Abraham Engers is op 20 juni 1889 geboren in Assen. Hij is zoon van Markus Abraham Engers, winkelier van beroep en Froukje Engers-Lezer zonder beroep. Het gezin woont aan de Oranjestraat 7. Op de foto is het huis rechts de woning van de familie Engers. Abraham is altijd vrijgezel gebleven en is bij zijn moeder blijven wonen.

Abraham Engers

In 1889 is Froukje Engers-Lezer zwanger van een tweeling, het zusje van Abraham is doodgeboren. Hij heeft twee broers: Meijer Coenraad, geboren op 16 september 1890 in Assen en Berti Serold, geboren op 3 februari 1899 in Assen. Meijer Coenraad trouwde met Henriette van den Bergh en is voor de oorlog naar Londen vertrokken. Daar is hij in ‎1956 overleden. Meijer Coenraad en Henriette van den Bergh hebben drie kinderen.
Berti Serold, ook wel Bé genoemd en Abraham Engers, ook wel Bram genoemd, hebben samen in de zaak van vader gewerkt. Berti Serold is op een gegeven moment naar Den Haag gegaan en heeft daar aan de Amsterdamse Veerkade 31 gewoond. Zijn beroep was koopman. In Den Haag is hij opgepakt en in de omgeving van Auschwitz op 31 maart 1943 vermoord.
De zaak, die vader heeft opgezet, is een textielzaak met de naam Magazijn De Zon aan de Gedempte Singel 5 in Assen. Er werden mooie spullen verkocht: confectie, lingerie, kinderkleding, dames- en herenmode en er was een speciale afdeling voor jongenskleding.

Abraham is altijd in de zaak blijven werken. Na de dood van vader op 16 maart 1934 heeft hij kort deze zaak zelfstandig beheerd. Op 26 maart 1934 is de zaak opgeheven.

Bram was nogal naïef. Op zekere avond zei zijn vader: ‘Bram, ik ga vast naar huis want er komt toch geen fatsoenlijk mens meer’. Vader was net vertrokken, toen er een dame binnenkwam. Het was een van hun beste klanten. ‘Dag Bram’ zei ze. ‘Mag ik jouw vader even?’, waarop Bram zei: ‘Pa is al naar huis, want er zou toch geen fatsoenlijk mens meer komen’. Ze hebben haar nooit meer als klant teruggezien.

Op zondag 19 juli 1942 krijgt Abraham een oproep om op ‘maandag 09.45 uur te verschijnen voor het station der Nederlandse Spoorwegen’ om in het werkkamp Orvelte te worden geplaatst. Hier zijn ze overgedragen aan ‘den Wachtmeester der Marechaussee Goudswaart. Bijzonderheden deden zich op het station niet voor.’ Aldus het dag- en nachtrapport van de Asser gemeentepolitie.

In Orvelte wordt gewerkt aan het ontginnen van heide en rooien van aardappelen. Gezien de periode dat hij in Orvelte geweest is, heeft Abraham waarschijnlijk zowel heideplaggen moeten omkeren als aardappelen rooien.

Op 3 oktober 1942 is Abraham vanuit het werkkamp naar kamp Westerbork vervoerd. Op 5 oktober 1942 is hij naar Auschwitz gedeporteerd. Hier is Abraham op 8 oktober 1942 vermoord. Abraham Engers is 53 jaar geworden.

Moeder Froukje is op 14 oktober in Westerbork aangekomen. Abraham is op 5 oktober 1942 gedeporteerd. Moeder en zoon hebben elkaar dus niet meer gezien. Froukje werd op 26 februari 1943 in Auschwitz vermoord.

Op de foto links: het Joods monument in de Oranjestraat te Assen