Pas eind februari 1946 kwam Grietje Spanjer erachter wat er met haar man, boswachter Christiaan Kuiper, gebeurd was. Na zijn arrestatie in oktober 1944 had ze niets meer van hem vernomen. Waar ze vanuit ging, werd bewaarheid; ze zou haar man nooit meer terugzien. Kort daarop werd een rouwdienst gehouden. In het mededelingenblad van Staatsbosbeheer van dat jaar is daarover te lezen: ‘Ter zijner nagedachtenis werd nu op 12 maart een eenvoudige rouwdienst gehouden ten huizen van zijn echtgenoote, waarbij al zijn collega’s van de houtvesterijen ‘Assen’ en ‘Emmen’, alsmede de houtvesters, tegenwoordig waren. Onder groote belangstelling werd daarna een eenvoudig gedenkteeken onthuld in de boschwachterij ‘Dwingelo’. Deze aangrijpende plechtigheid en waardige herdenking van velen vond plaats aan de voet van een in 1918 door Chr. Kuiper zelf geplante vredeseik’.’
Christiaan Kuiper
- Voornaam
- Christiaan
- Achternaam
- Kuiper
- Geboortedatum
- 26 augustus 1891
- Geboorteplaats
- Terschelling
- Sterfdatum
- 27 oktober 1944
- Sterfplaats
- kamp Westerbork
Christiaan Kuiper werd op 27 augustus 1891 op Terschelling geboren.
Chris Kuiper (bron: privébezit familie Kuiper)
Hij trouwde met Grietje Spanjer en samen woonden ze op het adres Lhee 289 in een buurtschap die destijds viel onder de gemeente Dwingeloo. Christiaan Kuiper en Grietje Spanjer kregen drie zonen, die in 1944 al (jong) volwassenen waren.
Christiaan Kuiper met zijn vrouw en oudste zoon in 1919 (bron: privébezit familie Kuiper)
Christiaan was werkzaam als boswachter bij Staatsbosbeheer in de bossen van Dwingeloo. Tijdens de oorlog was hij als verzetsstrijder betrokken bij het verbergen van onderduikers.
De boswachterswoning voor de oorlog. Het huis is in de jaren 60 afgebroken.
“Ik kan mij herinneren dat er een persoon bij was die het uniform droeg van een boswachter.”
Op 15 oktober 1944 werd Christiaan Kuiper door de Landwacht opgepakt. In politieverklaringen vertelde zijn vrouw dat op die bewuste dag er rond 20.00 uur ’s avonds bij hen thuis werd aangebeld. Toen Kuiper de deur opendeed, kwamen er twee landwachters binnen. Ook zou er nog een derde landwachter zijn binnengekomen. Er ontstond een gesprek tussen de landwachters en Christiaan Kuiper, waarbij één van de landwachters in het begin zei, dat het niet nodig was om hem te arresteren. Later in het gesprek kwam hij hier echter op terug, waarop de landwachters Kuiper lachend wegvoerden.
De reden waarom de landwacht Christiaan Kuiper arresteerde, was ‘verdenking van hulp aan onderduikers’. Er waren op dat moment al verschillende onderduikers opgepakt, die verscholen zaten in de bossen rondom Diever; het gebied dat onder zijn toezicht als boswachter viel. Ze vonden dat Kuiper verantwoordelijk was voor de gevonden schuilhutten in de bossen. Ook dachten ze dat hij wist van de onderduikers en hen hielp om met elkaar in contact te komen, zodat de onderduikers een groep konden vormen.
Na zijn arrestatie werd Kuiper gevangengezet in het Schultehuis in Diever en van daaruit overgeplaatst naar het Huis van Bewaring in Assen. Op 27 oktober 1944 werd Kuiper ‘op transport gesteld’, aldus de dagrapporten van de politie. Volgens getuigen werd Kuiper samen met acht of negen andere mannen naar Westerbork vervoerd. Daar zijn zij diezelfde dag nog gefusilleerd.
De Joodse kampgevangene Selfried Fuchs, die naast tuinman in het kamp ook af en toe in het crematorium van het kamp werkte, verklaarde na de oorlog over de executie van 27 oktober 1944:
“Ik herinner mij pertinent zeker, dat er een groep van negen mannelijke gevangenen is gefusilleerd (…). Ofschoon de lijken als regel door de SD’ers die de executie hadden uitgevoerd naar het crematorium werden gesleept, moesten wij in dit geval bij uitzondering de lijken van de executieplaats ophalen. Ik kan mij herinneren dat er een persoon bij was die het uniform droeg van een boswachter.”
De begraafplaats van de asresten bij het crematorium van kamp Westerbork.
Christiaan Kuiper werd na zijn dood gecremeerd in het crematorium van kamp Westerbork. De asresten zijn rond het crematorium begraven. Later zijn deze resten naar de begraafplaats Esserveld in Groningen gebracht, waar ook de graven van andere gefusilleerde verzetsstrijders liggen.
De vrouw van Christiaan Kuiper had sinds de arrestatie niets meer van haar man vernomen, zodat ze er na de oorlog vanuit ging dat hij niet meer leefde. Er werd transport naar Duitsland vermoed. Lange tijd verkeerde ze in onzekerheid. Pas eind februari 1946 is ze met behulp van het Rode Kruis erachter gekomen wat er met haar man gebeurd was.
Het gedenkteken dat in maart 1946 na de rouwdienst werd geplaatst bestaat uit een zwerfkei met inscriptie en bevindt zich aan de rand van de weg tussen Lhee en Spier. Behalve op dit gedenkteken wordt Christiaan Kuiper ook genoemd op het oorlogsmonument in Dwingeloo en op de namenwand, nabij de plek waar het crematorium van kamp Westerbork stond.
Op het oorlogsmonument in Dwingeloo staat de naam van Christiaan Kuiper vermeld.
Monument met de namen van de gefusilleerden bij kamp Westerbork.