De opa van Didier Winterstein wist het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau te overleven. Didier, docent aan het Christelijk Gymnasium in Utrecht, vertelde erover tijdens de Nationale Herdenking Vervolging Sinti en Roma op 19 mei 2019 in kamp Westerbork.
Didier Winterstein
'Opa, wat is dat op je arm?' 'Ach lieve jongen: niets.' En hij wreef met zijn hand over het kampnummer dat hij nooit had laten verwijderen.
Ik ben Didier Winterstein. Ik groeide op met het familieverhaal van Auschwitz, gebaseerd op brokjes informatie van mijn vader.
Nazi’s hadden mijn opa samen met zijn zusters en ouders afgevoerd naar de concentratiekampen. Opa was toen in de kracht van zijn leven en ongelofelijk sterk, want hij keerde terug met enkele van zijn zusters. Zonder zijn ouders. Mijn vader heeft zijn opa en oma nooit gekend.
Mijn opa moet na de oorlog een nieuw leven gestart zijn dat hij nooit voor mogelijk had gehouden: met een vrouw, een kind, gezondheid, kansen, -- maar ook met dat verleden.
Opa heeft nooit geweten hoe het zijn ouders is vergaan en heeft altijd de hoop gehad dat ze na de oorlog elders in Europa terecht waren gekomen. In zijn laatste dagen zag ik hem ooit hevig ontroerd, toen hij dacht dat míjn moeder zíjn moeder was.
Zo veel was onduidelijk, zo veel is nog altijd vaag: brokjes informatie.
Het kampnummer
'Opa, wat is dat op je arm?' 'Ach lieve jongen: niets.' En hij wreef met zijn hand over het kampnummer dat hij nooit had laten verwijderen.
Zo kwamen – jaren na de dood van mijn opa – de papieren van het Rode Kruis, waarin stond wanneer en op welke wijze meneer en mevrouw Winterstein waren vermoord.
Tien jaar geleden was ik op vakantie in Polen onderweg naar Krakau en toen ontdekte ik hoe dicht ik bij Oświęcim was. Ik voelde het aan mijzelf verplicht om daar langs te gaan. Op enkele kilometers afstand reed ik met de auto over een brug over een serie treinrails en mijn maag draaide zich om: dit zijn de sporen!
In Auschwitz las ik op de lijst van de Sinti de namen van mijn familieleden. En er stonden een paar Wintersteins meer op dan ik van de verhalen kende: een paar kinderen. Nog meer vragen.
Brokje informatie: toen mijn moeder ooit terloops zei dat ze het praktischer vond om gecremeerd te worden dan te worden begraven, was mijn opa in ene in tranen en vroeg haar om zich alsjeblieft niet te laten te verbranden. ‘Ik hoor ze ‘s nachts nog hoor! Want ze waren niet altijd dood als ze de ovens ingingen.’
Inmiddels ben ik zelf vader van drie jonge kinderen: zij hebben de eerste generatie niet persoonlijk gekend: hoe geef ik het hun door? Oorlog is voor hen iets van andere tijden of verre oorden.
'Papa, hier komt toch nooit oorlog?' 'Ach lieve jongens: natuurlijk niet. Maar het leven zoals dat nu is, is niet vanzelfsprekend. Wees je bewust dat de dingen veranderen kunnen en zullen. Wees dankbaar, wees waakzaam, wees lief.'