Abraham Sjouwerman werd geboren op 10 november 1888. Hij was de zoon van Soesman Sjouwerman en Hanna Vedder. Zijn ouders trouwden op 2 maart 1859. Zijn vader stierf in 1913. In 1917 huwde zijn moeder met Isaac Mol in Zaandam en woonde later aan de Zeestraat 40 in Zandvoort.

Abraham Sjouwerman

Abraham Sjouwerman trouwde op 27 februari 1913 met Schoontje van der Kous. Zij was een dochter van Machiel van der Kous en Judith Polak. Abraham was ten tijde van zijn huwelijk 24 jaar en meubelmaker van beroep. Later had hij een agentuur en ook een commissiehandel in meubelen. Abraham was ook werkzaam bij de afdeling Statistiek aan de Vening Meineszkade 11 in Amsterdam. Dat was de naam van de Sarphatikade tijdens de oorlog. Verder had hij een functie bij de Joodse Raad. Hij was lid van de Sociaal Economische commissie.

Het echtpaar woonde in februari 1941 op het adres Newtonstraat 30 boven in Amsterdam. Hun twee kinderen, Alexander (1916) en Henriette (1914) waren al getrouwd en woonden niet meer thuis. Henriette trouwde met Jo Limburg, en kreeg twee kinderen: Elkan en Sien Limburg. Elkan werd op 19 juli 1940 geboren, en Sien werd op 8 maart 1943 geboren. Beide kinderen werden net als hun ouders op 11 juni 1943 in Sobibor vermoord. Alex trouwde met Marianna (Nannie) Berendina Rood, die op 22 januari 1915 in Amsterdam was geboren. Alex en Marianna hadden (nog) geen kinderen toen ze op 20 juli 1943 naar Sobibor gedeporteerd en vermoord werden.

Het laatste bekende adres van Abraham en Schoontje was Retiefstraat 654 in Amsterdam. Waarschijnlijk zijn ze daar, bij een grote razzia in Amsterdam op 20 juni 1943, opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Zij verbleven in barak 65 en werden op 6 juli naar Sobibor gedeporteerd. Zoals alle anderen die op 6 juli 1943 naar Sobibor vertrokken zijn Abraham en Schoontje drie dagen later, op de dag van aankomst, vermoord in de gaskamers van dat kamp. Abraham was toen 54 jaar.