Abraham Fieijra werd op 5 oktober 1887 in Amsterdam geboren. Hij trouwde met Maria de Vries, die werd geboren in Groningen op 16 april 1887. Het echtpaar kreeg twee kinderen: Jenny (geboren: 1 december 1912) en Albert Davy (geboren: 13 juni 1926). Abraham was van beroep koopman en procuratiehouder. Het gezin woonde aan de Koningsweg 75 in Den Bosch.

Abraham Fieijra

Op 12 juni 1936 verhuisde het gezin naar Hilversum. Ze woonden in de Reestraat op nummer 41. Dochter Jenny was werkzaam als leerling-verpleegster bij de Joodsche Invalide in Amsterdam en later werkte zij bij de Centraal Israelitische Ziekenverpleging in Amsterdam en woonde daar intern.

Als laatste woonadres van het gezin Fieijra staat genoteerd Geleenstraat 20 in Amsterdam.

Abraham, zijn vrouw Maria en zoon Albert kwamen alle drie kwamen op een ander moment aan in kamp Westerbork. Abraham Fieijra moet zijn opgepakt tijdens de grote razzia in Amsterdam, zijn aankomstdatum in het kamp was 20 juni 1943. Op 6 juli 1943 werd hij naar Sobibor gedeporteerd, waar hij op 9 juli werd omgebracht, 55 jaar oud.

Maria Fieijra-de Vries kwam op 9 maart 1944 aan in kamp Westerbork. Ze werd geplaatst in barak 51, de gevangeniscellenbarak. In totaal kwamen er die dag 85 strafgevallen binnen: 7 uit Nijmegen en 78 uit Amsterdam. Maria werd op straftransport naar Auschwitz gesteld op 23 maart 1944. Op 26 maart 1944 werd zij vermoord. Ze was toen 56 jaar oud.

Zoon Albert is vanuit de strafgevangenis in Scheveningen in kamp Westerbork aangekomen op 29 oktober 1943. Hij werd ondergebracht in barak 67. Met het eerstvolgende transport werd hij op 16 november 1943 gedeporteerd naar Auschwitz. Daar is hij ook omgekomen, ruim 4 maanden later. Zijn overlijdensdatum is 31 maart 1944. Albert was 17.