Alexander van Oosten is geboren op 21 november 1870 in Assen. Hij was de zoon van Abraham van Oosten (1837-1913) en Henderine Wijnberg (1841-1926). Alexander was het derde kind in het gezin van tien, acht jongens en twee meisjes. Vijf van deze kinderen waren al voor het uitbreken van de oorlog overleden, van de vijf overgebleven jongens stierf één in kamp Westerbork, de andere vier in Auschwitz.

Alexander van Oosten

Alexander was koopman, net zoals zijn vader. Op 29 december 1897 trouwde hij in Assen met Mina Hiegentlich, de oudste dochter uit een slagersgezin. Ze gingen wonen aan de Nieuwe Huizen 12 in Assen. Het echtpaar kreeg drie zonen: Abraham (1898), Israel (1899) en Jonas (1905).
De meeste Joodse inwoners van Assen, waaronder Alexander en Mina, zijn opgepakt op 2 oktober 1942. ’s Avonds na acht uur verscheen de Nederlandse politie met Duitse vrachtwagens. Het echtpaar is die avond van huis gehaald en waarschijnlijk naar het plein van de Noordersingelschool gebracht. Daar zijn ze opgehaald en naar kamp Westerbork gebracht. Diezelfde avond en de volgende dag werden in heel Nederland Joodse mannen, vrouwen en kinderen opgehaald en naar kamp Westerbork gebracht.

Toen Alexander en Mina tussen 3 en 5 oktober 1942 werden ingeschreven in kamp Westerbork, waren er 17.000 mensen in het kamp en zat het overvol. Er was niet voldoende te eten voor al deze mensen en niet voor iedereen was er een bed. Veel mensen moesten zoeken naar hun bagage. Voor zieke mensen of kleine kinderen was er in oktober 1942 geen goede zorg in het kamp. Elke week vertrok er een trein met gevangenen naar de kampen in Polen.

Ook Alexander en Mina werden op transport gesteld naar Auschwitz, dat was op 30 oktober 1942. Ze werden daar op 2 november 1942 vermoord. Alexander was toen bijna 72 jaar, Mina was 70.
Hun zoon Abraham kwam in januari 1943 om in Auschwitz, de zonen Israel en Jonas hebben de oorlog overleefd.

Op de foto: Nieuwe Huizen te Assen