Abraham Mosis is op 22 augustus 1933 in Assen geboren. Zoon van Melchia Mosis en Ida Mosis-van Rhijn. Uit deze advertentie blijkt dat de familie zich ook wel Nijveen noemt, zoals het familiebedrijf van zijn vader heet.

Abraham Mosis

Zijn eerste levensjaren heeft Abraham gewoond aan de Prins Hendrikstraat 33 (of 22) Assen. Op 24 april verhuist het gezin naar de Oranjestraat 10, waar op 2 februari 1938 zijn zusje Anna Eva is geboren.
Er is een foto waar Abraham op staat waar hij meedoet met de optocht in de Oranjestraat ter gelegenheid van Koninginnedag. Abraham staat links op de foto, zijn step ziet er prachtig uit met een grote kroon en hijzelf heeft een petje op. De foto is genomen in augustus 1938 of 1939. Abraham is dan 5 of 6 jaar.

Abraham heeft op school nummer twee gezeten: de Oostersingelschool. Op 28 augustus 1941 krijgen alle ouders van Joodse kinderen een brief thuis van de Gemeente Assen. Hierin staat dat ‘de joodsche leerlingen op last van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied ingaand 1 september’ de scholen moeten verlaten. Er zal wel gezorgd worden het onderwijs te vervolgen, maar dan in een afzonderlijke onderwijsinrichting.

Dat betekent dus dat Abraham uit zijn vertrouwde klas gehaald wordt en naar de Joodse lagere school moet aan de Rolderstraat 7. Aan deze school zijn twee leerkrachten verbonden: hoofd van de school is Nathan Kropveld en mejuffrouw Anna Nieweg is onderwijzeres. Waarschijnlijk heeft Abraham bij juffrouw Nieweg gezeten. In die tijd geven de juffen les aan de lagere groepen. Er gaan in totaal 37 leerlingen naar de Joodse school. De Joodse school is gestart op 16 september 1941 en is gesloten op 31 augustus 1942. Gezien zijn leeftijd zal Abraham in klas 3 gezeten hebben. Waarschijnlijk wordt hij daar Bram Nijveen genoemd. 

Het uitgebreide gymnastiekprogramma voor groep 3.

Op 2 oktober 1942 moeten de ouders en kinderen zich melden op het plein van de Noordersingelschool. Vandaar gaat het naar kamp Westerbork. In het dag- en nacht rapport van de Asser politie staat vermeld: ‘2 october 1942. Bij het jodentransport hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan.’

Op 5 oktober 1942 is het gezin op transport gezet vanuit kamp Westerbork naar Auschwitz. Vader Melchia is bij het plaatsje Cosel uit de trein gehaald. Hier zijn ongeveer 3500 Joodse mannen en jongens van 15 tot 50 jaar met geweld gescheiden van hun gezinnen en familie. De mannen en jongens moeten op de buik gaan liggen op het perron met de voeten richting trein. Dat is misschien het laatste wat Abraham heeft gezien van zijn vader. Melchia is omgekomen in Midden Europa, zijn sterfdatum is vastgesteld op 31augustus 1943
Op 8 oktober is Abraham in Auschwitz vermoord, tegelijk met zijn moeder en zusje. Hij is 9 jaar geworden.