Abraham Salomon Koster was magazijnbediende van beroep. Hij was getrouwd met Rosalia de Wolf. Het echtpaar kreeg vier kinderen. Na het overlijden van Rosalie de Wolf in 1919 hertrouwde Abraham Salomon Koster met Keetje Cohen de Solla. Het echtpaar kreeg nog een zoon, Alexander. Abraham Koster had drie zussen: Selina Spier-Koster, Henriette van Zanten-Koster en Kaatje Velleman-Koster, en twee broers, Mozes en Levie Koster. Zij zijn allen in oktober 1942 in Auschwitz omgebracht. Abraham woonde op het adres Obreenstraat 28. Daar moest hij met zijn gezin naar toe verhuizen na het bombardement op Rotterdam.
Abraham Koster
- Voornaam
- Abraham Salomon
- Achternaam
- Koster
- Geboortedatum
- 26 april 1886
- Geboorteplaats
- Rotterdam
- Sterfdatum
- 19 oktober 1942
- Sterfplaats
- Auschwitz
Abraham Koster, geheel rechts, bij het huwelijk van zijn zoon Maurits
In augustus 1942 werd Abraham Salomon Koster gekeurd voor tewerkstelling in een werkkamp. Daarna werd hij vanaf 18 augustus 1942 te werk gesteld in het Joods werkkamp De Witte Brink te Hummelo. Vanuit dit werkkamp schreef Abraham verschillende briefkaarten aan zijn gezin. In de briefkaarten schrijft hij over zijn verblijf in Hummelo. Hij vertelt over het zware werk dat hij moet doen; het ontginnen van bosgrond. ‘De behandeling gaat best,’ volgens Koster. Hoofdzaak voor hem is dat moeder het hoofd omhoog houdt, zich goed houdt en voldoende eet. Dan slaat hij zich er wel doorheen, aldus Koster.
Gedenkteken bij de plek van het werkkamp De Witterbrink.
'Hoofdzaak voor hem is dat moeder het hoofd omhoog houdt, zich goed houdt en voldoende eet. Dan slaat hij zich er wel doorheen.'
Anderhalve maand later, op 3 oktober 1942 arriveerde Abraham Koster in kamp Westerbork. Daar werd hij herenigd met zijn vrouw. Samen werden ze op 16 oktober 1942 op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze direct na aankomst werden vermoord. Abraham Koster is 56 jaar geworden.