Bram Pais

Bram, Grietje en de kinderen werden opgepakt door de politie en liepen naar het station. Onderweg riep Bram Pais lachend naar een bekende: “Ik kom terug hoor.”

Bram Pais

Voornaam
Abraham
Achternaam
Pais
Geboortedatum
12 maart 1902
Geboorteplaats
Zaandam
Sterfdatum
04 juni 1943
Sterfplaats
Güntergrube

Abraham (Bram) Pais werd geboren in Zaandam op 12 maart 1902 als derde kind in het gezin van Aron Pais (Harlingen, 5 maart 1866) en Rebecca Blitz (Amsterdam, 14 juli 1873). Het gezin telde tien kinderen (*1), van wie een tweeling in 1913 kort na de geboorte overleed. Vier van de kinderen werden in de oorlog vermoord.

Het echtpaar Pais-Blitz was op 17 juni 1897 in Harlingen getrouwd. Aron Pais kwam als ‘koopman’, aanvankelijk straathandelaar, in 1896 naar Zaandam en ging wonen aan de Hoogendijk 41. In 1900 stond Aron Pais in Zaandam bekend als koopman in oud touw en leer. Hij behoorde toen tot de minst verdienende Joodse Zaandammers.

Negen jaar later verhuisde hij met vrouw en kinderen naar nummer 72 en tenslotte, op 27 maart 1909, trok het gezin naar nummer 30. De winkel op dat adres heette Magazijn De Kotter, Scheepsbehoeften Pais Jzn. Het magazijn was gevuld met kabels, touw, ankers, navigatie-instrumenten, katrollen, gereedschap, radio’s, motoronderdelen en letterlijk al het andere dat nodig zou kunnen zijn op een oceaanstomer.

NIW, 1922

In welke mate het gezin leefde naar de Joodse wetten is moeilijk te achterhalen, maar we weten wel dat alle zeven zonen op hun dertiende bar mitswah werden. Er stonden advertenties in het Nieuw Israëlitisch Weekblad:

Het is niet bekend of Bram een opleiding heeft gevolgd, en zo ja welke. Hij ging waarschijnlijk snel helpen in de zaak van zijn vader. Hij haalde in 1924 wel een diploma voor het redden van drenkelingen.

De Zaanlander, 28 juni 1924

Veel later, in 1941, zorgden die kennis en ervaring ervoor dat hij een kind uit het water wist te redden:

De Zaanlander, 19 september 1941

In 1934 werd hij voorzitter van de Vrijwillige Reddingsbrigade in Wormerveer.

In 1920 werd hij goedgekeurd voor de militaire dienst; hij kreeg in 1922 groot verlof, en heeft sindsdien waarschijnlijk niet meer actief gediend in het leger.

Militaire loopbaan Noord- Hollands archief, uit het keuringsrapport
blijkt dat hij een lengte van 1.83 m had.

Op 9 mei 1929 trouwde Bram in Zaandam met Grietje Judith Drilsma. Zij was geboren in Harlingen, op 5 februari 1905 als dochter van Adam Abraham Drilsma (Leeuwarden, 17 maart 1875) en Roosje Vreedenburg (Harlingen, 31 juli 1875). Ze was het jongste kind van vier (*2). Grietjes ouders waren in 1912 met hun kinderen naar Zaandam verhuisd en woonden op het adres Stationsstraat 84, waar ze een winkel hadden.

De winkel van Adam Drilsma in Zaandam
(Bron: www.joodsmonumentzaanstreek.nl)

Huwelijksacte. Handtekeningen van bruidspaar, ouders, getuigen
Abraham Drilsma broer, en Joseph Pais broer. Archief Zaandam.

NIW

NIW

Op 9 mei 1929 trouwde Bram in Zaandam met Grietje Judith Drilsma.


Abraham Pais en Grietje Drilsma (bron: www.joodsmonument.nl)

Grietje begon in 1931 een manufacturenwinkel aan huis, zo blijkt uit een inschrijving in de Kamer van Koophandel.



De Zaanlander, 26 oktober 1931

Op 26 februari 1932 werd in Zaandam Bram en Grietjes dochter Rebecca, Betty genoemd, geboren; het gezin woonde toen aan de A.F. de Savornin Lohmanstraat 13 in Zaandam. Niet lang daarna begon Bram een zaak in levensmiddelen, scheepsbenodigdheden en oud ijzer in Wormerveer en op 1 augustus 1934 verhuisde het gezin naar Zuideinde 6 in Wormerveer. Op 31 december 1935 werd daar de tweede dochter geboren, Ada.

De Zaanlander

In 1936 verhuisden ze naar Beverwijk, maar anderhalf jaar later was het gezin alweer terug in Wormerveer. Ze woonden toen op de Insulindelaan 34. Hier werd op 16 november 1938 het jongste kind geboren, Aäron (Ronnie), genoemd naar Brams vader.

NIW

NIW, juni 1937

Ada en Rebecca (Betty) als bruidsmeisjes bij de bruiloft van hun oom Levie (Lou) Pais en Ennie Rood op 20 december 1939. Ada zit vooraan op het stoeltje, Rebecca staat geheel links. Tweede van links is nichtje Betty, dochter van Abrahams broer Benjamin, en helemaal rechts staat Henny, de dochter van Abrahams oudste broer Joseph. (www.joodsmonumentzaanstreek.nl)

1939, de klas van Betty. Ze staat op de tweede rij van boven, derde van rechts. (www.joodsmonumentzaanstreek.nl)

Bram Pais bleef ondanks zijn verhuizing naar Wormerveer lid van de Zaandamse synagoge. Zijn naam kwam voor bij de eerste vermelding van het jubileumcomité dat de viering van de 75-jarige sjoel voorbereidde.

Tot 1942 had Pais op Zaanweg 11a een pakhuis, naast het bekende pand Amsterdam.

De Zaanlander 29 februari 1936. In de herfst van 1935 was bij de mislukte redding het vrachtschip op het strand van Egmond gelopen en daar gesloopt. Bram ’tikte de partij curiosa deze week op den kop’, zo meldt de Zaanlander. In het midden van de verzameling, onder een Nederlandse vlag met daarop ‘A. Pais Jz’ ,is tussen de scheepslampen een kind te zien. Dat moet Betty zijn.

De Zaanlander, 10 september 1938

Bram stond ook bekend als sloper. Hij haalde onder meer de gashouder van Wormerveer naar beneden.

De Zaanlander, 1 mei 1937

 De Zaanlander, 24 december 1940

De Zaanlander, 22 mei 1937

Verteld werd dat hij in de oorlog sloepen opkocht van getorpedeerde schepen, om ze voor hergebruik te verkopen. Met de buren ging hij er wel mee spelevaren op de Zaan. Kinderen die in de Zaan zwommen, gaf hij soms een reddingsvest uit zo’n sloep.

Uit allerlei krantenartikeltjes wordt wel duidelijk dat Bram alles aanpakte waar hij handel in zag.

De Zaanlander, 26 mei 1939

De Zaanlander, 24 februari 1938

Hij zette zich ook in voor de gemeenschap in Wormerveer:

De Zaanlander, 17 oktober 1936

De oorlog brak uit en in maart 1941 kreeg Brams zaak vanwege de arisering van Joodse bedrijven een Verwalter. Betty Pais ging naar School B, die na de oorlog naar Herman Gorter werd vernoemd. Zij mocht als Joodse leerlinge in september 1941 niet meer naar s
chool. Met de kinderen Mendelina en Hartog de Jong gaf zij onder leiding van een onderwijzer alle leerkrachten een handje en nam afscheid. Dat maakte indruk op de school. De Joodse kinderen kregen daarna nog een tijd les bij Pais thuis, achter de winkel. Op 22 april 1942 moesten de Joodse inwoners Wormerveer verlaten. Het gezin Pais-Drilsma kreeg echter toestemming om in Wormerveer te blijven, misschien omdat het bedrijf van Bram als “kriegswichtig” werd gezien. Men zegt dat Bram Pais niet wilde onderduiken.

Klaas Zwart jr. herinnert zich dat zijn vader Betty Pais in 1943 stiekem inschreef voor een zwemfeest in zwembad Het Zwet. Dat gebeurde onder de naam ‘Betty Zonderland’. Het feest verliep voor Betty zonder narigheden. Geholpen kan hebben dat badmeester Jan Kuijper in het verzet zat.

De familie Pais-Drilsma moest uiteindelijk, in oktober 1943, toch naar Westerbork. Ze werden opgepakt door de politie en liepen naar het station. Onderweg riep Bram Pais lachend naar een bekende: “Ik kom terug hoor.” In zijn boekje Oorlog in Wormerveer beschrijft Jan Alberts, destijds wonend in de Wormerveerse Riouwstraat, de treinreis van de familie Pais: “Mijn moeder was die dag weer bij haar broer in Amsterdam geweest. ’s Avonds vertelde zij tijdens het eten, zacht huilend, over Pais van de Zaanweg. Toen ze ’s morgens de trein inging, kwam bij haar in de coupé de familie Pais binnen. Het waren de vader, moeder en drie kinderen. Ze stonden onder begeleiding van politieagent Pompstra van de Wormerveerse politie. De familie Pais had bagage bij zich, ook de kinderen. Pompstra vertelde aan mijn moeder dat de familie zich moest melden bij de moffen in Amsterdam. Mevrouw Pais had de jongste op haar schoot en mijn moeder heeft met ze zitten praten, en mevrouw Pais gesmeekt de kleine aan haar te geven. Pompstra ging daarmee akkoord, maar Pais en zijn vrouw wilden het kind niet afstaan. Ze zouden wel zien hoe het verder ging. Het was een gruwelijk verhaal dat mijn moeder vertelde.”

Op hun kaarten van de Joodse Raad is te lezen dat de familie Pais op 29 oktober 1943 ‘via Scheveningen’ aankwam in kamp Westerbork. Het lijkt erop te duiden dat ze eerst nog in het ‘Oranjehotel’, de gevangenis in Scheveningen, zijn geweest. Het waarom van deze omweg is onbekend.

Brams zaak werd voortgezet door zijn vroegere knecht, Anton de Grunt. Sommige eigendommen werden bij anderen in bewaring gegeven. Zo ontving de familie Corell enkele schilderijen. Deze familie had een zaak in elektra en radio’s in de nabijgelegen Dubbele Buurt 20. Het magazijn ging over in de handen van een Duitse bewindvoerder. De meeste bezittingen van de familie Pais kwamen terecht bij Evert Woud uit Wormer, die ook een stuk bouwgrond achter het NS-station Wormerveer van hen had gekocht. Na de oorlog ontstond er een woordenstrijd tussen Woud en een voormalige dienstbode van de familie Pais, Tjitske Stoker.(haar zoon tekende een Page of Testimony in Yad vaShem voor het gezin van Abraham Pais). Haar vraag was wie de beheerder was van sommige goederen zoals het tafelzilver en een deel van het meubilair, waar ze gebleven waren en wie er recht op had. Het is niet bekend wat het antwoord op haar vraag was.

Het gezin bleef een paar maanden in Westerbork, Bram in barak 67, Grietje en de kinderen in barak 68, maar op 25 januari 1944 gingen ze op transport. “Bij vliegende storm en gutsende regen is een transport van duizend man naar Auschwitz vertrokken. Weer in beestenwagens. Het hoofdaandeel heeft de s[straf]-barak geleverd: vijfhonderd negentig man. (…) Nog altijd weet men niet, wat er met de gedeporteerde Joden in Polen gebeurt.”, aldus Philip Mechanicus in zijn dagboek. Grietje en de kinderen werden onmiddellijk na aankomst, op 28 januari 1944, vergast. Grietje was 38 jaar, Rebecca 11, Ada 8 en Aäron 5. Ook voor Abraham staan op de Holocaustsites (Arelson en Yad vaShem) deze overlijdensdatum en -plaats vermeld. In de overlijdensakte in Wormerveer is echter een correctie aangebracht. Op 11 januari 1954 werd in de kantlijn bijgeschreven: “Overleden op 31 december 1944 in Güntergrube in Polen”. Güntergrube was een strafkamp in de buurt van Auschwitz, bij Lediny, waar Joodse gevangenen, uit met name Nederland, Frankrijk en Polen en niet-Joodse Polen en Duitsers te werk waren gesteld om in de kolenmijnen te werken en de Gunthermijn te bouwen.

Struikelstenen aan de Zaanweg 29 te Wormerveer.

Van Grietjes familie overleefde alleen haar zuster Hester. Haar moeder, Roosje Vreedenburg was al direct na de gedwongen verhuizing naar Amsterdam, op 2 februari 1942, gestorven. Haar vader werd op 5 februari 1943 vermoord in Auschwitz.

Adam Abraham Drilsma en Roosje Vreedenburg

Struikelstenen aan de Stationsstraat 84 Zaandam.

Van Abrahams familie werden de ouders en vier van de kinderen met bijna al hun gezinsleden vermoord.

Aron en Rebecca Pais, hoofden van een bloeiende nieuw-Zaanse familie, verloren vanaf juli 1940 door de ‘arisering’ van hun winkel, onteigening van geld en saldi en tal van andere maatregelen veel van hun bezittingen en rechten. Op 17 januari 1942 moesten zij met de nog thuiswonende kinderen Zaandam verlaten.

Elisabeth Pais (Lies) de enige dochter, vertelde in 1946 over de januaridagen van 1942. “Op 14 januari bracht één van mijn broers mijn ouders naar Wormerveer bij mijn broer Bram thuis, omdat mijn moeder ziek was en niet in het ziekenhuis kon worden opgenomen."

Later woonden ze aan de Nieuwe Achtergracht 12 in Amsterdam. Elisabeth zelf dook onder in Amsterdam. Van hieruit bezocht ik mijn ouders en broer te Wormerveer en ging ook wel eens naar Zaandam. Ik heb in Zaandam onze winkel leeggehaald van 16 op 17 januari.

In het onbeheerde pand ‘van de Israëliet Pais’ aan de Hoogendijk 30 sprong op 15 maart de waterleiding. Het werd bij de politie gemeld, die het doorgaf aan de familie Pais in Wormerveer, zoon Abraham.

Op de Joodse Raadkaart van Aron staat dat hij was gesperrt vanwege de functie van zijn schoondochter. Dat was Ennie Rood, de vrouw van Levie (Lou). Zij was secretaresse van de Joodse Raad, afdeling administratie in Westerbork. Zij en Lou hebben tot de bevrijding in Westerbork gezeten. Zij zijn in de jaren ’70 overleden.

Bijna zeker hoorden de ouders Pais tot de groep van wellicht dertig Zaankanters die bij de grote razzia van 26 mei 1943 in Amsterdam zijn opgepakt. De gearresteerden moesten naar een terrein bij het Muiderpoortstation. Na urenlang wachten, werden ze met een speciale trein naar Westerbork vervoerd. Daar hoorden Aron en Rebecca Pais op 1 juni in barak 55 om 3.00 uur in de vroege ochtend dat hun naam en geboortedatum werden voorgelezen. Ze moesten de barakkenleider met ‘ja’ beantwoorden, waarna ze tot 7.00 uur de tijd kregen om in te pakken en afscheid te nemen. Na een controle door de ordedienst moesten ze met veertig anderen naar een van de veewagens. Het oude echtpaar Pais ging met het door Philip Mechanicus in zijn dagboek indringend beschreven, huiveringwekkende 1 juni-transport naar Sobibor. Drie dagen later, op 4 juni 1943 werden Aron Pais en Rebecca Pais-Blitz vrijwel onmiddellijk na aankomst omgebracht. Aron was 77, Rebecca 69 jaar. (informatie: joodsmonument.nl, joodsmonumentzaanstreek.nl)

Struikelstenen aan de Hoogendijk 30 Zaandam.

 

*1 broers en zuster van Abraham Pais
• Joseph (Zaandam 26/11/1898 – 2/2/1976) X Sientje Broekman (Amsterdam 19/1/1900 – Zaanstad 3/2/1992) Zij hadden een fietsenhandel en woonden aan de Hoogendijk 28. Twee kinderen: Henderina (Henny) (1927 – 2010) en Aaron (Arie) 1931 – 2017)
• Elisabeth (Zaandam 6/3/1900 - ?) ondergedoken en oorlog overleefd
• Levie (Lou) (Zaandam 26/7/1904 – 27/6/1973) X Engel (Ennie) Rood (Utrecht 1909 – Zaandam 1975) Nam de winkel van zijn vader over, magazijn de Kotter. Zij hadden een pleegdochter, Henriette Huisman (1935 – 1994) dochter van Emanuel Huisman en Elisabeth Lees (de dochter van een zuster van Levies moeder) die in 1945 bij Tröbitz waren omgekomen.
• Salomon (Zaandam 27/6/1905 -?) X Jannetje Bakker (Assendelft 1907 – Amsterdam 1971) Filiaalhouder A. Heijn in Koog aan de Zaan. Hun zoon, Gerard, overleefde de oorlog
• Benjamin (Zaandam 25/3/1907 – Sobibor 23/7/1943) X Sara Boas (Harlingen 6/9/1909 – Sobibor 11/6/1943) Benjamin zat gevangen in kamp Moerdijk. Kinderen: Rebecca (Harlingen 18/11/1934 – Sobibor 11/6/1943), Gabriël (Zaandam 19/11/1937 – Sobibor 11/6/1943), Dina (Zaandam 5/2/1940 – Sobibor 11/6/1943). Zij werden met hun moeder met de beruchte kindertransporten uit Vught, via Westerbork naar Sobibor gedeporteerd.
• Gabriël (Zaandam 21/8/1910 – Auschwitz 30/9/1942) had een winkel in Beverwijk, die later door zijn Duitse ex-vrouw met Duitse officieren werd leeggehaald.
• Tweeling werd 1 maand oud in 1913
• Adam (Zaandam 12/3/1917 – Ebensee 14/4/1945)

*2 broers en zuster van Grietje Drilsma
• Abraham (Harlingen 11/3/1899 – Auschwitz 30/9/1942) X Rachel Groenstad (Amsterdam 14/7/1900 – Auschwitz 26/8/1942) Kinderen: Roosje (Zaandam 3/9/1927 – Auschwitz 26/8/1942) en Leonard Adam (Zaandam 18/5/1937 – Auschwitz 26/8/1942)
• Hester (Harlingen 4/9/1900 – Bussum 13/1/1988) X Isidor Kan (Amsterdam 13/9/1902 – Aruba 31/3/1958) twee kinderen overleefden
• Benjamin (Harlingen 8/8/1903 – Auschwitz 30/4/1943) X Esther Jacobs (Amsterdam 12/12/1904 – Auschwitz 14/1/1943) Dochter: Adolphina Gabriella (Zaandam 8/8/1936 – Sobibor 5/3/1943) was ondergedoken maar werd verraden.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.