Lammert Zwanenburg werd geboren op 22 juni 1894 in Oudehorne in Friesland. Sinds 1928 bezat hij de boerderij De Strank te Beilen. Lammert was getrouwd met Wobbigje en zij hadden twee kinderen: Yntze en Wietske. Hij was gereformeerd en Christen in hart en nieren, niet alleen in het woord, maar ook in de daad. “Een man die het geloof aan zijn kinderen voorleefde”, zo zei zijn dochter.
Boerderij De Strank aan de Beilervaart in Beilen
Lammert Zwanenburg
- Voornaam
- Lammert
- Achternaam
- Zwanenburg
- Geboortedatum
- 21 juni 1894
- Geboorteplaats
- Oudehorne (Friesland)
- Sterfdatum
- 19 oktober 1944
- Sterfplaats
- kamp Westerbork
Vanaf het begin van de oorlog zette het gezin Zwanenburg zich in tegen de nazi’s. Vanaf 1942 kwamen de eerste onderduikers. Ze sliepen onder de vloer van de woonkamer, waar in de kruipruimte een ruimte voor hen was gemaakt. Onder een opklapbed was een luik gemaakt waardoor je in die ruimte onder de vloer kwam. Later werd in de stal nog een ruimte gemaakt, omdat er steeds meer onderduikers kwamen. Op een gegeven moment waren er tien onderduikers tegelijk op de boerderij.
Een van de onderduikers zei na de oorlog: “Deze boerderij was een brandhaard van het verzet.” Lammert Zwanenburg verzette zich in alles tegen de nazi’s: zo wilde hij geen vee aan hen leveren. Wanneer ze kwamen om vee te vorderen, draaide hij de brug voor de boerderij over de Beilervaart open, waardoor de boerderij van die kant niet bereikbaar was. Een andere keer waren alle koeien bij elkaar gedreven voor een vordering; op dat moment liet Lammert een stier los in de wei en rende de koeien alle kanten op.
Naast het opvangen van onderduiker hield het gezin zich bezig met diverse verzetsactiviteiten: Engelse parachutisten en piloten werden tijdelijk opgevangen, valse papieren lagen in de stal onder de drinkbakken van de koeien, er heeft tweemaal een Veemgerecht plaatsgevonden (rechtbank van het verzet), Geesje Bleeker, een verraadster, werd vastgehouden op de boerderij, er was zendapparatuur aanwezig voor illegale communicatie, Lammert Zwanenburg hield zich niet aan de scheurplicht om koolzaad voor de nazi’s te telen, ze verspreidden bonkaarten en de krant Trouw en er werden vergaderingen van de LO en KP gehouden.
Een andere keer waren alle koeien bij elkaar gedreven voor een vordering; op dat moment liet Lammert een stier los in de wei en rende de koeien alle kanten op.
Lammert, Wietske, Wobbigje en Yntze Zwanenburg
Begin oktober 1944 kwamen er landwachters op de boerderij om een fiets te vorderen. Zij hadden de fiets van Yntze meegenomen en dreigden dat zij de boerderij in de gaten zouden houden. Op 17 oktober 1944 werd een zoon van een boer uit Dwingeloo opgepakt en verhoord door de landwachters uit Diever. Hij noemde tijdens het verhoor de naam van Yntze Zwanenburg (van wie hij dacht dat die ondergedoken was) als leverancier van zijn bonkaarten. In de avond van 18 oktober 1944 zat deze groep in het café van dhr. Balsma, NSB-caféhouder in Diever. Zij kregen het idee om Yntze (de zoon van Lammert) op te pakken.
Lammert met zijn zoon Yntze
Ze kwamen om 22.30 uur aan op de boerderij. Lammert, Wobbigje, Wietske en de onderduikers lagen al in bed. Lammert hoorde geluid van glas, de landwachters hadden met de kolf van een geweer een ruit ingeslagen. Ze doorzochten het hele huis, maar vonden niets. Lammert had nog kans gezien om zich te verstoppen, de onderduikers zaten in hun schuilplaatsen onder de vloer en in het hooi. De landwachters zetten met veel geschreeuw en dreigementen Wobbigje en Wietske tegen de muur. Om te voorkomen dat de boerderij verder zou worden doorzocht, kwam Lammert tevoorschijn. Zo beschermde hij zijn familie en de onderduikers, de onderduikers waren immers nog niet gevonden.
Yntze was niet thuis tijdens de inval, maar bij zijn verloofde (Hermina Bazijn) in Eemster. Naar hen werd een boodschapper gestuurd met het bericht dat ze niet terug moesten komen naar de boerderij. Yntze en Hermina zijn toen naar Drijber gevlucht en ondergedoken. Lammert en Wietske werden gearresteerd en naar het Schultehuis in Diever gebracht. Dit was het kwartier van de landwachters van Diever. Lammert werd zwaar mishandeld door deze landwachters en Wietske moest met een revolver op de borst gericht, dit aanzien. Hij werd o.a. met een loden bal geslagen. Die nacht werden ook ds. Geertsema, Lambertus Bruulsema en Hendrik Wiegers opgepakt.
Wobbigje mocht op de boerderij achterblijven en alle landwachters vertrokken zonder de onderduikers gevonden te hebben. Wobbigje bracht de onderduikers naar de boerderij van J. Oosterveen, vijfhonderd meter achter de boerderij. De volgende ochtend kwam de SD uit Assen op de boerderij. Na het controleren van het persoonsbewijs van Geesje Bleeker, kreeg zij de opdracht om voor de boerderij te zorgen. Wobbigje werd gearresteerd en bij Lammert in Diever gebracht. Hij verkeerde in een verschrikkelijke toestand als gevolg van de zware mishandelingen. Wobbigje vroeg aan Lammert: “Heb je nu geen spijt van wat we gedaan hebben?” Daarop reageerde hij: “Spijt? We hebben toch niet meer dan onze plicht gedaan.”
Hij vroeg haar: “Hoe is het met de onderduikers?” Wobbigje zei dat ze in veiligheid waren gebracht. Hierop zei Lammert: “Dan is het goed”. Hij zei dat als hij niet terug zou komen, de anderen uit het gezin door moesten gaan met het verzetswerk zoals ze dat nu deden. Wobbigje heeft daar die morgen afscheid genomen van Lammert in de hoop dat ze elkaar weer terug zouden zien na de oorlog. In de loop van die ochtend werden Hendrik Wiegers en Lambertus Bruulsema, Lammert, Wietske en ds. M. Geertsema naar Kamp Westerbork gebracht. Ds. Geertsema en Wietske werden bij de administratiebarak van het Kamp Westerbork uit de wagen gezet.
Lambertus Bruulsema, Hendrik Wiegers en Lammert Zwanenburg werden naar de executieplaats gebracht. In juli 1944 was het standrecht door Adolf Hitler afgekondigd. Dit hield in dat men direct, zonder tussenkomst van een rechter, kon worden geëxecuteerd. Drie SD-ers met achter hen twee leden van de Grüne Polizei stonden op vijf à zes meter afstand van de slachtoffers, die niet geblinddoekt waren. Daar werd Lammert Zwanenburg zonder enige vorm van proces gefusilleerd bij Kamp Westerbork, achter het crematorium. Samen met Lambertus Bruulsema (43 jr.) en Hendrik Wiegers (22 jr.). Hun lichamen werden gecremeerd in het crematorium en de as werd begraven door twee gevangenen uit het kamp.
Verzetsmonument kamp Westerbork
Na de executie werden Wietske Zwanenburg en ds. Geertsema uit de administratiebarak gehaald en overgebracht naar het Huis van Bewaring aan de Prins Hendrikstraat te Assen. Na de oorlog heeft Lammert Zwanenburg postuum meerdere onderscheidingen gekregen waaronder: Yad Vashem en het Verzetskruis. Ook wordt de familie Zwanenburg in meerdere boeken genoemd. In de boeken Reis door de nacht, geschreven door Anne de Vries, is de figuur van boer Hoving gebaseerd op Lammert Zwanenburg.
Dit verzetsportret is geschreven door Gabrie Woltinge. Zij is de achterkleindochter van Lammert Zwanenburg. Voor meer informatie zie: www.familiezwanenburg.nl
Verzetsmonument kamp Westerbork
Oorlogsmonument op de begraafplaats in Beilen
Stolperstein aan de Beilervaart