In de provincie Friesland, vooral in het Zuidwesten, was tijdens de oorlog een relatief groot aantal Joodse onderduikers ondergebracht. In 2007 werd een cartotheek ontdekt met gegevens over een aantal onderduikers in deze regio. Deze cartotheek wordt momenteel bewaard in het archief van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Leerlingen van het Marne College in Bolsward deden onderzoek naar onderduikers en onderduikgevenden.
Linie de Vries werd geboren op 19 januari 1921. Ze kwam uit Utrecht, waar ze woonde aan de Bemuurde Weerd 29. Tijdens de oorlog zat ze samen met Betty Mary Content (1920) uit Scheveningen onder andere ondergedoken bij de familie Van Veen aan het Laag Bolwerk 67 in Bolsward.
Linie de Vries
- Voornaam
- Linie
- Achternaam
- de Vries
- Geboortedatum
- 18 januari 1921
- Geboorteplaats
- Utrecht
- Sterfdatum
- 04 oktober 2013
- Sterfplaats
- Almere
Na eerst op zeven verschillende onderduikadressen te hebben verbleven in heel Nederland, kwam Linie de Vries uiteindelijk in Hilversum terecht. Hier ontmoette ze Betty Ziekenoppasser, die de schuilnaam Pien Content gebruikte. De onderduiknaam van Linie de Vries was Ati van Gils, haar persoonsbewijs was ook op deze naam gemaakt. Vanaf eind 1944 tot aan het einde van de oorlog waren ze samen ondergebracht.
Door slechte omstandigheden op hun laatste duikadres was het nodig om een ander onderkomen te vinden. Met hulp van een bevriende arts, die werkte in het Diaconessenziekenhuis in Hilversum, konden ze in februari 1945 met een vrachtwagen naar Zwolle vertrekken. Dit was net voordat de IJsselbrug dichtging. De tocht was allesbehalve prettig, met als dieptepunt dat de vrachtwagen werd beschoten.
In Zwolle brachten ze de nacht door bij een predikant. Hun koffertjes zouden door een schipper naar Bolsward worden vervoerd. Hier wilden ze heen omdat het zusje van Linie zat ondergedoken bij de familie Van de Veen aan het Hoogzand. Na alweer een erbarmelijke tocht, met erg slecht weer, lopend en liftend, zijn ze uiteindelijk aangekomen in Bolsward. Ze kwamen in huis bij de familie Douwe van de Veen aan het Laag Bolwerk. De koffertjes die per schip aan zouden moeten komen, kwamen pas na 14 dagen aan.
De grootste verschrikking voor Linie was, dat ze erachter kwam dat haar vader vermoord was, in het kamp Auschwitz
Het dagelijks leven werd gevuld met verschillende bezigheden. Zo stonden ze elke dag enkele uren in de rij bij de gaarkeuken voor een hapje en gingen ze ook weleens naar een boer voor een fles melk. Verder gingen ze samen met ‘Moeke’ Van de Veen breien. Ze lagen altijd vrij vroeg in bed. In feite bestonden ze niet eens. Iemand die niet hoort te bestaan, kan ook weinig dingen doen, zonder dat dit onopgemerkt blijft. Naar eigen zeggen was het één grote nachtmerrie.
Linie en Betty werden in Bolsward in april 1945 bevrijd door de Canadezen. Met nog een andere onderduikster reden ze in mei 1945 met een taxi naar Utrecht. Dit was allemaal clandestien, het was nog verboden te reizen. Eenmaal teruggekomen kwamen ze tot de verschrikkelijke ontdekking dat alles weg was. Huis maar ook inboedel die bij andere mensen was ondergebracht. Zogenaamd waren deze spullen gestolen. De grootste verschrikking voor Linie was, dat ze erachter kwam dat haar vader vermoord was, in het kamp Auschwitz. Hij was op 30 juni 1942 opgepakt en naar kamp Amersfoort gebracht. Met het transport van 16 juli 1942 was hij via kamp Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd, waar hij op 25 augustus 1942 werd vermoord.
Haar geplande studie Engels was voorlopig van de baan. Ze moest eerst maar proberen om in de primaire levensbehoeften zoals onderdak, geld en eten te voorzien. Linie had twee banen tegelijkertijd. Haar zusje was op dat moment niet bij hen, maar nog in Bolsward. De eerste jaren na de oorlog moesten ze ongelofelijk zuinig leven. Over het algemeen was het voor de jongeren makkelijker dan voor de ouderen om de draad weer op te pakken. Linies moeder overleed in 1958. Linie trouwde in 1953 en werkte jarenlang als medisch secretaresse. Linie is op 4 oktober 2013 in Almere overleden.