Sigismund & Julie van Leer

De succesvolle zakenman Sigismund van Leer (1879) kon in de onderduik lange tijd uit handen van de nazi’s blijven. Begin 1945 werden Sigismund en zijn vrouw Julie (1884) alsnog opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht.

Sigismund & Julie van Leer

Waar het zijn vader Willem niet lukte, daar slaagde Sigismund van Leer erin om van zijn carrière als zakenman een succes te maken. Samen met zijn jongere broer Bernard richtte Sigismund in 1917 in Amsterdam de papierwaren- en kartonfabriek De Atlas op. Onder leiding van Bernard zou het bedrijf in de jaren die volgden uitgroeien tot één van de grootste industriële verpakkingsconcerns ter wereld.

Bij oprichting van het bedrijf had Sigismund al een heel werkleven achter de rug. In het begin van de twintigste eeuw was de jonge zakenman als handelsagent actief in Duitsland. Bij één van zijn zakenreizen ontmoette hij de eveneens Joodse Julie Weinberg met wie hij in 1910 trouwde. Het paar besloot zich Berlijn te vestigen waar in 1912 dochter Ellen werd geboren. De dreiging van de Eerste Wereldoorlog zorgde in 1914 voor vertrek naar Nederland. Het gezin kwam in eerste instantie in Bussum terecht, maar verhuisde rond 1930 naar Amsterdam.

Dochter Ellen trouwde in 1938 met de Joodse jurist Albert Flesseman. In de meidagen van 1940 vluchtte Albert naar Engeland met het plan zich aan te sluiten bij de Geallieerden. Omdat dienstneming in Engeland niet lukte, reisde hij door naar de Verenigde Staten vanwaar hij in 1941 een levensteken naar zijn vrouw stuurde. 

De Atlas

Samen met zijn jongere broer Bernard richtte Sigismund in 1917 in Amsterdam de papierwaren- en kartonfabriek De Atlas op. Onder leiding van Bernard zou het bedrijf in de jaren die volgden uitgroeien tot één van de grootste industriële verpakkingsconcerns ter wereld.

Het was vervolgens Sigismunds broer Bernard die Ellen een uitreisvisum bezorgde. De inmiddels welgestelde industrieel verkocht het familiebedrijf voor enkele miljoenen guldens – ver onder de marktwaarde – aan de Duitse bezetter en wist daarbij gedaan te krijgen dat hij met vrijgeleide naar de Verenigde Staten mocht vertrekken. Met meeneming van een compleet circus (inclusief circusdieren !), zijn nichtje, zijn gezin en tot aan de Spaanse grens onder leiding van een SS-officier, ontsnapte Bernard in 1941 naar Amerika.

Kort na het vertrek van hun dochter doken Sigismund en Julie onder. Begin 1945 werden beiden in de buurt van Apeldoorn opgepakt en naar kamp Westerbork overgebracht. Gedurende enkele maanden leefde het stel hier in een kamer van ongeveer 15m2 in barak 10; een in 1939 gebouwde 'vluchtelingenkampbarak' dichtbij de Centrale Keuken. Hier schreef Sigismund op 11 mei 1945, kort na de bevrijding een brief aan vrienden in Amsterdam: ‘Hebben het leven vanaf gebracht. Laatste maanden in Westerbork. Zijn gezond en wel. Hopen binnenkort naar Amsterdam te reizen.’

In juni 1945 volgde daadwerkelijk het vertrek naar Amsterdam, waar Sigismund en Julie na korte tijd werden herenigd met hun dochter.

Sigismund van Leer stierf in oktober 1952 in zijn huis in Amsterdam; zijn vrouw Julie ruim twintig jaar later in mei 1972 in Baarn. Ellen Flesseman-van Leer, voor de oorlog al bekeerd tot het christendom, werd in de jaren zestig en zeventig een wereldberoemde theoloog, alvorens zij in 1991 in Almelo kwam te overlijden.

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.