De uit Oostenrijk afkomstige broer en zus Karl en Ceija Stojka overleefden Auschwitz-Birkenau. In hun latere leven zetten beiden de gruwelijke oorlogsherinneringen om in kunst. ‘Dat vermindert de druk op mijn ziel'.
Karl & Ceija Stojka
In 1994 was in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork een tentoonstelling te zien van de hand van de Oostenrijkse Roma Karl Stojka (1931-2003). De kunstwerken in de tentoonstelling toonden de enorme impact van de oorlog op het leven van Stojka, overlevende van Auschwitz, Buchenwald, Flossenbürg en Dachau.
Op 3 maart 1943 werd Karl Stojka - zijn vader en grootouders waren al eerder weggevoerd - in zijn klaslokaal door de nazi’s opgepakt.
‘De deur ging open en binnen kwam het hoofd van de school, de hoofdmeester en mannen in leren uniformen van de Gestapo. We moesten allemaal opspringen en “Heil Hitler” schreeuwen. Natuurlijk deed ik ook mee. Toen begonnen de mannen echter te fluisteren. Plotseling draaide de hoofdmeester zich naar me om en zei: “Karli Stojka, je moet met hen meegaan.” Ik heb m’n spullen gepakt en ben met de Gestapo-mensen naar de uitgang gelopen. Daar stond een vrachtwagen klaar, al helemaal vol met andere Sinti en Roma.’
Drie weken later werd Karl met zijn familie naar Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Bij aankomst kreeg hij het nummer ‘Z-5742’ op zijn arm getatoeëerd.
Het schoollokaal
‘De deur ging open en binnen kwam het hoofd van de school, de hoofdmeester en mannen in leren uniformen van de Gestapo. We moesten allemaal opspringen en “Heil Hitler” schreeuwen. Natuurlijk deed ik ook mee. Toen begonnen de mannen echter te fluisteren. Plotseling draaide de hoofdmeester zich naar me om en zei: “Karli Stojka, je moet met hen meegaan.” Ik heb m’n spullen gepakt en ben met de Gestapo-mensen naar de uitgang gelopen. Daar stond een vrachtwagen klaar, al helemaal vol met andere Sinti en Roma.’
Net als haar broer Karl wist ook Ceija Stojka (1933-2013) Auschwitz-Birkenau te overleven. Ze stond al in de rij voor de vernietigingsovens toen nazi's haar en haar moeder eruit haalden. Omdat ze er sterk uitzagen, werden ze naar werkkamp Ravensbrück gestuurd. Later kwamen ze in Bergen-Belsen terecht waar ze door de geallieerden in april 1945 werden bevrijd.
Veel later, in de jaren tachtig, besloot Ceija de herinneringen die haar achtervolgden op te schrijven. Daarna ging ze de onuitwisbare indrukken verwerken in meer dan 1.000 tekeningen en schilderijen (!). Ceija wilde daarmee niet alleen haar eigen verhaal als Roma kind, maar tegelijk ook het universele verhaal van het lijden van kinderen in oorlogstijd laten zien. Ze ging ermee door tot haar dood want, zoals ze zelf zei: ‘Dat vermindert de druk op mijn ziel'.
Het werk van Ceija Stojka valt volgens kenners te verdelen in grofweg twee categorieën. Enerzijds de ‘dunkle Bilder’, grafische weergaven van de afschrikwekkende oorlogsjaren en de periode van gevangenschap die haar familie en haar volk moeten doorstaan. Het zijn veelal zwarte inkttekeningen waaruit alle kleur is weggeslopen. Anderzijds de ‘helle Bilder’, vrolijk gekleurde, idyllische landschappen die de vooroorlogse jaren weergeven, als de Stojka familie en andere Roma frank en vrij met hun paarden en huifkarren door het Oostenrijkse platteland trekken.
In Museum het Valkhof in Nijmegen was van 15 februari tot en met 10 juni 2019 een tentoonstelling te zien over het leven en werk van Ceija Stojka. In de expositie waren meer dan 100 kunstwerken bijeen gebracht die samen het verhaal van Stojka weergaven, van de vooroorlogse jaren tot de terugkeer naar het vrije leven. De werken over de drie concentratiekampen vormden het hart van Stojka’s artistieke productie en van de tentoonstelling. Het zijn nachtmerrieachtige beelden vol prikkeldraad, rook, SS-ers, wind, sneeuw en kraaien.