Abraham Querido is geboren in Amsterdam op 5 december 1895. Zijn ouders waren Adam Querido (1874-1936) en Rebecca Querido-Montagne (1873-1930). Abraham was het oudste kind. Na hem kwam Jacob (1896- Midden-Europa 1943) en de jongste was Rachel (1902-1988).
In 1916 verhuisde het gezin van de Middenweg 53 in Amsterdam- Watergraafsmeer naar Ouderkerk aan de Amstel. Vader Adam was daar drogist. Later was hij opzichter van de begraafplaats.
Moeder Rebecca overleed in 1930. Vader Abraham hertrouwde in 1933 met de 29 jaar jongere Rozina Aardewerk. Drie jaar later stierf Adam.

Abraham Querido

Over Abraham Querido is in de archieven weinig terug te vinden. Wel is aan de hand van de archieven van de Burgerlijke Stand ongeveer te volgen waar hij gewoond heeft.
Abraham was op 19-jarige leeftijd in 1914 het huis uitgegaan. Hij vertrok naar Rotterdam, in dezelfde tijd dat zijn broer Jacob naar die stad ging. Abraham was toen handelsreiziger. In 1916 verhuisde hij terug naar het huis van zijn ouders in Ouderkerk aan de Amstel. In 1917 woonde hij drie maanden in Amsterdam, bij zijn grootouders van moederskant.
Abraham schreef zich op 9 juli 1923 in in de gemeente Hilversum, hij ging wonen aan de Achterom 143. Als beroep staat eerst genoteerd: handelsreiziger, dan magazijnbediende, daarna bananenhandel en tot slot koopman in fruit. Hij was toen 27 jaar.
Kort daarna, op 20 oktober 1923, verhuisde hij naar de Geuzenweg 135, ook in Hilversum. Daar woonde het gezin van zijn aanstaande vrouw, Judic Aluin. Op 22 oktober 1924 trouwde hij met haar. Judic was winkelierster.

Judic is geboren op 9 oktober 1896 in Amsterdam. Ze was de dochter van Meijer Aluin (1860-1928) en Heintje Aluin-Brilleman (1867-Sobibor 1943).
Het gezin woonde toen aan de Valkenburgerstraat 39 in Amsterdam. Vader Meijer was eerst diamantslijper en ten tijde van Judics huwelijk was zijn beroep loopknecht.
Meijer was eerder getrouwd met Heintjes zuster Judic Brilleman (1861-1884). Hij had al twee kinderen toen hij voor de tweede keer trouwde: Isaac (1880-Auschwitz 1944) en Duifje (1884-1960).
In zijn tweede huwelijk werden 14 kinderen geboren, waarvan er 4 in hun eerste levensjaar overleden. Het waren: Joachim (1887-Auschwitz 1942), Simon (1888-1889), Leendert (1889-1890), Esther (1891-Sobibor 1943), Erlina (1893-1893), Jozef (1894-1894), Abraham (1895-Auschwitz 1943), Judic (1896-Sobibor 1943), Joseph (1897-1956), Leentje (1899-Sobibor 1943), Engelina (1901-Auschwitz 1942), Simon (1903-Auschwitz 1944), Leendert (1905- ?) en Juliana Mietje (1908-Sobibor 1943).
Het gezin verhuisde in 1907 naar Hilversum, naar de Geuzenweg 135.

Uit het feit dat de adressen van Abraham en Judic Querido-Aluin en van Judics ouders tot 1939 hetzelfde zijn, blijkt dat het jonge echtpaar bleef wonen aan de Geuzenweg, dus inwonend bij Judics ouders. Het valt aan te nemen dat de meeste van de vele kinderen toen al het huis uit waren, Judics jongste zus was toen 16.

De eerste zoon van Abraham en Judic, Adam werd geboren op 26 juli 1925. In 1927 verhuisden de gezinnen naar de Van Leeuwenhoekstraat 2 in Hilversum, waar op 28 maart 1928 de tweede zoon Meijer werd geboren. In december 1928 overleed Judics vader Meijer Aluin. Op 24 juni 1930 volgde de geboorte van de jongste zoon Jacob.
Het gezin verhuisde weer, nu naar de Rigelstraat 11. De weduwe Heintje Aluin-Brilleman verhuisde mee. Dat was in 1934.
In 1939 ging het gezin Querido-Aluin wonen aan de Laarderweg 130 (Larenseweg ?). Heintje Aluin-Brilleman bleef in de Rigelstraat 11 wonen.
Van hun verhuizing naar hun laatste woonadres in Hilversum, Schoolstraat 45, is geen notitie te vinden in het archief van de Burgerlijke Stand. Wel staat ‘Querido, A’ genoteerd in een adresboek met het genoemde adres Schoolstraat 45 te Hilversum.

Toen in 1940 de Tweede Wereldoorlog uitbrak, waren de drie zonen van Abraham en Judic respectievelijk 14, 12 en 9 jaar oud. Twee jaar later moest het gezin, gedwongen door de bezetter, Hilversum verlaten. In Amsterdam gingen ze wonen aan de Spitskopstraat 3.

Het hele gezin kwam in 1943 aan in kamp Vught. Abraham, Judic en hun zonen Meijer en Jacob op 24 februari en de oudste zoon, Adam, op 20 mei 1943. Op zijn kaart staat dat hij uit Arbeitslager ‘Oud Leusden’ kwam en dat hij daarvoor woonde aan de Retiefstraat 56 in Amsterdam.
Bij alle drie de jongens staat als beroep genoteerd: ‘kleermakersleerling’ of ‘conf. leerling’. Op Judics kaart staat als beroep ‘naaister’ vermeld. Bij Abraham staat vermeld: ‘zonder beroep’.

Judic Querido-Aluin en haar twee jongste zonen Meijer en Jacob kwamen met het beruchte kindertransport uit kamp Vught op 7 juni 1943 naar kamp Westerbork. Hun barak in Westerbork was barak 62.
Op 17 juli 1943 kwamen Abraham en zijn oudste zoon Adam aan in kamp Westerbork. Abraham werd geplaatst in barak 6, van Adam is dat niet duidelijk.
De rest van het gezin hebben zij niet meer gezien. Op 6 juli 1943 waren Judic, Meijer en Jacob namelijk al transport gegaan naar Sobibor. Ze werden alle drie direct na aankomst op 9 juli vergast. Judic Querido-Aluin was 46 jaar, Meijer Querido en Jacob Querido waren respectievelijk 15 en 13 jaar oud.

Abraham en Adam bleven maar kort in kamp Westerbork. Op 20 juli 1943 moesten ook zij naar Sobibor. Na de reis van drie dagen werden ze bij aankomst, op 23 juli 1943, vermoord. Abraham Querido was 47 jaar, zijn zoon Adam Querido was 17 jaar oud.

Voor het huis aan de Schoolstraat 45 in Hilersum zijn ter nagedachtenis aan de familie Querido-Aluin struikelstenen geplaatst.

De inschrijving van de officiele verklaring van overlijden van Abraham Querido kwam op 23 juni 1950.