weg naar een volgend onderduikadres werd Charlotte opgepakt. David gaf zichzelf hierna vrijwillig aan om zich bij zijn vrouw te kunnen voegen.

Davids ouders werden begin april 1943 vanuit hun huis in Amsterdam opgepakt. Via kamp Westerbork werden Salomon en Grietje Minco- van Hoorn naar Sobibor getransporteerd en daar beiden op 7 mei 1943 vermoord.
Salomon Minco was 55 jaar, Grietje Minco-van Hoorn 53 jaar.

Marga wist te ontkomen. David, Charlotte en Marga doken onder. Op weg naar een volgend onderduikadres werd Charlotte opgepakt. David gaf zichzelf hierna vrijwillig aan om zich bij zijn vrouw te kunnen voegen. Charlotte en David kwamen op 4 juni 1943 aan in kamp Westerbork. Ze werden geplaatst in barak 63. Op 31 augustus 1943 werden ze op de trein naar Auschwitz gezet. Charlotte Minco-Boas werd direct na aankomst op 3 september 1943 vermoord. Ze was 28 jaar oud.

David werd met een groep dwangarbeiders doorgestuurd naar kamp Warschau. Kamp Warschau was gebouwd op de resten van het getto van Warschau dat eerder dat jaar door de Duitsers was ontruimd. De dwangarbeiders kregen de opdracht tussen de resten van het getto waardevolle materialen te zoeken, zoals bakstenen, stukken ijzer, lood en koper en de porseleinen potten van elektriciteitsmasten.
David Minco overleefde kamp Warschau niet. Volgens een getuige is hij in december 1943 of januari 1944 overleden, door diverse aandoeningen als gevolg van de slechte hygiënische omstandigheden en de ondervoeding. Davids overlijdensdatum is vastgesteld op 31 januari 1944. David Minco is 28 jaar geworden.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.