Jochem Hendrik Gorter

Jochem Hendrik Gorter (roepnaam Hendrik) werd op 15 september 1905 te Groningen geboren. Zijn vader was Kornelis Gorter, zijn moeder heette Francisca Catharina Grümmer. Jochems ouders trouwden in 1904. Vader Kornelis was treinpoetser. Hendrik was het tweede kind, de oudste was dochter Antje, geboren in 1904.
De ouders van Francisca Grümmer kwamen van oorsprong uit Oldenburg, Duitsland. Haar vader, Jochem Hinrich Grümmer, verdiende de kost als muzikant.
In 1915 stierf Kornelis in de psychiatrische kliniek Dennenoord te Zuidlaren. Hendriks moeder Francisca hertrouwde in 1919 met Sybren Lambertus Meijer, maar ze scheidden in 1942. Dochter Antje stierf in 1932 en moeder Francisca Catharina Grümmer overleed in 1965.

Jochem Hendrik Gorter

Voornaam
Jochem Hendrik
Achternaam
Gorter
Geboortedatum
14 september 1905
Geboorteplaats
Groningen
Sterfdatum
28 oktober 1944
Sterfplaats
Westerbork

Over het jonge leven van Hendrik Gorter is ons niets overgeleverd. Hij werd geboren en woonde aan de Ganzevoortsingel 16 te Groningen. Hendrik, zelf niet-Joods, trouwde op 14 februari 1935 met de Joodse Bertha Leviet. Van beroep was hij kunstschilder/tekenaar/fotograaf en hij had een atelier aan het Zuiderdiep. Of hij dat atelier al had voor hij Bertha ontmoette is niet bekend. Bertha viel nogal op doordat ze een enorme bos krullen had. Ze was pianolerares, geboren op 27 december 1904 te Uithuizen. Haar vader was Hartog Leviet (1873-1929), haar moeder was Johanna Eckstein (1878-1951) .


Hendrik Gorter, rechts op de foto

Het huwelijk van Hendrik en Bertha hield geen stand. Op 20 december 1941 werd op verzoek van eiseres (Bertha) de scheiding uitgesproken. Er was geen verzet aangetekend door de gedaagde. Over de reden van de scheiding wordt op de akte geen uitleg gedaan.
Jochem Hendrik Gorter werd meestal met Henk of Hendrik aangesproken. Hij zag er doorgaans keurig gekleed en gekapt uit en leidde een tamelijk vrij leven, getuige het feit dat hij een vaste gast was in café Frigge en daar nogal eens de paljas uithing. Het verhaal deed de ronde dat hij weleens bloemen van een tafel pikte en die onder het oog van de gasten verorberde. Hendrik en Bertha woonden aan het Zuiderdiep nummer 133, naast het toenmalige café Ouwinga. Van zijn kunst kan gezegd worden dat het traditioneel was. De werken zijn bijna altijd gesigneerd met J.H. Gorter. Bekend zijn bijvoorbeeld meerdere schilderijen van de Grote Markt en de Martinitoren, waarvan de oudste dateert van ongeveer 1928. Verder vooral landschappen, dieren en meergezichten, meestal van vóór de oorlog. Vanaf de bezettingstijd schilderde hij voornamelijk stadsgezichten en huiselijke taferelen. Bekend zijn onder andere een schilderij met een papegaai op een stok, een zittende jongedame aan een keukentafel, het Poortershuisje, gezicht op de Turfstraat en een schets vanuit een raam op de markt. Het kan te maken hebben met het feit dat reizen of het verkeren buiten de stad problemen voor hem opleverde.

Schilderij van J.H. Gorter

Eén van de bezitters van een schilderij van J.H.Gorter meldde dat Gorter het als dank aan haar oma had gegeven, omdat zij hem een tijdje onderdak had verleend. Dat zegt iets over de manier waarop hij leefde. Ook op het arrestatiebevel van Jochem Hendrik -waarover later- staan twee adressen.

Onderweg naar het Scholtenhuis probeerde Hendrik Gorter te ontvluchten en werd daarbij aangeschoten door de begeleidende agent.

Na de scheiding vertrok Bertha naar Amsterdam. Omdat zij Joods was, moest zij zich verborgen houden. Op zaterdagmiddag 12 september 1942 werd zij echter in het Burgerlogement aan de Oudezijds Achterburgwal te Amsterdam door rechercheur Bijlsma gearresteerd. Zij leefde hier 'onwettig' met Menko Hoiting, een chauffeur uit het Groningse Hoogkerk. Bertha was in het bezit van een vals persoonsbewijs met daarop de naam Hameetman. Ook vond de rechercheur bij haar spullen een klein model cylinderrevolver. Ze werd op transport gesteld en is op 19 oktober 1942 in Auschwitz vermoord. Opvallend detail: tegelijk met Bertha werd ook haar nicht Henriëtte Leviet (geboren 1912 te Uithuizen) vermoord. Mogelijk hebben zij elkaar in Westerbork getroffen en zijn met dezelfde trein naar het oosten vertrokken. Menko Hoiting zal met de schrik zijn vrijgekomen en is naar Groningen teruggegaan. Hij overleed aldaar in 1968 op 58-jarige leeftijd.

Jochem Hendrik Gorter werd op 22 augustus 1944 gearresteerd door Robert Lehnhoff en Jozef Kindel, twee zeer beruchte SD'ers die opereerden vanuit het door de nazi's gevorderde huis van Willem Albert Scholten aan de Grote Markt en sindsdien het Scholtenhuis genoemd.

Op de Systeemkaart van verzetsbetrokkenen, opgemaakt na zijn sterven, staan twee adressen van Gorter, te weten vorengenoemd Zuiderdiep 133 en Oostersingel 33, allebei te Groningen. De kaart bevat meerdere bijzonderheden. Zo staat er dwars over het formulier groot geschreven dat hij geen illegale werker was en als zodanig zou je kunnen zeggen dat hij niet in het verzet zat. Maar de reden kan ook zijn dat hij om zijn huid te redden tijdens het verhoor in het Scholtenhuis volhield geen illegale werkzaamheden te hebben verricht. Over zijn lidmaatschap van de verachte Kultuurkamer bestaat evenmin zekerheid, hoewel op het formulier onderstreept staat dat hij hier lid van was. De Kultuurkamer was door de bezetter ingesteld en trad officieel op 30 mei 1942 in werking. Het was bedoeld voor beoefenaars van creatieve beroepen zoals podiumartiesten, filmacteurs, muzikanten, schrijvers, journalisten, muzikanten, beeldhouwers en ook schilders. Daar Hendrik Gorter getrouwd was geweest met een Jodin, zal hij niet zonder slag of stoot lid van de Kultuurkamer zijn geworden. Zijn traditionele kunst sloot echter goed aan bij datgeen wat de nazi's vereisten. Maar het archief van de Kultuurkamer is aan het eind van de oorlog door de nazi's vernietigd en daardoor is niet meer na te gaan of Hendrik Gorter er inderdaad lid van is geweest. Als beroep staat fotograaf en kunstschilder vermeld en de reden tot arrestatie: 'contact Duitse militair over wapens' en verderop: 'wegens bezit wapens en munitie'.

Onderweg naar het Scholtenhuis probeerde Hendrik Gorter te ontvluchten en werd daarbij aangeschoten door de begeleidende agent. Hierbij raakte Hendrik gewond. Hij werd overgebracht naar het Academisch Ziekenhuis en reeds de volgende dag naar het Huis van Bewaring, allebei te Groningen. Daar heeft hij tot 27 oktober 1944 gevangen gezeten. Op die dag is hij om 11.00 uur overgebracht naar het Scholtenhuis. Aan een politieke mede-arrestant die bij hem op de zolder van het huis bivakkeerde vertelde hij dat hij eraan ging. Volgens deze getuige is hij de volgende morgen uit het Scholtenhuis weggehaald, samen met nog drie andere gevangenen. Vervolgens zijn zij naar kamp Westerbork gebracht. Daar zijn onder leiding van Oberleutnant Schmid, geholpen door de SD'ers Jenkins, Apfelbach en de broers Faber, zes verzetsstrijders en Jochem Hendrik Gorter gefusilleerd en daarna gecremeerd.

Zij waren de laatste slachtoffers van de executies die bij het doorgangskamp hebben plaatsgevonden. Op het lijstje van deze fusillade ontbreekt echter de naam Jochem Hendrik Gorter, maar de Joodse geïnterneerden Isidor Fontijn en Selfried Fuchs, die waren belast met het cremeren van de gefusilleerden, verklaarden het lichaam van Gorter herkend te hebben naar een foto. Bij de later opgemaakte processen-verbaal van onder andere de broers Faber en de bevelhebber Schmid blijkt geen van hen de naam van de zevende geëxecuteerde te kennen.

Er is nog een lezing die een wat wonderlijke kijk op de zaak Gorter werpt en dat is het bericht dat mogelijk voor zijn arrestatie heeft gezorgd. Daarin staat dat Jochem Hendrik Gorter na zijn scheiding in 1941 een relatie onderhield met ene Trijntje Heeres. Zij zou Gorter op zeker moment hebben afgescheept om een verhouding aan te knopen met Gorters vriend de landwachter Berend Uffens (geboren 9 juni 1919 te Sappermeer). Uffens woonde destijds aan de Ossenmarkt 6a te Groningen. Tussen hen beiden zou hevige ruzie zijn ontstaan vanwege Trijntje Heeres. Om van Gorter af te komen zou Trijntje de handel en wandel van Gorter hebben doorgespeeld aan de SD. Mogelijk zag de SD in Gorter niet meteen een zware jongen, maar toch gevaarlijk genoeg om hem op te sluiten en uiteindelijk te vermoorden.

Op 2 november 1945 vond een symbolische bijzetting met een urn plaats op Begraafplaats Esserveld te Groningen.

Monument gefussileerden Westerbork te Esserveld

 

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.