Andries de Jong is geboren in Amsterdam op 1 januari 1896. Hij studeerde aan de academie voor lichamelijke opvoeding . Vanaf 1915 was hij gymleraar aan verschillende scholen in Amsterdam. In 1922 kreeg hij een tijdelijke aanstelling aan het HBS (nu het A. Roland Holst College) ter vervanging van een zieke docent. In 1932 kreeg hij een vaste aanstelling als gymleraar aan de HBS. Andries de Jong had jarenlang zitting in de examencommissie om de akte van M.O lichamelijke opvoeding te krijgen. Andries heeft op verschillende adressen in Hilversum gewoond. Allereerst woonde Andries aan de Leeuwenstraat 33. Op 20 januari 1930 verhuisde hij naar de Koekoekstraat 16. Op 16 december 1936 trouwde Andries in Amsterdam met Alice Philippe Berlijn (Amsterdam, 11 juni 1916) en met haar woonde hij aan de Trompenbergerweg 18 waar ook zoon Rob geboren werd op 31 oktober 1938. Het laatste adres in Hilversum was Utrechtseweg 245.

Andries de Jong

Op 15 mei 1940 probeerde hij samen met zijn vrouw en zoon via IJmuiden te vluchten. Dit mislukte. Later dat jaar werd Andries als Jood uit zijn functie op school ontheven. Hij was net drie weken hersteld van een ernstig ongeluk. Begin maart 1941 werd Andries de Jong definitief ontslagen. Nadat Joodse leerlingen in 1941 hun school moesten verlaten en in Hilversum voor Joodse leerlingen lagere scholen, een Mulo en een Joods lyceum werden opgericht gaf Andries de Jong op die scholen gymnastiek. Andries de Jong was een zeer geliefd leraar. Meneer de Jong zoals de leerlingen hem noemden was een man met een breed en wat gedrongen postuur, die kracht uitstraalde. Andries de Jong was niet streng, maar hield wel altijd orde tijdens de lessen.

In juni 1942 volgde een gedwongen verhuizing naar Amsterdam. Daar woonde het gezin aan de Stadionweg 275 II. Andries gaf ook in Amsterdam les aan verschillende Joodse scholen. Vanaf september 1942 gaf hij gymnastiek aan de Herman Elteschool aan de Van Ostadestraat en de Palacheschool aan de Lepelkruisstraat. Later dook hij met zijn gezin onder in Doorn. Hun zoon in een pleeggezin en het echtpaar zelf elders in Doorn. Andries en Alice werden opgepakt. Op 6 juli kwamen ze aan in kamp Westerbork waar ze werden ondergebracht in barak 57. Hierna zijn ze via kamp Westerbork op 13 juli 1943 naar Sobibor gestuurd. Hier werd Andries de Jong samen met zijn vrouw direct na aankomst op 16 juli 1943 vergast. Hun zoon, ondergedoken op een ander adres in Doorn, overleefde de oorlog. Hij liet vele jaren later een gedenksteen leggen voor zijn ouders op de plek waar ze omkwamen.