Jilles Zijlstra

Jilles Zijlstra (1903-1972), een verzetsheld uit Drachtster Compagnie 

In november 2021 ontving Sofia Krol kort na de plaatsing van haar artikel in het historisch blad ‘Smelne’s Erfskip’ over spion en verzetsheld Roelof Cornelis Vermeulen, een reactie van zowel de dochter van Jilles Zijlstra, mevrouw Doedty Baars-Zijlstra uit Drachten als van haar broer Harry Zijlstra uit Den Bosch. Zij herkenden zich in het idee dat er na de Tweede wereldoorlog maar weinig aandacht was geweest voor mensen in het verzet, ook voor hun vader. Van beiden mocht Sofia nadere informatie ontvangen over Jilles Zijlstra. Willemien Terpstra-Vermeulen (kleindochter van Roelof Cornelis Vermeulen) heeft opnieuw archiefwerk gedaan en ervoor gezorgd dat ontbrekende informatie over Jilles Zijlstra boven water kwam.

Foto links: Jilles Zijlstra (Oostrum 1903- Drachten 1972)

Jilles Zijlstra

Voornaam
Jilles
Achternaam
Zijlstra
Geboortedatum
25 juni 1903
Geboorteplaats
Oostrum (Oostdongeradeel)
Sterfdatum
06 januari 1972
Sterfplaats
Drachten

Wat maakt een verzetsheld?
In het boekje (2021) met de gelijknamige titel van Rutger Bregman, dat over de verzetsheld Arnold Douwes gaat, komen er in het onderzoek ‘The Altruistic Personality’ (1988) van Samuel en Pearl Oliner, toch een paar conclusies naar boven over waarom de één in het verzet ging en de ander niet. In het algemeen is bekend dat het aandeel communisten en gereformeerden (substantieel veel predikanten) flink was oververtegenwoordigd in het verzet. Volgens het onderzoek van de Oliners was het niet de redelijke meerderheid, maar een kritische minderheid die in verzet kwam. Vaak was er sprake van liefhebbende ouders, die hun kinderen een sterk gevoel van eigenwaarde mee hadden gegeven. Wat opvallend was is dat gehoorzaamheid veel minder belangrijk was dan eerlijkheid in de opvoeding. Tijdens de oorlog kwam naar voren dat verzetslieden meer dan normaal tolerantie konden voelen met de ‘vreemde’ ander en dat men weigerde om weg te kijken.
Een opvallend aspect was dat men het gevoel had geen keus te hebben door het eigen morele kompas. Omdat er bij verzetsmensen vaak ook sprake was van een bepaalde trots, wilde men wel gevraagd worden om in actie te komen. Meestal was de predikant ‘de makelaar’ in de ‘vervolgden’, die een beroep op je deed omdat ze vaak een goed netwerk hadden.

Roelof Vermeulen (l) en Jilles Zijlstra. Archief Willemien Terpstra-Vermeulen

Wie was Jilles Zijlstra en wat maakte bij hem dat hij een verzetsheld was?
Jilles Zijlstra werd geboren in een gereformeerd gezin met elf kinderen op 26 juni 1903 in Oostrum (Oostdongeradeel) als zoon van veehouder Sjoerd Zijlstra en Doedtje Jans Tjoelker. Jilles Zijlstra was niet van de plat getreden paden, had een groot rechtvaardigheidsgevoel, was trots van aard, creatief, ondernemend en blijkbaar ook een avonturier want hij ging op jonge leeftijd al voor een paar jaar naar de Verenigde Staten om te werken op een ranch. Daar leerde hij uitstekend Engels spreken, wat hem in de oorlog goed van pas zou komen.

Jilles in Amerika

In 1927 trouwde hij met Ynskje Douma met wie hij 2 zoons kreeg, Sjoerd (1928-2014) en Joop (1931-2007). Ynskje kwam te overlijden in 1932. In 1935, in Dantumadeel, trouwde Jilles opnieuw, nu met Janke Boskma. Met haar zal hij nog 3 kinderen krijgen, Klaas (1936-1989), Doedtje (1939) en Harry (1946).
Op 25 mei 1935 verhuizen ze kort na hun huwelijk naar Dorpsstraat 41 in Drachtster Compagnie (nu Smidswei 6). Daar huren ze van de heer M. van der Zee (woonde op Dorpsstraat 21) een winkelpand met woning voor een manufacturenzaak. Het gezin was gereformeerd en het echtpaar stond altijd klaar om mensen in nood te helpen.

Het gezin Zijlstra omstreeks 1945. De jongste zoon Harry is nog niet geboren.

Hij was onverschrokken volgens rapporten en bracht met gevaar voor eigen leven, vliegeniers in veiligheid.

Verschillende van die vliegeniers haalde hij zelf bij de gecrashte vliegtuigen vandaan, terwijl de Duitsers ook op zoek waren.(...) Zeven vliegeniers werden vervolgens liefdevol opgenomen in het gezin van Zijlstra voor kortere of langere tijd. Na wapendroppings verborg Zijlstra munitie onder de etalage van zijn winkel, maar hij verborg zelf ook Joodse onderduikers in zijn woning.

Waarvoor kreeg Jilles Zijlstra de Medal of Freedom?
Uit onderzoek is gebleken dat in de regio Drachten een behoorlijke verzetsgroep actief was, waar de leden elkaar vertrouwden en waar niemand van is opgepakt. Er was een grote Knokploeg (lokaal)) en de groep van Roelof Cornelis Vermeulen (nationaal en internationaal) die onderling contact hadden. Tiny Mulder (die de hoogste onderscheiding heeft ontvangen voor haar verzetswerk) was de belangrijkste schakel tussen bovenstaande verzetslieden. Naast dat er verzetsdaden werden gepleegd, ontfermde de verzetsgroep zich vanaf 1943 ook over de bemanningen van geallieerde vliegtuigen, die waren neergeschoten in de Noordelijke regio en over Joden waar een onderduikplek voor gevonden moest worden. Jilles Zijlstra was lid van deze verzetsgroep en had nauwe contacten met beide predikanten van Drachtster Compagnie, de heren P. Miedema en J. van Dijk en met onderwijzer B. Woudstra, die allen betrokken waren bij het verzet en bij het laten onderduiken van tientallen Joden. Drachtster Compagnie werd in die tijd daarom wel het ‘nieuw Jerusalem’ genoemd. In de stukken blijkt dat Zijlstra ook hierbij geholpen heeft, hij had vaak ook Joden in huis.

De in 1972 gesloopte Gereformeerde kerk met pastorie aan de Smidswei

De pastorie van predikant Miedema werd zelfs op een gegeven moment verzegeld door de Sicherheitsdienst en het hele gezin moest onderduiken. Zijlstra had ook een nauw contact met een verzetsgroep uit Opeinde-Nijega, waar zowel predikant de heer E.G. Buitenbos, als huisarts dr. J. Siebinga, deel van uitmaakten.

Vlakbij Drachtster Compagnie, aan de Oude Laweiswyk 2, stond de zogenaamde ‘Terroristenhoeve’ van Foppe de Haan, een bolwerk van verzet. In de buurt van Opeinde was de boerderij van Reinder de Vries in Legauke, waar naast Knokploegleden ook veel onderduikers zaten.

De voormalige ‘Terroristenhoeve’ bij Drachtstercompagnie anno 2022. Foto Fokke Wester.

Beide locaties zijn uiteindelijk verraden, de boerderij in Legauke is zelfs afgebrand door de Duitsers. Zijlstra heeft volgens onderzoek ook vliegeniers naar deze ‘Terroristenhoeve’ gebracht. De verzetsgroep waar Zijlstra deel van uitmaakte stond in contact met beide locaties.

Jilles Zijlstra was voor de oorlog bij de Burgerwacht van Smallingerland en wist al snel dat het niet goed zou komen in Europa. Hij was onverschrokken volgens rapporten en bracht met gevaar voor eigen leven, vliegeniers in veiligheid. Verschillende van die vliegeniers haalde hij zelf bij de gecrashte vliegtuigen vandaan, terwijl de Duitsers ook op zoek waren. Als vliegeniers gewond raakten kwam Dr. Siebinga naar de woning van Zijlstra om medische hulp te verlenen. Zeven vliegeniers werden vervolgens liefdevol opgenomen in het gezin van Zijlstra voor kortere of langere tijd. Na wapendroppings verborg Zijlstra munitie onder de etalage van zijn winkel, maar hij verborg zelf ook Joodse onderduikers in zijn woning. Predikant Buitenbos zorgde voor voedsel voor de onderduikers van Zijlstra.

Jilles Zijlstra (rechtsboven met pet en pijp) voor zijn winkel.

Eén keer kwam er een illegale ambulance voorrijden voor de woning van Zijlstra, die zelf niet thuis was, waarna er zes vliegeniers uitstapten. Volgens koerierster Liesbeth Atsma, was mevrouw Zijlstra daarvan erg overstuur.
Zijlstra had toen hij thuis kwam nuchter gereageerd met de woorden: ‘At oars net is, ik tocht ien fan de bern dea, want de gerdinen sitte ticht’. ('Als het anders niet is, ik dacht dat één van de kinderen dood was, want de gordijnen zijn dicht').  De legendarische verzetsmensen Krijn van der Helm (leider KP in Leeuwarden) en Esmee van Eeghen hadden deze ambulance met de zes Amerikaanse piloten georganiseerd. Beiden hebben uiteindelijk hun verzetsdaden met de dood moeten bekopen. Natuurlijk bleef zo’n actie in Drachtster Compagnie niet onopgemerkt. Zowel Zijlstra als Buitenbos werden dan ook beiden gezocht door de Sicherheitsdienst. Zijlstra gebruikte om veiligheidsredenen in elk geval drie schuilnamen: Baldy, Dettmers en Jonkman.

Doordat Zijlstra een manufacturenwinkel had en connecties met toeleveringsbedrijven voor kleding en schoeisel, kon hij ervoor zorgen dat, ondanks de grote schaarste in de oorlog, de piloten werden voorzien van Nederlandse burgerkleding. Dit was uiteraard een belangrijke voorwaarde voor hun veiligheid. De financiële middelen voor kleding en schoeisel werden geregeld door de groep van Vermeulen.

Zijlstra heeft zich volgens onafhankelijke rapporten van de Military Intelligence Service ook zeer verdienstelijk gemaakt door vliegeniers naar veilige adressen te brengen en naar het treinstation in Heerenveen en Leeuwarden. Eén keer zat Zijlstra zelfs zelf in de trein tussen twee officieren in, een geallieerde vliegenier, die officier in het Britse leger was en die begeleid werd door Zijlstra en naast een nietsvermoedende Duitse officier in de trein.
Zijlstra gaf ook, omdat hij zich goed kon uitdrukken in de Engelse taal, de vliegeniers instructies hoe ze zich moesten gedragen onderweg in de trein, hoe ze hun begeleiders konden herkennen en wat ze moesten doen bij nood als ze werden aangehouden. Hij leerde ze korte antwoorden geven in het Nederlands. In hun valse persoonsbewijs werd vaak als woonplaats Sneek (snake) vermeld omdat ze dat gemakkelijk konden uitspreken.
Hij had ook contacten met een verzetsgroep uit de regio Kampen en Vollenhove. Zo werd er een vliegtuig neergeschoten op 8 maart 1944 nabij Dalfsen. De bemanning werd door Zijlstra opgehaald na een seintje van de verzetsgroep uit Vollenhove. Bij die bemanning zat ook navigator Marlowe B. Olson (Nebraska), naar wie Zijlstra na de oorlog een brief heeft geschreven, die overigens nooit werd beantwoord.


Navigator Marlow B. Olson

Volgens de dochter van deze Marlow B. Olson, Marla Okner, die in 2013 en 2015 een bezoek heeft gebracht aan de dochter van Zijlstra, wilde haar vader liever niet meer over de oorlog praten. Marla Okner is bezig met een boek te schrijven over de crash van haar vader en over de hulp van het verzet.
Zijlstra werkte volgens verschillende rapporten van de Headquarters European Theatre of Operations (Military Intelligence Service) nauw samen met anderen uit het verzet, maar hij heeft de Medal of Freedom ontvangen voor zijn persoonlijke hulp aan maar liefst 38 vliegeniers van verschillende geallieerde strijdkrachten. Hij ontving deze medaille op 12 maart 1947 in Utrecht.

Verraad en het afbranden van de woning en winkel
In de ‘Terroristenhoeve’ zat een verrader onder de onderduikers. Op een dag ontsnapte deze met een fiets en een leren overjas van boer Foppe de Haan en nam contact op met de Sicherheitsdienst in Groningen. Deze verrader kende alle gezichten en namen. Naast een inval op de ‘Terroristenhoeve’ was de Sicherheitsdienst op 24 januari 1945 ook op zoek naar Jilles Zijlstra. Die kon net op tijd zichzelf en zijn gezin in veiligheid brengen. De woning werd met behulp van handgranaten in brand gestoken toen Zijlstra niet werd aangetroffen. Er was niets meer over van de woning en de winkel. Door de munitie die daar verborgen lag ontstond een hevige ontploffing.
H. Bouwman, Polizei-Angestellter bij de Sicherheitsdienst in Groningen en F. Bellmer, de tweede man van het beruchte Scholtenhuis in Groningen, hebben voor standrechtelijke executies van verzetsmensen maar ook voor deze brandstichting, op 24 september 1949 voor de rechtbank in Groningen terechtgestaan. Bellmer heeft levenslang gekregen. De Zijlstra’s kregen nadat ze ondergedoken zaten in Sneek een woning aangeboden op de Merelstraat 9 in Drachten, die pijnlijk genoeg inmiddels verlaten was door een NSB’er.

Mentale en fysieke prijs
Volgens het boekje van Bregman was er onder verzetsmensen veel verontwaardiging over mensen die zich na de oorlog opeens verzetsmensen noemden. Ook Jilles Zijlstra was daar ontstemd over. Daarnaast was hij ook verbitterd omdat hij geen schadevergoeding had ontvangen voor de brand in de door hem gehuurde woning/bedrijfspand. Hij was trots en wilde niet bedelen om een vergoeding. Er was zelfs geen medewerking van de overheid voor het starten van een nieuw bedrijf. Veel verzetsmensen en hun gezinsleden kregen last van een posttraumatische stressstoornis. Zo is mevrouw Zijlstra, volgens haar kinderen, niet meer ‘de oude’ geworden. Vaak was er sprake van ontwrichting in de gezinnen en/of men was teleurgesteld in de overheid en wilde niet meer spreken over de oorlog. De trauma’s en de angst door de enorme risico’s die waren genomen, waren onderdeel van een collectieve prijs die men moest dragen.

 

Sofia Krol, augustus 2022

Dit artikel is eerder verschenen in Smelne’s Erfskip, nummer 59, oktober 2022

Bronnen
- ‘Wat maakt een verzetsheld’, Rutger Bregman. De Correspondent, Tim Beijer producties 2021
- ‘Sporen aan de hemel’, Ab A. Jansen, Hollandia, 1979
- ‘Vliegers op de vlucht’, Jan Slofstra, Noordboek, 2020
- Verslag Oudheidkamer Drachtster Compagnie 1970, T. Jager
- ‘Trammelanten ûnderweis’, Liesbeth Atsma, mei 1990
- 4 rapporten van Headquarters European Theatre of Operations, juli 1945
- Archief Doedty Baars-Zijlstra
- Archief Willemien Terpstra- Vermeulen
- Informatie Harry Zijlstra
- Gemeentearchief Smallingerland, Magdalena Miedema

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.