Elisabeth, ook wel Betje genoemd, was de jongste dochter van Izak Lutraan en Lena Lutraan-Pagrach en zus van David (1920), Rachel (1922) en Gezina (1918). Het gezin woonde in Raalte aan de Stationsstraat (nu nummer 15), de straat waaraan ook de synagoge van Raalte te vinden was. Alleen David heeft van dit gezin de oorlog uiteindelijk overleefd.
Elisabeth Lutraan
- Voornaam
- Elisabeth
- Achternaam
- Lutraan
- Geboortedatum
- 02 augustus 1923
- Geboorteplaats
- Raalte
- Sterfdatum
- 31 januari 1944
- Sterfplaats
- Auschwitz
Het pand aan de Stationsstraat huisvestte behalve de woning van het gezin Lutraan ook de slagerij/slachterij van de familie Lutraan en de woning van Elisabeths opa, oma en twee ongetrouwde tantes. Izak was slager, ook zijn vader, de opa van Elisabeth, was altijd slachter geweest. Opa overleed in 1940, maar zijn vrouw Rachel, de oma van Elisabeth, woonde ook daarna nog in hetzelfde pand. De oude vrouw, geboren in 1851, werd verzorgd door haar dochters. David, de broer van Elisabeth werkte mee in de slagerij. Gezina, de oudste zus van Elisabeth, was getrouwd met Joseph Walvisch en woonde met hem in Amsterdam. Zus Rachel was doofstom en verbleef ook in Amsterdam waar ze een opleiding volgde aan de dovenschool.
Elisabeth (rechts) met broers en zussen
Het meisje, dat door mensen die haar gekend hebben als vriendelijk en rustig werd omschreven, is met het echtpaar Leeser begin april 1943, toen het verblijf van Joden in verschillende provincies werd verboden, naar kamp Vught gebracht
Elisabeth was vanaf 1941 als dienstmeisje werkzaam bij de familie De Haas in Wierden. Simon Bertus de Haas en zijn vrouw Helena de Bruin hadden het huis aan de Stationsstraat 29 in Wierden zelf laten bouwen in 1937. In 1938 werd hun dochter Carla geboren.
Simon had samen met zijn vader Lion aan de Kerkstraat 32 een olie- en vetfabriekje dat De Kroon heette. Lion de Haas was het fabriekje in 1906 gestart. Er werden voornamelijk olie en smeersels aan boeren verkocht die er hun machines mee invetten. Elisabeth werkte bij het jonge gezin en woonde ook in bij de familie, tot het moment dat zij besloten onder te duiken. Het echtpaar De Haas werd later opgepakt, weggevoerd en vermoord. Alleen dochter Carla, die op een ander onderduikadres verbleef, overleefde.
Elisabeth heeft na het vertrek van het gezin De Haas nog enkele maanden gewerkt en gewoond bij het oudere Joodse echtpaar Leeser aan de Appelhofstraat in Wierden. Het meisje, dat door mensen die haar gekend hebben als vriendelijk en rustig werd omschreven, is met het echtpaar Leeser begin april 1943, toen het verblijf van Joden in verschillende provincies, waaronder ook Overijssel, werd verboden, naar kamp Vught gebracht.
Elisabeth en ook haar zus Rachel zijn op 9 april 1943 in kamp Vught geregistreerd en hebben daar waarschijnlijk in de textiel gewerkt. Hun vader, moeder en broer David waren precies 2 maanden daarvoor op transport gegaan vanuit kamp Westerbork naar Auschwitz. Izak en Lena zijn er direct na aankomst vermoord. David overleefde verschillende kampen en de dodenmarsen, keerde terug in Raalte en overleed in 1999. Elisabeth werd, waarschijnlijk zonder dat zelf geweten te hebben, tijdens haar verblijf in Vught tante. Haar zus Gezina was zwanger toen zij met haar man in Westerbork aankwam en beviel er op 25 juni 1943 van dochter Rosetta. Twee maanden later volgde voor dit jonge gezin transport naar Auschwitz waar alle drie werden vermoord. Oma Rachel, 91 jaar oud, werd in 1943 in Sobibor vermoord en ook de twee dochters die haar hadden verzorgd, Henriette en Vrouwtje Lutraan, keerden nooit meer terug.
Met het ‘textieltransport’ van 15 november 1943 zijn Elisabeth en haar zus Rachel met in totaal 1149 personen rechtstreeks naar Auschwitz gebracht. Daar zijn de vrouwen eerst ondergebracht in het quarantaineblock. Volgens overlevenden waren er van deze groep 7 weken later nog maar enkelen in leven. De sterfdatum van zowel Elisabeth als Rachel is 31 januari 1944, Auschwitz. Elisabeth was 20 jaar toen ze werd vermoord.
In Raalte zijn voor de familie Lutraan struikelstenen gelegd. Voor Elisabeth is er een steen geplaatst in Wierden, haar laatste woonplaats.