Judith Gezang-Matteman is op 25 maart 1878 geboren in Amsterdam. Ze was de dochter van Abraham Matteman en Vrouwtje Kijzer. Op 20 september 1900 trad Judith in het huwelijk met Abraham Gezang, geboren op 13 december 1877.

Judith Gezang-Matteman

Abraham was koopman. Het echtpaar kreeg vijf kinderen: Leonard (1901), Flora (1902), Maurits (1904), Elias (1905) en Marianna (1908). Alle vijf de kinderen zouden de oorlog overleven. Alleen de eerste vrouw van zoon Maurits: Florence Gezang-Goudeket en hun tweede zoon Koenraad Huib kwamen om in de oorlog. Het verhaal van Koenraad Huib is een aangrijpend verhaal: het acht maanden oude jongetje werd te vondeling gelegd en pas in 2002 kwam zijn oudere broer te weten wat er in de oorlog met zijn kleine broertje was gebeurd.

Abraham en Judith Gezang-Matteman overleefden de oorlog niet. Ze doken onder, samen met het gezin Goudeket van hun schoondochter Florence. In het boek ‘Spartacus’ door Erik Brouwer is het volgende te lezen:

‘Een paar dagen later vond er een spoedfamilievergadering plaats in het pand van Isaäc Goudeket aan de Nicolaas Witzenkade. Er werd gehuild en de Goudekets schoven rond de grote eettafel om een overlevingsplan te maken. Alle waardevolle spullen, zoals de schilderijen van Helena Goudeket en de schilderijen van alle oude Vlaamse en Hollandse meesters, werden verborgen bij een bevriende familie en half september 1942 doken de aanwezigen onder.
Isaäc Goudeket, zijn vrouw Catharina en hun dochters Florence en Helena deelden maandenlang dezelfde ruimte als de vader en moeder van Maurits Gezang. Het leek veilig, maar in december 1942 werden de duikjoden na verraad gearresteerd door de Gestapo en meegenomen naar een kleine koude cel aan de Amstelveenseweg, waar ze weken sliepen op een bed van stro.'

Abraham en Catharina Gezang kwamen op 27 maart 1943 aan in kamp Westerbork en werden geplaatst in barak 63. Op 3 april kwam het gezin Goudeket aan in kamp Westerbork. Ze werden als strafgevallen geplaatst barak 66. Vader en moeder Gezang en het gezin Goudeket en moesten op 6 april 1943 op transport naar Sobibor. Daar werden ze op 9 april 1943 vermoord. Abraham en Catharina Gezang waren beiden 65 jaar oud. Hun schoondochter Florence was toen 34 en hun kleinzoontje Koenraad zou anderhalve maand later op dezelfde plaats om het leven komen, 1 jaar oud. Hun zoon Maurits en kleinzoon Edward zouden de oorlog overleven.

Op de foto: Abraham en Judith Gezang-Matteman op vakantie in Zweden