Christiaan Lubbers

Christinus Wieger Lubbers was één van de zeventien mannen die op 12 oktober 1944 in kamp Westerbork door de Duitsers werd geëxecuteerd. Sjoerd Post schreef dit portret over hem.

Lubbers was plaatselijk commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) en was een week eerder gearresteerd op zijn werk bij de radiatorenfabriek Duintjer in Wildervank. Zijn arrestatie was een gevolg van eerdere aanhoudingen binnen de plaatselijke Ordedienst. Hij werd overgebracht naar het Scholtenhuis in Groningen. In de vroege morgen van 12 oktober 1944 werd hij, samen met zestien andere mannen, naar Westerbork gebracht. Zij werden in twee groepen opgedeeld en dicht bij het crematorium doodgeschoten.

Christiaan Lubbers

Voornaam
Christinus Wieger
Achternaam
Lubbers
Geboortedatum
01 februari 1899
Geboorteplaats
Idaarderadeel
Sterfdatum
12 oktober 1944
Sterfplaats
kamp Westerbork

Christinus Wieger Lubbers werd op 2 februari 1899 in Idaarderadeel (nu Grouw) geboren als zoon van schipper Johannes Lubbers en Maria Joosten. Zijn ouders woonden in Wildervank, maar omdat zij met hun schip in Idaarderadeel lagen, werd Christinus daar ingeschreven.

Lubbers trouwde op 15 november 1923 met de toen 22-jarige Trijntje Munneke.

Het echtpaar kreeg drie dochters en een zoon. Hij werkte als procuratiehouder bij de radiatorenfabriek Duintjer in Wildervank. Het echtpaar woonde aan de Stationsstraat in Wildervank.


Commandant Binnenlandse Strijdkrachten
Lubbers was in de oorlogsjaren actief in het verzet. Evenals bijna alle illegale werkers in Veendam en Wildervank was Lubbers gereformeerd. Al in de eerste oorlogsjaren was hij actief in de scholing van de aangesloten jeugdleden van het kerkgenootschap. Hij beoogde daarmee tegenwicht te bieden aan de Duitse propaganda. In de loop van de oorlog raakte hij steeds meer betrokken bij het verzet. Lubbers bezat een natuurlijk overwicht over mensen en was zeer gezien bij zijn medewerkers. Op zijn verzetskaart staat dat hij betrokken was bij de inlichtingengroep Packard, de Binnenlandse Strijdkrachten, de LO-Wildervank, de illegale Anti Revolutionaire Partij en de Ordedienst (OD).

Toen de plaatselijk commandant van de Binnenlandse Strijdkrachten, de militair G. Savenije in de zomer van 1944 elders moest worden ingezet, was het voor iedereen duidelijk dat Lubbers zijn opvolger moest worden.

In september 1944 begon een golf van arrestaties van mensen van de OD. Dit had te maken met de dubbelrol van Simon Redeker. Deze man was eerst lid van de OD, maar werd later informant van de Sicherheitsdienst (SD). Christinus Lubbers werd op 5 oktober 1944 op zijn werk gearresteerd. De Sicherheitsdienst vond enkele half afgewerkte persoonsbewijzen en meer compromitterende voorwerpen bij hem. Als gevolg van zijn arrestatie viel de plaatselijke organisatie van het verzet uiteen. Ook vijf groepscommandanten werden gearresteerd en geïnterneerd in een werkkamp, waar zij gelukkig wisten te ontsnappen. Eerst met de benoeming van A. Klein tot nieuwe commandant kwam de verzetsorganisatie weer op gang. Christinus Lubbers werd naar het Scholtenhuis in Groningen gebracht en daar dagenlang verhoord en gemarteld.


Brief vanuit het Scholtenhuis

Verzetsherdenkingskruis
Op 12 oktober 1944 werd hij naar kamp Westerbork gebracht. In de vroege ochtenduren werd Lubbers, samen met nog zestien mannen, daar gefusilleerd; hij werd slechts 45 jaar. Hij liet een vrouw, drie dochters en een zoon na. Bij zijn dood waren deze respectievelijk 19, 17, 13 en 8 jaar oud.

De lichamen van de mannen werden daarna één voor één in het crematorium van kamp Westerbork gecremeerd. Twee Joodse gevangenen moesten de crematie regelen en er mocht niets van de resten overblijven. Hoewel verboden verzamelden zij veel persoonlijke bezittingen van deze mannen in een doos en begroeven deze achter het crematorium. Zo konden alle mannen na de bevrijding geïdentificeerd worden. De stoffelijke resten zijn eind 1945 herbegraven op begraafplaats Esserveld in Groningen.

Christinus Lubbers kreeg postuum het Verzetsherdenkingskruis.

Op 4 mei 1945 is de Stationsstraat in Wildervank naar Christinus Lubbers vernoemd en heet nu C.W. Lubbersstraat.

Familiearchief
Zijn kleinzoon, Henk Scholten uit Scheemda, dook in het familiearchief en vond aantekeningen uit een dagboek van zijn tante Joke, de oudste dochter van Lubbers. Zij beschrijft hoe haar vader in vier oorlogsjaren veranderde van een mooie man van veertig in een oude man die wel vijftig leek.


‘Zo zorgelijk en verdrietig en zo zag ik hem ook voor het laatst door het raampje van de overvalwagen waar hij in gestopt was. De secretaresse van vader, Sina Pinkster, heeft direct na zijn arrestatie mijn moeder gebeld. Die had toen nog tijd om een onderduiker in ons huis beter te verstoppen. Al snel stonden de Duitsers voor ons huis en riepen ’heraus, heraus’. Ze schoten in de lucht en roofden alle kippen en ook het voedsel uit onze kelder. Toen ik naar de overvalwagen liep om vader te zien, begonnen ze weer in de lucht te schieten en ons weg te jagen’. Het gezin Lubbers werd liefdevol opgenomen bij boer Arie te Velde. Al hun bezittingen werden in een verhuiswagen geladen en verdwenen naar Duitsland. Na zes dagen kwam de dominee vertellen dat vader Lubbers door de Duitser was gefusilleerd.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.