Benjamin Gokkes werd op 6 augustus 1905 in Amsterdam geboren als jongste kind van David Gokkes (Blokzijl, 20 april 1862 – Amsterdam, 27 augustus 1931) en Rachel Rimini (Amsterdam, 22 februari 1864 – Amsterdam, 22 augustus 1934). Vader David was handelaar in oud ijzer, en venter, moeder Rachel had geen beroep. Ze woonden op de Plantage Muidergracht, nummer 51 II. Beide ouders waren eerder getrouwd geweest; hun partners waren overleden. Rachel had twee kinderen uit haar eerste huwelijk met Jacob Ritmeester (1823 – 1892): Jechiël Ritmeester (1884-1933, vrouw en dochter vermoord in de kampen), en Rebecca Ritmeester (1885 – 1943 vermoord in Sobibor met man en een zoon).
Ben Gokkes
- Voornaam
- Benjamin
- Achternaam
- Gokkes
- Geboortedatum
- 06 augustus 1905
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 08 maart 1943
- Sterfplaats
- Neukirch
De kinderen van David en Rachel Gokkes waren behalve Benjamin:
- Jacob (20 februari 1896 – 27 januari 1945, Golleschau, Polen. Vrouw en dochter overleefden). Jacob was van beroep metaalhandelaar. Hij werd in 1945 op ziekentransport gesteld per trein in Polen, waar hij van kou en honger omkwam. Omdat Jacob zo zwak was, wilde zijn zoon David (21 jaar) bij hem blijven, maar Jacob wees dat af omdat hij dacht dat de zieken doodgeschoten zouden worden. Daarom ging David op looptransport. Hij was verzwakt en bezweek door uitputting.
- Simon Gokkes (21 maart 1897 – 5 februari 1943, Auschwitz met vrouw en twee kinderen). Simon was een bekend musicus, koordirigent in de synagoge aan de Jacob Obrechtstraat, en leraar aan het Amsterdams conservatorium.
- Joseph Gokkes (26 november 1898 – 20 september 1938 te Berchem, Antwerpen) vrouw en dochter werden vermoord in de kampen
- Esther Gokkes (9 juni 1900 – 9 april 1906)
Benjamin bezocht de lagere school in Amsterdam, en daarna het Barlaeus Gymnasium. Op 23 juli 1924 werd hij gekeurd voor de militaire dienst, en al werd hij ondanks platvoeten en bijziendheid geschikt verklaard voor de dienst, kreeg hij vrijstelling wegens broederdienst, en werd hij Buitengewoon Dienstplichtig.
Na het gymnasium studeerde hij Romaanse Talen en Letterkunde aan de universiteit van Amsterdam. Op 6 november 1928 deed hij zijn kandidaatsexamen, en op 2 juni 1931 slaagde hij cum laude voor het doctoraalexamen Frans en Italiaans. Al tijdens zijn studie schreef hij artikelen in het Centraal Blad voor Israëlieten in Nederland, onder andere over synagogen in Parijs, geschreven in 1927, waaruit dit twee kleine stukjes zijn, die laten zien dat hij een flinke dosis humor bezat.
"Volledig gaf hij zich aan zijn onderwijstaak, aanvurend door zijn voorbeeld, opwekkend door zijn alles doorbrekende humor. Zo zullen er in de jaren 1932 tot 1940 weinig scholen geweest zijn waar het Frans zo voortreffelijk gedoceerd werd als aan het Bredase Gymnasium."
Verder schreef hij over Jeruzalem, de gebouwen en bezienswaardigheden daar, en over de dichterlijke visies op de figuur van Menasseh ben Israël.
Op 15 december 1931 werd Ben benoemd tot leraar aan de Kweekschool voor onderwijzers te Gorinchem. In het Algemeen Dagblad van 28 september 1932 lezen we dat hij is benoemd tot leraar in de Franse taal aan het Stedelijk Gymnasium te Breda, waar hij op 1 november 1932 startte. Hij gaf ook enkele uren Frans aan de Rijks HBS te Breda. Zijn collega Dr. J.P. Bakker, docent Aardrijkskunde, schreef na de oorlog in een in memoriam over Ben Gokkes:
"Hij was het type van de fijne jood. Wetenschappelijk zeer begaafd, volkomen eerlijk bij het vaststellen van zijn oordeel, uiterst consciëntieus, soms tot op het aarzelende af. Volledig gaf hij zich aan zijn onderwijstaak, aanvurend door zijn voorbeeld, opwekkend door zijn alles doorbrekende humor. Zo zullen er in de jaren 1932 tot 1940 weinig scholen geweest zijn waar het Frans zo voortreffelijk gedoceerd werd als aan het Bredase Gymnasium."
(uit: Marijke Bus en Davy Velleman: Het gedroomde leven, abrupt voorbij. Een kroniek van het joods lagere schooltje en het Joodsch Lyceum)
In zijn Bredase tijd werkte hij nog aan zijn dissertatie, eerst over de grammaticus Nicolas Beausée, maar dit geconcentreerde onderzoek was moeilijk te combineren met zijn taak als leraar. Zijn plannen voor een nieuw onderwerp konden niet meer gerealiseerd worden. Wel leverde hij nog enkele artikelen voor het tijdschrift Levende Talen.
Op 8 augustus 1933 trouwde Ben met Eva de Bock in Amsterdam, zowel voor de burgerlijke stand als in de nieuwe Snoge. Eva was op 24 augustus 1904 geboren in Amsterdam. Haar ouders waren Isaac Bokkie (1876 - ?), een schoenmaker, en Hanna Stuiver (1879 – 13 november 1942 Auschwitz).
Collega Bakker schreef: "Hun gezinsleven was gelukkig, waarbij zijn vrouw hem vooral naar de praktische kant aanvulde. Uit piëteit voor zijn moeder werden aanvankelijk enkele gebruiken in ere hersteld, wat geleidelijk tot een diepere vroomheid evolueerde."
In de Staatscourant van 20 juni 1935 lezen we dat Eva haar achternaam officieel heeft veranderd van Bokkie naar De Bock.
Vlak na het huwelijk verhuisden Ben en Eva naar Breda en tot 10 november 1942 stonden zij ingeschreven op het adres Loopschansstraat 34 aldaar. Op 5 augustus 1938 werd hun zoon, David Jacques Andre Gokkes geboren, in Amsterdam.
In het voorjaar van 1942, toen de bezetter aankondigde dat Joodse kinderen en leraren niet langer naar school mochten, werd in Den Bosch het Joods Lyceum geopend, waar Joodse scholieren uit Noord-Brabant, Limburg en de Bommelerwaard verplicht waren lessen te volgen. Ben Gokkes werd rector van deze school, en doceerde daar ook Frans. Al snel bleven leerlingen en leraren weg: ze werden opgepakt en doorgestuurd, of doken onder. Ben poogde zijn personeel te vrijwaren van tewerkstelling in Duitsland, zo lezen we in een brief van 21 juli 1942 aan de burgemeester van Den Bosch, maar tevergeefs, het verzoek werd afgewezen.
In een andere brief aan de burgemeester lezen we dat de docent Frans, S. Hirschel, een volledige baan aangeboden had gekregen aan de Joodse HBS in Amsterdam, maar dat Gokkes deze leerkracht in Den Bosch niet kon missen. Als compromis stelt hij voor dat Hirschel deels in Amsterdam, deels in Den Bosch werkt en “en de overige lesuren welke hij te Amsterdam niet kan waarnemen, ben ik bereid waar te nemen, waardoor ik slechts 2 ochtenden afwezig behoef te zijn”.
In zijn laatste brief aan de burgemeester, op 28 september 1942, verzoekt hij deze een amanuensis te mogen aanstellen. Op de website Bossche-Encyclopedie.nl lezen we dat de NSB burgemeester van Den Bosch, Baron Sloet tot Everloo, die zich niet bovenmatig inspande voor gewone Joden, maar voor een enkeling nog wel wat wilde proberen, heeft gepoogd om Ben Gokkes, opperrabbijn Heertjes en dokter Salomon Diamant op de Barneveldlijst te krijgen, maar tevergeefs, dat lukte niet.
Zolang Ben in functie was als rector hadden hij en Eva een sperre, maar na een grote razzia in het hele land op 2 oktober 1942 werd op maandag 5 oktober de school gesloten en moesten ook zij onderduiken. Voor hun zoontje David werd een ander onderduikadres gevonden, en hij overleefde de oorlog. Na de oorlog werd hij door de broer van Eva, David de Bock, en diens vrouw Jeanette (Nettie) Levie geadopteerd en kreeg hij de achternaam De Bock. Hij overleed in 2016.
Van de 104 leerlingen die de school bezochten, werden 45 vermoord in de kampen, en van de 31 kinderen van de Joodse lagere school in Den Bosch, die in de Bossche synagoge was ondergebracht, overleefden slechts 10.
Leraren en leerlingen van het Joods Lyceum in Den Bosch. Ben Gokkes zit in het midden, met wit pochet.
Door verraad kwamen Ben en Eva in handen van de SD en werden ze naar Westerbork gebracht. Eva is op daar 11 december 1942 aangekomen en op 12 december op transport naar Auschwitz gezet waar zij bij aankomst op 15 december werd vermoord.
Ben kwam ruim een maand eerder, op 7 november 1942, via kamp Amersfoort aan in Westerbork. Op zijn Joodse Raad kaart kunnen we zien dat er pogingen in het werk zijn gesteld om hem te vrijwaren van transport (er staat: intervenieer op verz. v.d. Laan, oproep doorgeven maar niets aan te doen aangezien S=geval). De rode S betekent Straf, en die straf hield verband met het onderduiken. Ben werd op 10 november 1942 op transport naar Auschwitz gesteld, maar werd samen met 179 mannen bij Kosel uit de trein gehaald en vandaar naar kamp Neukirch gebracht waar hij dwangarbeid heeft moeten verrichten. Benjamin Gokkes heeft daar gevangen gezeten tot hij op 8 maart 1943 stierf.
Kamp Neukirch was een werkkamp dicht bij de voormalige stad Breslau, nu Wroclaw. In dit kamp is een aantal Nederlandse Joodse mannen gestorven die behoorden tot deze zogenaamde Kosel groep.
De mannen die zijn gestorven in kamp Neukirch liggen begraven op de Joodse begraafplaats aan de Flughafenstrasse 54 in Breslau, nu ul Ltonicza, in Wroclaw. Op de begraafplaats bevindt zich op veld 24 het massagraf. Er is geen monument of gedenkteken bij het graf aanwezig. De Oorlogsgravenstichting heeft deze Joodse begraafplaats in Wroclaw bezocht en de situatie ter plekke bekeken. De conclusie is dat het op dit moment niet raadzaam is over te gaan tot het plaatsen van een monument.
Brief van rector Gokkes aan de vader van Robert de Winter uit Tiel, over een taak wiskunde die Robert had gekregen, en waaraan hij in de vakantie zou kunnen werken, uitsluitend om stof in te halen. (“behoeft hij niet naar te vinden”) Robert, 14 jaar oud, zou nog geen jaar later, op 11 juni 1943, in Sobibor worden vermoord, evenals zijn ouders en enige broer.