Twee leerlingen van het Ubbo Emmius in Stadskanaal maakten een visueel portret van Sandor Salmagne en Beatrice Lissauer, twee Duitse vluchtelingen die in 1945 in kamp Westerbork trouwden.
Sandor Salmagne & Beatrice Lissauer
Op 13 januari 1995 stierf Sandor Salmagne (1922) in Osceola in de Verenigde Staten. Vlak voor zijn overlijden schonk Salmagne meer dan 100.000 dollar aan de enige synagoge in de wijde omtrek. Een opmerkelijk besluit. Tot een jaar voor zijn dood had Salmagne in meer dan vijftig jaar geen sjoel van binnen gezien. ‘I always believed in God, but after so many people were murdered, he and I haven’t been very good friends’, zo verklaarde Salmagne in 1993. ‘I couldn’t understand why. I still can’t.’
De weigering een synagoge te betreden was terug te voeren op Salmagne’s oorlogsverleden. Kort voor de Duitse inval vluchtte Salmagne van Duitsland naar Nederland waar hem door een goede bekende onderdak werd verleend. Op 27 februari 1940 werd Salmagne verordend naar het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork te gaan.
Sandor Salmagne wist uiteindelijk meer dan vijf jaar in kamp Westerbork te blijven, grotendeels door zijn functie als wachtmeester bij de Joodse 'politie' van het kamp, de Ordedienst (OD). Salmagne’s functioneren was niet van onbesproken gedrag, zo concludeerde althans historicus dr. Frank van Riet in zijn boek De Bewakers van Westerbork. Sandor zou betrokken zijn geweest bij het verijdelen van een aantal vluchtpogingen van Joodse lotgenoten. Ook was hij als toeschouwer vermoedelijk aanwezig bij de executies van ontsnapte gevangenen en verzetsstrijders die in oktober en november 1944 vlak buiten het kamp plaatsvonden.
Wachtmeester
Sandor Salmagne wist uiteindelijk meer dan vijf jaar in kamp Westerbork te blijven, grotendeels door zijn functie als wachtmeester bij de Joodse 'politie' van het kamp, de Ordedienst (OD).
Net als OD-collega Hans Eisinger kreeg Sandor Salmagne gedurende zijn tijd in Westerbork een relatie met één van de 'revuemeisjes' van het kamp. De uit Hamburg afkomstige Beatrice Lissauer (1925) kwam met haar zus en broer in december 1938 in Nederland terecht. Haar moeder bleef in Duitsland achter. Zij zou de oorlog uiteindelijk niet overleven.
Via onder andere Amsterdam, Arnhem en Scheveningen kwam Beatrice in juli 1943 in Westerbork aan. Haar schoonheid, rol in de revue en relatie met Sandor behoeden haar vervolgens voor deportatie naar 'het Oosten'. Er zou zelfs een huwelijk volgen: op 23 mei 1945 trouwden Sandor en Beatrice in één van de barakken van kamp Westerbork.
Na de Tweede Wereldoorlog ging Sandor Salmagne in Groningen wonen, waar hij de leiding kreeg over de beroemde Simson lijmfabriek, bekend om zijn blikken reparatiedoosjes met solutie en ander bandenplakmateriaal. Salmagne bleek talent voor een dergelijke positie te bezitten. Zo zeer dat de eigenaren de fabriek aan hem besloten te verkopen.
Begin jaren zestig vertrok Sandor Salmagne naar Spanje om daar aan de slag te gaan als huis-en grondverkoper. Salmagne was inmiddels getrouwd met een andere vrouw. Het huwelijk met Beatrice bleek geen lang leven beschoren te zijn.
In 1980 emigreerde Sandor Salmagne met zijn familie naar de Verenigde Staten. Bij zijn overlijden in 1995 liet hij een vrouw, twee dochters en vier kleinkinderen achter.