Arnold Louis (Nol) Swartberg is geboren op 4 maart 1919 in Rotterdam. Het gezin woonde op de Beukelsdijk 33a. Nol was de middelste van de drie zonen van Leon en Rika Swartberg-Schelvis. Toen Nol vijf was, verhuisde de familie naar de Dalweg 3 in Hilversum.
Foto links: www.joodsmonument.nl
Arnold Louis (Nol) Swartberg
- Voornaam
- Arnold Louis (Nol)
- Achternaam
- Swartberg
- Geboortedatum
- 04 maart 1919
- Geboorteplaats
- Rotterdam
- Sterfdatum
- 30 september 1943
- Sterfplaats
- Auschwitz
Joop, Frans, vader Leon, Nol en moeder Rika. (Uit het boek: Mooie Mensen - Johan van Gelder)
Het gezin Swartberg bestond uit vader Lion (Leon) Swartberg (1886-1964), moeder Hendrika (Rika) Swartberg-Schelvis (1882-1953) en hun drie zonen Josef (Joop), geboren in 1917, Arnold Louis (Nol) uit 1919 en de jongste Francis Barend (Frans), geboren in 1923. De jongens zijn alle drie in Rotterdam geboren.
Vader Leon was, samen met zijn broer en hun neef, directeur van de N.V. Joz. Swartberg Handelsmij. In 1924 verhuisde het gezin naar Hilversum, waar ze gingen wonen aan de Dalweg 3, een twee-onder-één-kap-woning.
Joop, Nol en Frans. (Uit privé-collectie)
De Bar Mitswa van Nol werd gevierd op 12 maart 1932.
De broers haalden alle drie hun HBS-diploma, Joop in 1934, Nol in 1936 en Frans in 1941.
Volgens het Militieregister van het Noord-Hollands Archief was de oudste van de broers Joop geschikt voor militaire dienst. Hij staat daar geregistreerd als ‘2e jaarsstudent scheikunde’ en ‘wisk. cijfers: 7-7-7’. Joop ging in 1937 in dienst.
Nol werd in 1939 gekeurd. Bij zijn beroep staat: ‘Kantoorbediende. Handelskantoor’.
Hij was in december 1937 vrijgesteld ‘wegens broederdienst’, maar dit werd in augustus 1938 ‘vervallen verklaard’. Op zijn kaart staat handgeschreven: ‘wil liever dienen’.
Nol kwam in 1938 in dienst en werd per maart 1939 overgeplaatst naar het 1e regiment wielrijdersploeg. Per 1 februari 1940 werd hij ‘wegens gebreken’ ontslagen.
Frans kwam niet in dienst, hij behaalde zijn HBS-diploma in 1941, het tweede oorlogsjaar.
Op 14 september volgde zijn transport naar Auschwitz. Daar werd hij tewerkgesteld.
Joop overleed aan het begin van de oorlog, op 19 december 1940, aan de gevolgen van een longontsteking. Ook Nol en Frans overleefden de oorlog niet. Hun ouders Leon en Rika konden door onder te duiken de oorlog overleven.
Nol kwam op 11 september 1942 aan in kamp Westerbork. Zijn voorgeschiedenis is niet bekend. Op zijn kaart staat als laatste woonadres genoteerd: Dintelstraat 43 te Amsterdam. Op 14 september volgde zijn transport naar Auschwitz. Daar werd hij tewerkgesteld. Iets meer dan een jaar later, op 30 september 1943, is Nol omgekomen. Arnold Louis Swartberg is 24 jaar geworden.
Frans had als laatste woonadres Kuinrestraat 34, Amsterdam. Onbekend is of hij daar was ondergedoken. Wel bekend is dat hij op 15 februari 1943 is gearresteerd op het station van Kampen. Hieronder een beschrijving van het verraad waardoor hij en zijn medepassagier Elias Jacob Polak (1918) het leven lieten.
Beiden werden na hun arrestatie overgedragen aan de SD in Arnhem en vandaaruit overgebracht naar kamp Westerbork. op 2 maart 1943 zijn de jongens naar Sobibor getransporteerd en daar 3 dagen later, op 5 maart 1943 vermoord.
Francis Barend Swartberg is 19 jaar geworden.
https://www.hetkamperlijntje.nl/historie-van-kampen-naar-zwolle/aanleg-opening/1940-1950
Verraad
Op 15 februari 1943 stapten op het Kamper station drie jongemannen uit de trein, op weg naar de nieuwe Noord Oost Polder, toen ook wel Nationaal Onderduik Paradijs genoemd. Zij reisden met valse identiteitsbewijzen onder de namen Windgassen, Hinfelaar en Koole. Om te kunnen onderduiken werden ze geholpen door Feije Haadsma, destijds werkzaam op het Rijksarbeidsbureau voor de Noordoostpolder aan de Oudestraat 114 (voormalige woning van het op 18 november 1942 gedeporteerde Joodse echtpaar Rudelsheim-Blits) en belast met het de transporten van arbeiders naar de polder. De drie mannen probeerden zo onder de Arbeitseinsatz in Duitsland uit te komen.
Eeije Haadsma had echter besloten, om niet op te vallen bij de bezetters dat hij onderduikers hielp, ditmaal deze drie mannen aan te geven bij de Duitsers. Hij ging naar Johan Boesveld, een fanatiek vervolger van Joden en onderduikers, opperluitenant van Kampen, om hem over hun komst te informeren hoewel hij wist wat hen te wachten stond. Boesveld gaf zijn ondergeschikten een briefje met hun namen, maar hield zelf ook een oogje in het zeil om te zien of zij de controle op persoonsbewijzen op het station wel naar behoren uitvoerden en geen loopje namen met de regels van de nazi’s. De dienders hadden al snel beet en arresteerden de net uitgestapte drie mannen en namen hen mee naar het politiebureau aan de Buiten Nieuwstraat 2.
Windgassen bleek geen landarbeider maar student te zijn en hij was Ariër (niet Joods). De andere twee mannen waren echter van Joodse afkomst en dus vogelvrij in het bezette Nederland. Hinfelaar heette in werkelijkheid Elias Jacob Polak en was 24 jaar oud en Koole was de 19-jarige Francis Barend Swartberg. Ze werden de volgende dag door de Kamper politie overgedragen aan de SD in Arnhem en vandaar doorgezonden naar Kamp Westerbork. Op 2 maart 1943 vertrok vandaar voor het eerst een trein (opmerkelijk genoeg een passagierstrein) met beide mannen naar Sobibor. Hier werden ze beide op 5 maart 1943, nog geen drie weken na hun arrestatie op het Kamper station, vermoord.
Na de oorlog gaven Leon en Rika Swartberg-Schelvis hun huis aan de Dalweg 3 in Hilversum de naam JoNolFra, naar hun overleden zonen.
Op de stoep voor het huis zijn twee Stolpersteine geplaatst.