Benjamin van Thijn was na Bertus Mos de best geklede keeper van WVV.’ Het compliment zal Van Thijn, die inderdaad altijd op-en-top als heer door het leven ging, gestreeld hebben. Zijn kwaliteiten als keeper relativeerde hij, zoals in deze nieuwjaarswens voor 1934 in de WVV’er: ‘Een keeper, die menig houdbaar balletje liet gaan, biedt thans zijn excusus en gelukwenschen aan.’ Er zijn vele herinneringen aan Benjamin van Thijn (‘Ben’, ‘Mickey’ voor WVV’ers) overgeleverd, uitsluitend dierbare herinneringen aan een serieus en humoristisch mens, een onbaatzuchtig man met een hart van goud. Ben heeft vele vrienden gemaakt in WVV en hij koesterde zijn vrienden, ook in de jaren toen hij ver van Winschoten woonde; zijn vrienden hebben op hun beurt de herinnering aan Ben hoog gehouden tot ver na zijn dood.
Op de elftalfoto op de onderste rij met witte trui en bal is Benjamin van Thijn te zien
Benjamin van Thijn
- Voornaam
- Benjamin
- Achternaam
- Van Thijn
- Geboortedatum
- 11 november 1905
- Geboorteplaats
- Meppel
- Sterfdatum
- 24 september 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Het wel en wee van zijn club lag Van Thijn na aan het hart. Van Thijns inspanningen voor een hernieuwde uitgave van het clubblad droegen bij aan de opleving van de club in de vroege jaren dertig. Op 1 augustus 1931 verscheen het eerste nummer, Van Thijn was hoofdredacteur en zou dit – met korte onderbrekingen wegens ziekte – zo’n vier jaar blijven. Ben schreef graag en de club waardeerde zijn bijdragen. Vele ‘redactionelen’ typte hij, waarin hij nooit moe werd het moreel van ‘zijn club’ op te peppen.
Een populair type bijdragen in die jaren waren de verzen op rijm. Temidden van de wedstrijdverslagen, de bestuursmededelingen en andere serieuze kopij boden de verzen bij uitstek de gelegenheid voor amusement en voor het beminnelijk plagen en karakteriseren van clubleden. Ben beheerste dit genre.
Soms verschafte hij zich listiglijk toegang tot bij de plaats waar de schrijfmachine van zijn slachtoffer onder de kap rustte en bleef er wachten tot de kap opgeslagen, de delinquent er achter gezeten en het epistel gered was. Een WVV’er schreef later dat er een tijd was geweest in Winschoten, ‘waarin WVV’ers, die het iets verder gebracht hebben dan de lagere school, des avonds niet op straat durfden te verschijnen uit vrees de hoofdredacteur van ons clubblad tegen het lijf te lopen’.
Ben woonde nog thuis toen hij in de eerste helft van de jaren twintig lid werd van WVV. Zijn vader Benzion van Thijn had een kruideniers- en snoepwinkeltje naast Hotel Dommering in Winschoten. Het gezin woonde in de Noorderstraat. Ben werd wolkoopman en hield genoeg tijd over voor WVV en voor de Winschoter Joodse Jeugdgroep. De ouderlijke woning werd rond 1930 ingeruild voor Binnenvenne 44a.
Hij trouwde - betrekkelijk laat – in april 1935 met Sara Polack.
Het stel zag kennelijk een betere toekomst voor het wolbedrijf buiten Winschoten, want nog geen drie maanden later verhuisden ze naar de Maasstraat in Amsterdam. Vervolgens ging het nog naar Soestdijk, maar in 1939 was Van Thijn weer terug in Winschoten. Het moet hem goed zijn gegaan, want het gezin – inmiddels uitgebreid met zoon Louis en dochter Marina - betrok een fraai pand aan de Oudewerfslaan 6.
Zijn kwaliteiten als keeper relativeerde hij, zoals in deze nieuwjaarswens voor 1934 in de WVV’er: ‘Een keeper, die menig houdbaar balletje liet gaan, biedt thans zijn excusus en gelukwenschen aan.’
Ben hernam zijn lidmaatschap van WVV en was tot in 1941 als vanouds actief voor de vereniging.
Hij zag als zovelen de donkere wolken boven het continent samentrekken in 1939, maar wilde er zijn voetbalvrienden niet mee vermoeien. In september 1941 verbood de Duitse bezetter Joden de toegang tot de sportvelden. Ruim een maand later werden Joden in Nederland gedwongen hun lidmaatschap van sportverenigingen op te zeggen, ofwel werden zij door hun verenigingen geroyeerd, al dan niet met teruggave van teveel betaalde contributie voor het jaar ’41. Hoe WVV met deze maatregelen van de bezetter is omgegaan en wat dit betekende voor de Joodse WVV-leden weten wij niet.
Het is Willy Landré’s herinnering uit 1946 aan Van Thijn, waarin het Joodse isolement en de houding van de niet-Joodse WVV’ers hiertegenover een heel klein beetje zichtbaar wordt: ‘Toen in de bezettingstijd de moffen en NSB-ers steeds meer achter de Joden aanzaten, trok Ben zich van z’n christen-vrienden terug. Ik merkte dat hij me ontliep en hield hem op straat aan: ‘Zeg eens, waarom kom je nooit meer aan?’ ‘Och, Willy, jullie worden er op aangekeken als je met ons omgaat. Je zou er last door kunnen krijgen en dat mag niet’.
Tussen 3 en 5 oktober 1942 werd het hele gezin van Benjamin van Thijn naar kamp Westerbork gedeporteerd. Het gezin verbleef daar een jaar. Echtgenote Eva was zwanger en beviel nog in Westerbork van een tweede dochter, Heleen Judith, geboren op 2 mei 1943. Het transport naar Auschwitz vond plaats op 21 september 1943. Direct na aankomst in het vernietigingskamp drie dagen later werd het hele gezin omgebracht.
Benjamin van Thijn werd 37 jaar oud. Zijn vrouw Sara was 31, zijn kinderen Louis, Marina en Heleen waren respectievelijk 7, 5 en 0 jaar oud.