Hijman Michelson

Chaim Leib Michelson werd geboren op 5 mei 1886 in Bauska, een stad in het zuiden van Letland, waar ook zijn vader, Ruben Michelson (1846 – 1915) was geboren. Er was een grote Joodse gemeenschap in Bauska vanaf het eind van de 18e eeuw, die actief was als bemiddelaar voor de handel tussen de agrarische gebieden en de steden. Bauska lag in Koerland, een deel van Letland dat onder het Russische Keizerrijk viel.

Bauska (Bauska Tourism Information Centre. (z.d.). Discover Bauska! https://visit.bauska.lv/uploads/files/pielikumi/sadalas/maps-brochures/discover-bauska-en.pdf)

In 1915 werden de Joden uit dat gebied naar Rusland verdreven, waardoor zij slachtoffer werden van de antisemitische wetten en de pogroms, die in Rusland tussen 1881 en 1917 veelvuldig voorkwamen en zorgden voor veel slachtoffers onder de Joodse bevolking. Een grote groep Joden die de mogelijkheid hadden om te emigreren, naar bijvoorbeeld Amerika en Palestina, grepen die kans aan om aan de gewelddadigheden te ontkomen. Toen de Nazi’s in 1941 Bauska binnenvielen werden alle Joden die daar nog waren in een nabijgelegen bos doodgeschoten, 500 tot 700 mensen en nog eens 150 tot 200 mensen uit dorpen in de omgeving.

 

Foto links: zicht op kamp Westerbork (collectie HCKW)

Hijman Michelson

Voornaam
Chaim Leib
Achternaam
Michelson
Geboortedatum
05 mei 1886
Geboorteplaats
Bauska
Sterfdatum
22 oktober 1943
Sterfplaats
Auschwitz

De familie Michelson, vader Ruben en moeder Sara Sophia Mosesson, in Amsterdam ingeschreven als Sara Levie (geboren 2 mei 1844), en hun vijf kinderen was echter al in 1889 uit Bauska vertrokken en kwam terecht in Groningen. Het Gronings gemeentearchief vermeldt alleen de oudste zoon in het bevolkingsregister. In het gemeentearchief van Amsterdam is te vinden dat ze in 1891 nog in Groningen waren. Het is niet duidelijk wanneer ze precies naar Amsterdam verhuisden.

De oudste zoon was Wilhelm, geboren op 22 augustus 1872 in Bauska en overleden in Amsterdam op 9 maart 1937. Hij was schoenmaker van beroep en was getrouwd met Hester Spier (Leeuwarden 1872 – Amsterdam 1916) met wie hij vijf kinderen had, van wie twee de oorlog overleefden. Na Hesters dood trouwde hij met Naatje Snoek.
De andere kinderen waren:
- Mendel Arie (Bauska 21 september 1874 – Sobibor 1943)

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/622376/mendel-arie-michelson

Hij was getrouwd met Eva Schrijver (Amsterdam 1874 – Sobibor 1943) en zij hadden zeven kinderen van wie slechts één de oorlog overleefde. Ook hij was schoenmaker.
- Jetje (Bauska, 13 april 1881 – Auschwitz, 3 september 1944). Zij was getrouwd met Moritz Arenovitz uit Riga, Letland, een kleermaker die in 1939 in Amsterdam overleed. Ze hadden vier kinderen, die allen in de kampen werden vermoord.
- Lina (Bauska, 4 maart 1883 – Auschwitz, 7 september 1942). Zij was getrouwd met Judel Guttman-Grünblatt (Riga, 1882 – Auschwitz, 7 september 1942). Hij was goudsmid van beroep.

Chaim Leib was de jongste van de familie, en pas drie jaar oud toen hij uit Letland vertrok. Het gemeentearchief van Amsterdam vermeldt dat het gezin woonde aan de Korte Houtstraat 29. Vader Ruben was handelaar in zoutwaren, zo wordt gemeld, wat waarschijnlijk gezouten vlees, pekelvlees en rookvlees, betreft. Vanaf 1898 woonde het gezin aan de Batavierstraat 11 en 119 en de Manegestraat 12, 2 hoog en vanaf 1915 in de Rapenburgerstraat 70 1 hoog. In het archief is in verschillende documenten de naam Hijman doorgestreept en vervangen door Chaim Leib, en is ook de geboortedatum veranderd naar 5 mei 1886.

Welke scholen Chaim Leib heeft bezocht is niet bekend, maar naar alle waarschijnlijkheid heeft hij Engelse taal-en letterkunde gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam, omdat zijn proefschrift, dat in 1926 in boekvorm werd uitgegeven, verbonden is met die universiteit.

De Nederlandse Staatscourant van 25 augustus 1909 vermeldt: Uitslag van de in 1908 te ’s-Gravenhage gehouden examens ter verkrijging van een akte van bekwaamheid A tot het geven van middelbaar onderwijs in de Engels taal….. Hijman Michelson, Amsterdam.

MINISTERIE VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN.. "Nederlandsche staatscourant". 's-Gravenhage, 25-08-1909. Geraadpleegd op Delpher op 02-05-2025, https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB08:000174395:mpeg21:p002

Vanaf 1910 doceerde hij Engels, “eerst aangesteld bij de Middelbaar Technische School, later aan de Joodse H.B.S. met driejarige cursus en aan de Joodse H.B.S. met vijfjarig leerplan” (W.E. de Mol, In Memoriam, Gevallen Leraren in de Periode 1940-1945). Over hoe Michelson zijn taak als leraar zag schrijft De Mol: ”Hij ging van het principe uit dat de leerlingen vóór alles goed toegerust moesten zijn met Engels voor het practische leven. Pas later kon hun dan de schoonheid van de Engelse literatuur bijgebracht worden. Zo was hij dan ook een der eersten, zo niet de eerste, die bij zijn lessen de Linguaphoon in toepassing bracht, een methode waarvan de waarde onomstotelijk is gebleken, waarvan ook andere leraren getuigden, hoe aan de hand van dit hulpmiddel op meer afdoende wijze een goede uitspraak en feeling voor de betreffende taal wordt verkregen”.

Op 28 december 1910 trouwde Chaim Leib in Amsterdam met Klara Lelie. In de trouwakte wordt de naam Hijman gebruikt. Tevens wordt daarin vermeld dat “de ouders der echtgenoot en de moeder der echtgenoote verklaarden niet te kunnen naamtekenen als hebbende geen schrijven geleerd”.

Klara Lelie werd geboren op 11 oktober 1883 in de Joden Kerkstraat 26 te Amsterdam als vijfde kind in het grote gezin van Joseph Wolf Lelie (Amsterdam 1841-1930), een koopman, en Sara Beekman (Amsterdam 1846 -1917). De andere kinderen waren:
- Wolf (Amsterdam 1871 – Zandvoort 1935). Hij was getrouwd met Clara Trompetter (Amsterdam 1880 -1939) en had twee dochter, Sara en Judith, die beiden de oorlog overleefden.
- Rebecca (Amsterdam 1874 – Auschwitz, 1 februari 1943), die was getrouwd met Aaron Elzas (1878–Auschwitz, 1 februari 1943) Hun zoon Jacob (1915) werd ook vermoord in Auschwitz, op 30 april 1943.
- Hijman (Amsterdam 1878 – Mauthausen, 9 juli 1942), een handelaar in automaterialen.

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/139896/hijman-lelie

Hij was getrouwd met Christina Stokker (1877–1936) en had vier kinderen.
- Rosette (Amsterdam 1881 – Sobibor, 28 mei 1943). Zij was getrouwd met Meyer Liboerkin (Belarus 1885 – Amsterdam 1942) Hun twee kinderen verloren het leven in de kampen.
- Aaron (Amsterdam 1886 – Warnsveld 1954), getrouwd met Sara Jacobs (1888 -Sobibor 1943)

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/301482/a%C3%A4ron-lelie

- Lea (Amsterdam 1888 - Auschwitz 1943), getrouwd met Abraham Bronkhorst (1886 -1944 gefusilleerd bij Overveen), 3 kinderen, waarvan 2 overleefden.
- Judith (Amsterdam 1885 – Auschwitz, 13 oktober 1942).

https://www.joodsmonument.nl/nl/page/221806/judith-hamburger-lelie

Zij was getrouwd met Abraham Alexander Hamburger (1882 - Auschwitz 1942)

Op 26 maart 1912 werd de dochter van Chaim Leib en Klara, Sophia, geboren. Zij werd later lerares lichamelijk opvoeding en gaf vanaf 1939 les op dezelfde school als haar vader, de Joodse HBS aan de Voormalige Stadstimmertuin 2. In het boekje In Memoriam, gevallen Leraren in de Periode van 1940-1945 schrijft H. Jacobs het volgende over haar: "Al spoedig bleek haar grote liefde voor haar vak en voor de leerlingen. Viffie, zoals ze genoemd werd, was dadelijk bij de leerlingen, in de goede zin des woords, populair, zodat de meisjes gaarne zo nu en dan een uur vóór de aanvang der lessen op school kwamen, om extra oefeningen onder haar leiding in te studeren voor de schoolbijeenkomsten."

Het gezin woonde aan de Nicolaas Witsenkade 36 boven, vanaf april 1936.

In 1935 werden Chaim Leib Michelson en Sophia genaturaliseerd tot Nederlander, aldus de Haagse Courant van 29 november 1935.

In 1926 was Chaim Leib gepromoveerd tot doctor in de Engels taal-en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam.

https://books.google.nl/books/about/The_Jew_in_Early_English_Literature.html?id=20ey0AEACAAJ&redir_esc=y

Zijn proefschrift, dat werd uitgegeven door H.J. Paris in Amsterdam had als titel: The Jew in early English Literature. In de inleiding schrijft hij: This dissertation is the natural outcome of a circumstance that has set its mark upon my whole life. Whenever I came into contact with Christians directly or indirectly, personally or in literature, I was generally struck by the animosity, disdain, distrust, aloofness or at any rate a hardly definable yet clearly perceptible reserve on their side and I have always thought of and looked for any ground that justified this attitude, but in vain.
Vertaling (red.): Dit proefschrift is overduidelijk het resultaat van een omstandigheid die een grote stempel heeft gedrukt op mijn leven. Bijna elke keer dat ik direct of indirect in aanraking kwam met christenen, persoonlijk of in de literatuur, werd ik geraakt door de vijandigheid, de neerbuigendheid, het wantrouwen, de afstandelijkheid, of in elk geval een moeilijk te definiëren maar wel duidelijk merkbare terughoudendheid van hun kant, en ik heb altijd getracht een goede reden te vinden voor deze houding, maar tevergeefs. 

In het boek bespreekt hij een lange reeks van boeken en verhalen uit de Engelse literatuur waar Joden in voorkomen, en de manier waarop ze behandeld werden.

W.E. de Mol schrijft over Chaim Leib: “Hij was wellicht door zijn schijnbaar agressieve houding geen algemeen bemind iemand; maar degenen die tot zijn intieme vrienden behoorden, weten, dat hij innerlijk een fijn mens was, een ernstig zoeker naar waarheid, zeldzaam begrijpend en ruim van opvatting, iets wat in de oorlogsjaren van wrede vervolging telkens nog tot uitdrukking kwam. Hij was een liefhebbend man en vader, een warm vriend, een onbevangen levensgenieter in de beste zin van het woord, met open oog en oor voor het schone en goede op aarde. Als heel jong begaafd kind met arme Russische ouders meegekomen naar Holland, genoot hij van het grasveldje aan het eind van zijn armelijk Amsterdams straatje. En zo is hij gebleven als volwassen mens, openstaand voor alles wat hem innerlijk rijker en gelukkiger maken kon. ….. Een ding was er wat hem zijn hele leven met gemengde gevoelens bezighield, n.m. het waarom van de grote antipathie te allen tijde en over de hele wereld ten opzichte van Joden. In zijn dissertatie “The Jew in English Literature”, in Amerika buiten zijn weten in tweede druk uitgegeven, behandelde hij dit onderwerp al en in de oorlogsjaren hield hij er zich opnieuw intens mee bezig. Sprak hij er over, dan was het nooit bitter, nooit eenzijdig, hij trachtte steeds objectief te blijven……………… Hij werd slachtoffer van een der vele massale razzia’s. Via Westerbork werd hij naar het Oosten gevoerd. Sindsdien heeft men niets meer van hem vernomen.”

Over Sophia schrijft H. Jacobs: “Toen in de bezettingstijd de Joodse leerlingen van vele genoegens uitgesloten waren, behoorde zij tot de leerkrachten die veel tijd en moeite gaven om het clubleven op school tot grote ontwikkeling te brengen. Als iemand de gelegenheid had onder te duiken en de eigenschappen bezat, die moeilijke tijd door te komen, dan was het zeker Viffie Michelson. Inderdaad is zij in 1943 ook enige maanden ondergedoken geweest, maar zij is weer naar het ouderlijk huis teruggekeerd, gedreven door haar liefde tot haar moeder en vader, want tussen de ouders en de enige dochter was een band zo sterk, als zelden voorkomt. Dat is haar noodlottig geworden, want samen met haar ouders, is zij in het najaar van 1943 weggevoerd. Haar collega’s en de weinige leerlingen die overgebleven zijn, zullen zeker de prettige en pittige Viffie niet vergeten.”

Op 29 september 1943 kwam het gezin aan in Westerbork. In zijn dagboek In Depot, noemt Philip Mechanicus dit transport, aan de vooravond van het Joods Nieuwjaar, een edeltransport, met leden van de Amsterdamse Joodse Raad, en de mensen van de Barneveldgroep. Vanwege zijn functie als leraar had Chaim Leib een sperre, en alle drie hadden ze, toen die was verlopen, nog een vrijstelling van deportatie gekregen, maar het mocht niet baten: op 19 oktober 1943 werden Chaim Leib (57) en Klara (60), op wiens Joodse Raadkaart staat dat haar gezondheid slecht was, naar Auschwitz getransporteerd. Philip Mechanicus schrijft dat bij dit transport de trein wegens het besmettingsgevaar van kinderverlamming, difterie en geelzucht (ziekten die op dat moment rondgingen in Westerbork) hermetisch met loodjes gesloten werd. Bij aankomst op 22 oktober werden Chaim Leib en Klara meteen vergast.

Sophia (31) vertrok iets later, op 16 november 1943. Over dit transport schrijft Mechanicus: “Transport van ruim duizend mensen: gestraften, ongestempelden, afgewezen optanten voor Palestina, waaronder veel jonge mannen, ziekenhuispersoneel, zieken”.

Bij aankomst in Auschwitz op 19 november 1943 werd Sophia meteen vergast.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.