Liset Meinds en Nienke Schuur, leerlingen van de Havo 4 afdeling van het Ubbo Emmius uit Stadskanaal, stelden een portret samen van Hendrik van Biema, een Joodse huisarts uit Woudsend.
Hendrik van Biema
Hendrik van Biema (1899) was als arts werkzaam in het Friese plaatsje Woudsend. Hij was getrouwd met Wilhelmina van Biema-Jurriaanse (1899) en vader van twee kinderen. Hendrik was gemengd gehuwd zoals dat destijds werd omschreven.
De eerste berichten van Hendrik ten tijde van de Tweede Wereldoorlog duiken op in 1939. Het is in dat jaar als Hendrik uit angst voor mogelijke luchtaanvallen een brief stuurt aan het bureau voor de Provinciale Friesche Luchtbescherming. In de brief vraagt Hendrik advies over de mogelijk bouw van een schuilkelder in zijn achtertuin. ‘In verband met het inrichten van mijn uitstekenden kelder als schuilkelder bij luchtgevaar heb ik advies noodig’, zo schrijft Hendrik. ‘Zoudt u mij willen noemen met wien ik mij daartoe in verbinding moet stellen? Zoo dit advies van u uit zou gaan, kan dan een deskundige mij – na afspraak – bezoeken? Gaarne uw bericht tegemoet ziende.’
Politiebureau
Onder leiding van Piet Cnossen en een man met de verzetsnaam ‘Duitse Peter’, valt een groep in Duitse uniformen geklede mannen het politiebureau binnen en bevrijdden de acht mensen waaronder Hendrik van Biema.
Kort nadat de Duitsers ons land binnenvallen op 10 mei 1940 – Hendrik heeft waarschijnlijk geen gebruik hoeven maken van zijn schuilkelder – komt hij bij het verzet terecht.
Op 23 februari 1945 wordt Hendrik opgepakt en naar het politiebureau in Sneek gebracht. Tezamen met zijn collega J.A.S.R. Bonga en zijn schoonzus Truus, wachtmeester M. Attema en de bij hem ondergedoken onderwijzer J. Wilbers, en vader en zoon Op de Hoek, zit hij op het bureau gevangen als er op 7 maart een overal wordt gepleegd. Onder leiding van Piet Cnossen en een man met de verzetsnaam ‘Duitse Peter’, valt een groep in Duitse uniformen geklede mannen het politiebureau binnen en bevrijdden de acht mensen waaronder Hendrik van Biema.
Korte tijd later wordt Hendrik alsnog opgepakt en naar kamp Westerbork gebracht. Op 11 april 1945, één dag voor de bevrijding van het kamp, komt ook zijn vrouw in het kamp binnen. Het is de dag waarop de laatste bewakers uit kamp Westerbork vertrekken.
Op 24 april 1945, zo blijkt uit de gegevens op hun Rode Kruiskaarten, zijn Hendrik en Wilhelmina uit kamp Westerbork vertrokken. Na de oorlog heeft het gezin lang in Apeldoorn geleefd waar Hendrik werkzaam was als huisarts.