Barend Scheffer werd geboren op 19 augustus 1922 in Amsterdam aan het Nieuwe Grachtje 8. Na het overlijden van zijn vader in 1930 ging hij wonen in het Joodse jongensweeshuis in de stad. Op zijn zestiende kreeg hij een baan als magazijnbediende en ging hij weer bij zijn moeder wonen aan de Hofmeyerstraat 37 in Amsterdam. Op 20 juli 1942 trouwde Barend met Esther Appel. Zij was 4 jaar ouder dan de toen 19-jarige Barend. Het echtpaar ging wonen aan de Nieuwe Prinsengracht 52 in Amsterdam.
Barend Scheffer
- Voornaam
- Barend
- Achternaam
- Scheffer
- Geboortedatum
- 19 augustus 1922
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 31 mei 1945
- Sterfplaats
- Bergen Belsen
Barend Scheffer hoorde bij een groep van 49 Joodse mannen uit Amsterdam die naar Ellecom in Gelderland werden gestuurd samen met een groep uit Rotterdam en een groep uit Den Haag. De in totaal 139 mannen werden ondergebracht in een geblindeerde villa, villa Irene, vlak bij het landgoed Avegoor. Hier was vanaf maart 1941 een opleidingsschool voor de Nederlandse SS. Groepen van steeds ongeveer 100 mannen werden er opgeleid voor de SS en leerden over de Germaanse idealen. Toen er plannen waren voor een sportterrein bij de opleidingsschool besloot men hiervoor Joodse mannen in te zetten. De SS’ers in opleiding konden zodoende meteen leren hoe om te gaan met Joodse gevangenen. De spullen van de mannen werden afgenomen en ze kregen dunne oude kleren aan. Ze moesten een voorgedrukt briefje aan hun familie sturen, waarin stond dat ze het goed maakten en ook goed verzorgd werden.
In de villa waren kleine kamertjes waarin zoveel mogelijk gevangenen werden geperst. Overdag moesten de mannen werken aan de bouw van een sporthal. In hoog tempo sleepten de mannen met zware stenen en andere materialen terwijl de SS’ers voortdurend met zwepen en knuppels op hen insloegen. De gevangen werden ook ingezet als tegenstander van een Duitse beroepsbokser die op Avegoor was. Voordat de mannen ’s ochtends naar het werk gingen kregen ze een sneetje brood voor de hele dag.
Wanneer bewakers vonden dat ze niet hard genoeg werkten dan schoot dat er zelfs vaak bij in. Soms kregen ze dagenlang niets te eten. Na 6 weken werden er 36 doodzieke mannen naar het ziekenhuis gebracht en in de 5 weken erna werkten de andere 103 mannen verder aan het voltooien van de bouw van de sporthal. Drie mannen zijn in het kamp omgekomen tijdens de 11 weken dat de groep in Ellecom verbleef. Voor het huis waar de Joodse mannen destijds verbleven, is na de oorlog een monument geplaatst.
Ze moesten een voorgedrukt briefje aan hun familie sturen, waarin stond dat ze het goed maakten en ook goed verzorgd werden.
Op 21 november werden de overgebleven 136 mannen naar kamp Westerbork overgebracht. Bij aankomst in kamp Westerbork werden de vrouwen weggestuurd van de plek waar de trein stopte, omdat dit volgens de chef van de registratie zo’n erg transport was dat het beter was dat er geen vrouwen aan meewerkten. Ooggetuigen vertellen dat het leek alsof er lopende geraamten het kamp binnenkwamen. De mannen zagen er verschrikkelijk uit. Gemiddeld wogen ze nog maar 35 kilo. Ze vochten om een kopje pap.
Honderd van hen zijn direct opgenomen in het ziekenhuis van het kamp en daar stierven in de weken erna nog 12 mannen door uitputting. Barend Scheffer is in kamp Westerbork terecht gekomen bij de Ordedienst van het kamp. De OD, een soort kamppolitie van mannen die ook zelf gevangene waren, was verantwoordelijk voor een ordelijke gang van zaken in het kamp. Door veel kampgevangenen werden de OD’ers gezien als helpers van de nazi’s, omdat zij ook in uniform en kaplaarzen door het kamp gingen.
Verzoek aan Centraal Magazijn om dienstmutsen voor OD'ers waaronder Barend Scheffer.
Kampcommandant Gemmeker had de groep uit Ellecom toegezegd dat ze niet naar het Oosten zouden gaan, maar uiteindelijk zijn vrijwel alle mannen toch gedeporteerd. Barend Scheffer is vanwege zijn werk bij de OD in het kamp niet naar Auschwitz of Sobibor gedeporteerd, maar naar Theresienstadt. Op 18 januari 1944 is hij met zijn vrouw, Esther Appel, die in april 1943 was opgepakt, op transport gegaan. Na een verblijf van enkele maanden in Theresienstadt moesten Barend en Esther op 16 mei 1944 op transport vanuit Theresienstadt naar Auschwitz. Weer enkele maanden later volgdevoor Barend transport van Auschwitz naar het kamp Schwarzheide en vandaar op 23 februari naar Bergen Belsen. Esther Scheffer was in datzelfde kamp terechtgekomen en kwam daar enkele dagen voordat het kamp werd bevrijd (15 april 1945) om het leven. Barend Scheffer stierf door uitputting na de bevrijding van het kamp. Zijn sterfdatum is 31 mei 1945.