Benjamin Bloemendal

Benjamin Bloemendal werd op 11 december 1927 geboren aan de Vechtstraat 39 in Amsterdam. Hij was de zoon van Saartje Bloemendal (1905) en zeer waarschijnlijk ook de zoon van Mozes de Vries. Mozes heeft hem officieel nooit als zoon erkend en vandaar kreeg hij de achternaam van zijn moeder. Nadat Saartje en Mozes in 1930 trouwden kreeg Benjamin er twee zusjes bij, Betje (1932) en Sophie (1942). Het laatst bekende adres van het gezin is Vechtstraat 23 in Amsterdam.

Babyfoto van Benjamin

Grote foto: Benjamin in 1937

Benjamin Bloemendal

Voornaam
Benjamin
Achternaam
Bloemendal
Geboortedatum
11 december 1927
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
28 februari 1945
Sterfplaats
Midden-Europa

Zeer waarschijnlijk dook het gezin onder tijdens de oorlog. Op 10 juli 1943 kwamen Benjamin, zijn ouders en zusjes aan in kamp Westerbork met een transport van in totaal 94 strafgevallen uit Amsterdam. Ze werden geplaatst in barak 67, de strafbarak. Zoals gebruikelijk met strafgevallen moest het gezin met het eerstvolgende transport weer vertrekken uit het kamp en dat was met de trein die drie dagen later, op 13 juli, vertrok naar Sobibor. De namen van Mozes, Saartje, Betje en Sophie staan op de transportlijst van die dag. Alle vier zijn op de dag van aankomst, 16 juli 1943, in de gaskamers van Sobibor vermoord.

De naam van Benjamin ontbrak op de transportlijst. Als 15-jarige bleef hij achter in Westerbork. Omdat hij niet erkend was door zijn vader kon de afstamming van slechts twee Joodse grootouders worden aangetoond. Daarmee was Benjamin wellicht half-Joods en dat moest verder uitgezocht worden in verband met een mogelijke vrijstelling.

Via familie in Amsterdam had Benjamin contact met het kantoor van Calmeyer i.v.m. afstammingsonderzoek. Benjamin onderhield een briefwisseling met zijn nicht Reina Elkenbout. Zij fungeerde als postbode tussen Benjamin en zijn advocaat. Hij wilde het feit dat zijn vader hem nooit erkend had gebruiken om in de categorie G.1 te vallen, een categorie waarin je als half-Jood voorlopig vrijgesteld zou zijn. In het begin had Benjamin er alle vertrouwen in dat dit zou gaan lukken. Op 11 juli 1943, de dag na aankomst in Westerbork, ging er een verzoek uit naar zijn oudoom Joseph Bloemendal (oom Joop) met de vraag of het huis aan de Vechtstraat vrijgehouden kon worden. Na terugkomst uit Westerbork wilde Benjamin daar weer gaan wonen.

1937, Benjamin met zijn zusje

Hij heeft in zijn tijd in het kamp veel familie binnen zien komen in Westerbork. Familie die hij heeft zien aankomen, maar ook weer zien vertrekken, zo blijkt uit de brieven.

De maand daarop volgde een uitgebreide briefwisseling met de heer Korthoff die advocaat was. Benjamin wilde dat die bij dr. Calmeyer, een Duits jurist in Nederland die besliste over Joodse afstamming en registratie, een herziening zou bepleiten. Korthoff berichte Benjamin dat hij meer bewijs moest hebben en wilde dat Benjamin naar Amsterdam zou komen voor bloedonderzoek. De kampleiding wilde hem echter pas laten gaan wanneer de beslissing over zijn afstamming zou zijn gevallen. Een onhaalbaar traject natuurlijk.

Benjamin woonde intussen in barak 21, een barak voor jongeren. Hij heeft in zijn tijd in het kamp veel familie binnen zien komen in Westerbork. Familie die hij heeft zien aankomen, maar ook weer zien vertrekken, zo blijkt uit de brieven. In de eerste periode in Westerbork lukte het nicht Reini nog Benjamin te schrijven. Maar na acht maanden was er nog steeds geen goed nieuws voor hem en durfde ze dat niet meer.

Op 4 maart 1944 schreef Benjamin haar een brief waarin hij het voornamelijk had over andere familieleden en hoe die via zijn advocaat gered zouden kunnen worden. De brief is getypt op Duits postpapier met daarop de waarschuwing om op de lijntjes te schrijven. Drie weken later schreef hij nog een brief. Deze was dringender van toon en lijkt in haast geschreven. Benjamin vroeg om kleren en eten, het was koud en het eten in Westerbork was blijkbaar niet voldoende. Hij leek nog steeds te verwachten dat hij elk moment kon worden vrijgelaten. Het bleek achteraf zijn laatste brief te zijn. Benjamin werd een week later, op 5 april 1944, op transport gesteld.

Vanwege zijn afstamming ging hij niet naar Auschwitz, maar naar Theresienstadt. Enkele maanden verbleef hij in dit kamp, maar bij de ontruimingstransporten dat najaar ging Benjamin net als vele anderen toch nog naar Auschwitz. Zijn oom Joop, die inmiddels ook was opgepakt en nog voor Benjamin in Theresienstadt terecht was gekomen, ging met hetzelfde transport.
Benjamin is in Auschwitz geselecteerd als gevangene. Waarschijnlijk is hij bij de ontruimingstransporten uit het kamp vertrokken en daarna omgekomen. Zijn sterfdatum is later vastgesteld als zijnde 28 februari 1945, Midden-Europa.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.