Betty Schnadig was geboren in 1882 in Frankfurt am Main. Ze was getrouwd met Bernard Arie Cohen, geboren in Groningen. Bernhard had als roepnaam Pinny. Bernard was van beroep koopman, grossier en had naast een kippenhandel ook een zaak in lompen, oude metalen en een papierwarenfirma..

Betty Cohen-Schnadig

Er werden vier kinderen geboren: Arnold (1904), Anita (1907), Simona Hedda (1912) en Adolf in 1916. De familie bezat verschillende huizen in de omgeving van de Stationsstraat in Groningen. Zelf waren zij woonachtig aan de Stationsstraat 4.

Mevrouw Cohen had regelmatig migraineaanvallen. Bernard, haar man, heeft, naar zeggen, een keer de paardentram, die door de Stationsstraat reed, laten omrijden voor een migraineaanval van zijn vrouw. In mei 1933 vond er in het huis van Cohen in afwezigheid van hemzelf en zijn vrouw een ongeluk plaats waarbij zijn dochter en het dienstmeisje betrokken waren. In verschillende regionale kranten werd over het ongeluk bericht dat voor het dienstmeisje erg slecht afliep. Met het bericht gaf de krant zijn lezers ook een waarschuwing mee.

In de oorlog moest het bedrijf overgedragen worden aan Omnia Treuhandgesellschaft te Arnhem. Voor de overdracht moest 50 cent aan de bezetter betaald worden en 10 cent aan de Kamer van Koophandel. Na overname werd de zaak van de heer Cohen geliquideerd en moest Cohen verhuizen. Het laatst bekende adres van Bernard Arie Cohen en Betty Cohen-Schnadig was Herestraat 98.

In de nacht van 11 op 12 november 1942 werden overal in de provincie Groningen Joden van huis gehaald en via de stad Groningen, waar nog vele stadjers werden toegevoegd aan de groep, werd deze ongeveer 700 personen op die 12e november naar kamp Westerbork overgebracht. Ook Bernard en Betty behoorden tot deze groep.
Ze verbleven een half jaar in kamp Westerbork voordat ze op 18 mei 1943 werden gedeporteerd. Bernard Arie Cohen en zijn vrouw Betty Cohen-Schnadig zijn die dag met meer dan 2500 personen op transport gesteld naar Sobibor. Allemaal werden ze op de dag van aankomst in de gaskamers vermoord. Van hun vier kinderen zijn Adolf en Anita omgekomen in Auschwitz. Arnold en Simona overleefden. Na de oorlog deed Arnold nog tevergeefs navraag naar zijn familieleden.