Betty Mary Content

In de provincie Friesland, vooral in het Zuidwesten, was tijdens de oorlog een relatief groot aantal Joodse onderduikers ondergebracht. In 2007 werd een cartotheek ontdekt met gegevens over een aantal onderduikers in deze regio. Deze cartotheek wordt momenteel bewaard in het archief van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork. Leerlingen van het Marne College in Bolsward deden onderzoek naar onderduikers en onderduikgevenden.

Betty Mary Content

Voornaam
Betty Mary
Achternaam
Content
Geboortedatum
29 mei 1920
Geboorteplaats
Scheveningen

Betty Mary Content is geboren op 30 mei 1920 in Scheveningen. Ze woonde daar in de Hasseltschestraat 57. Er over haar bekend dat ze al voor de oorlog getrouwd was met Coenraad Ziekenoppasser (Amsterdam, 6 september 1913). Coenraad was verpleger in het Apeldoornsche Bosch. Gescheiden van elkaar overleefden ze beiden de oorlog. Na de oorlog kregen ze twee kinderen.

 De oorlogsperiode bracht Betsy Ziekenoppasser-Content door bij de familie Van der Veen, Laag Bolwerk 67 in Bolsward. Na enige tijd kwam daar nog een onderduikster wonen: Linie de Vries. De jonge vrouwen hebben sindsdien hun onderduiktijd samen doorgebracht.

Na de oorlog was Betty snel weer weg om te kijken of haar man nog leefde.

De leerlingen van het Marne College in Bolsward hadden een interview met mevrouw Van der Veen, dochter van het echtpaar dat Betsy onderdak heeft verleend. Het onderstaande is ontleend uit dit interview:

Lieuwe van der Veen was timmerman in Bolsward. Het gezin woonde ze op het Laag Bolwerk 67. Ze hadden zes kinderen, drie zonen en drie dochters. Hoe, wat en waarom de onderduiksters kwamen is niet bekend bij de dochter van het echtpaar. Op een avond werd er aangebeld met de vraag of ze een paar mensen konden herbergen. Zoals veel andere mensen in die tijd werd het als vanzelfsprekend beschouwd om mensen in nood te helpen, en om achteloos de mensen in huis te nemen. Zo ook bij de familie Van der Veen.
Het bleef niet bij deze mensen alleen, regelmatig kwamen er zomaar vreemden langs om een hapje mee te eten. Deze mensen vertrokken weer na het eten, waar ze vandaan kwamen, waarom ze kwamen, was bij niemand bekend. Dat ze hulp nodig hadden door dreiging van de Duitsers was vaak al reden genoeg om hulp te bieden.
Problemen en/of frictie tussen de onderduikers en de familie Van der Veen is er nooit geweest. Ze beschouwden elkaar als familie, dochter Van der Veen was zelfs de beste vriendin van Linie.

Linie en Betty die bij familie Van der Veen ondergedoken waren konden simpelweg over straat lopen. Ze hadden een groot voordeel, en dat was dat ze er niet Joods uitzagen. In het algemeen werd de titel ‘evacué’ aan de onderduikers gegeven. In die periode, aan het einde van de oorlog, kwamen veel evacués uit het Zuiden van het land om in het Noorden te overleven.

Dochter Van der Veen was een jaar of 15 toen Betty Content haar intrede in het gezin deed. Omdat zij als enige was aangekomen, al haar familieleden waren omgebracht, voelde ze zich wel thuis bij de familie. Op dat moment was Betty 21 jaar oud. Ze was al getrouwd.
Ze brachten veel tijd met elkaar door, met z’n tweeën gingen ze naar Burgwerd om melk te halen. Op de weg terug raakten ze de weg kwijt en gingen ze dus maar slootje springen waardoor ze natte voeten kregen. Ze zijn zelfs een keer met een Duitse auto meegelift om weer thuis te komen. Het huis waar men moest onderduiken werd verdeeld in twee gedeeltes, een leefruimte voor de Joden, en het achterste gedeelte was voor de familie Van der Veen. Na de oorlog was Betty snel weer weg om te kijken of haar man nog leefde.
De leerlingen hadden ook een interview met mevrouw Linie (Topman)-de Vries, de mede-onderduikster van Betty. Zij vertelt:

“Het dagelijks leven werd gevuld met verschillende bezigheden. Zo stonden we elke dag enkele uren in de rij bij de gaarkeuken voor een hapje en gingen we ook weleens naar een boer voor een fles melk. Verder gingen we samen met ‘Moeke’ Van de Veen breien. We lagen altijd vrij vroeg in bed. In feite bestonden we niet eens. Iemand die niet hoort te bestaan, kan ook weinig dingen doen, zonder dat dit onopgemerkt blijft. Het was één grote nachtmerrie.”

Linie en Betty werden in Bolsward in april 1945 bevrijd door de Canadezen. Met nog een andere onderduikster reden ze in mei 1945 met een taxi naar Utrecht. Dit was allemaal clandestien, het was nog verboden te reizen.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.