Helmut & Cilly Holzheim

Herinneringen aan Helmut Holzheim (1913) en zijn vrouw Cilly Holzheim-Neumann (1914), die bijna twee jaar in kamp Westerbork gevangen zaten. Een portret gemaakt door Nel Zwikker-Buis.

Foto links: dochtertje Ursula Holzheim

Helmut & Cilly Holzheim

Westzaan, 2013.
Mijn man Piet en ik kregen bezoek van oom Wim Noome en tante Annie Noome-Blauw. We raakten aan de praat over de Tweede Wereldoorlog. Tante Annie vertelde over haar kindertijd toen de oorlog uitbrak. Ze was toen 7 jaar en woonde met haar ouders op een boerderij in de Heerhugowaard. Ze kon zich nog herinneren dat er op een dag een echtpaar kwam om te helpen op de boerderij. Dat waren Helmut Holzheim en zijn vrouw Cilly. Helmut had zijn baan als slager opgegeven en was met zijn vrouw, die naaister was, naar Nederland gekomen, op de vlucht voor het nationaalsocialisme. Ze werden samen met nog 750 jonge mannen en vrouwen opgevangen in het Joodse Werkdorp Nieuwesluis in Slootdorp. Daar werden ze opgeleid tot handwerksman, huishoudster of boer. De intentie was om uiteindelijk naar Palestina te emigreren.
Vanuit het werkdorp werden adressen gezocht waar ze konden gaan werken. Zo kwamen Helmut en Cilly bij de familie Blauw in de Heerhugowaard terecht. 'De eerste tijd woonden ze in de paardenstal, die goed schoongemaakt was', aldus tante Annie. 'Later mochten ze bij een buurman drie huizen verderop inwonen. Helmut was een harde werker. Maar op een dag waren ze opeens weg, zomaar verdwenen, er was door niemand afscheid genomen. Het bleek dat het echtpaar in een razzia opgepakt was en meegenomen. Waarheen? Dat wist niemand.'

Twello, 1942.
In een groot oud huis woonde het jonge pas getrouwde stel Sytske en Johan van Drooge-Stoffel. Achter het huis waren een tuindershuisje en een moestuin van een groenteboer. Bij die groenteboer werkten twee uit Duitsland gevluchte Joden die in Deventer woonden. Elke ochtend kwamen de twee lopend naar Twello, omdat Joden geen gebruik mochten maken van het openbaar vervoer. Eén van hen was Helmut Holzheim.

Razzia

‘Maar op een dag waren ze opeens weg, zomaar verdwenen, er was door niemand afscheid genomen. Het bleek dat het echtpaar in een razzia opgepakt was en meegenomen. Waarheen? Dat wist niemand.'

De 30-jarige Helmut feliciteerde Sytske van Drooge toen haar oudste dochter Liesbeth werd geboren en hij vertelde dat zijn vrouw Cilly ook een baby verwachtte. Twee weken later werd Helmut’s dochter Ursula geboren (14 december 1942). Sytske en Helmut hielden geregeld contact, tot hij op een dag vertelde dat alle Joden naar Amsterdam moesten. Sytske bedacht zich geen moment en zei tegen Helmut: ‘Wanneer jullie in de problemen komen met de baby, dan kan ze bij ons komen.’

Cilly en Helmut Holzman gingen noodgedwongen met Ursula naar Amsterdam, waar ze ontdekten dat hen een duistere toekomst wachtte. Die begon met een gedwongen rit naar doorgangskamp Westerbork. Op de valreep namen ze het moeilijke besluit om Ursula, nog geen half jaar oud, aan het Amsterdamse verzet toe te vertrouwen. Het kind moest naar Sytske en Johan. En dat gebeurde.

Helmut en Cilly kwamen op 27 mei 1943 aan in kamp Westerbork. Ze verbleven in barak 7.

Ursula werd opgenomen in het gezin Van Drooge. Het kindje, hoewel bijna even oud, kon uiterlijk onmogelijk doorgaan voor een tweelingzusje van Liesbeth. Wie vragen stelde, kreeg te horen dat ze een Rotterdams vluchtelingetje was en Cilia heette. Slechts één keer werd het echt spannend: Nadat in de omgeving een Brits vliegtuig was neergestort, kamden Duitse soldaten de omgeving uit op zoek naar piloten. Bij die zoektocht werd ook de woning van het gezin Van Drooge doorzocht. Ursula werd niet gevonden.

Ook slechts eenmaal kwam er, indirect, een levensteken van Helmut en Cilly. Beide zaten in kamp Westerbork en hun toekomst was weinig rooskleurig. Daarna werd het stil…

In 1944 verhuisde het gezin Van Drooge noodgedwongen naar Borculo. Een moeilijke tijd volgde. In Twello was een grote tuin waar Ursula niet gezien kon worden, maar in Borculo kwam de familie in een relatief open huis terecht, dat daarnaast al snel weer verlaten moest worden. Het was gekocht door een NSB’er. Het gezin Van Drooge besloot daarop Ursula terug te brengen naar Deventer. Daar ontfermden Sytskes zus, zwager en ouders zich over het meisje.

Minder dan een jaar later kwam er een einde aan vijf jaar van oorlog. Kamp Westerbork werd bevrijd, op 12 april 1945. Een paar weken later werd Ursula naar kamp Westerbork gebracht en herenigd met haar ouders.

Het gezin verbleef tot 18 juli 1945 in Westerbork, waarna ze tijdelijk bij de familie Van Drooge introkken. In 1947 emigreerden Helmut, Cilly en Ursula naar Australië. Helmut schreef vanaf de Javakade in Amsterdam met een potlood op een vodje dat ‘...het gezin zo dadelijk met de boot zou vertrekken’. Het briefje was bestemd voor de familie Blauw in de Heerhugowaard. Tante Annie heeft het briefje altijd bewaard tot ze het een aantal jaar geleden heeft opgestuurd naar Ursula in Australië, die er erg blij mee was. ‘Mijn vaders handschrift, een tastbare herinnering’, was haar reactie.

Ursula Holzheim en Sytske van Drooge

Borculo, 2008.
In de halve eeuw die volgde bleef het contact tussen de families goed, wat er uiteindelijk toe leidde dat Ursula een verzoek aan het Israëlische Holocaust Instituut Yad Vashem deed om het echtpaar Van Drooge te onderscheiden. Dat gebeurde op 3 november 2008 in de raadszaal van Borculo in aanwezigheid van familie en vrienden, en van een geëmotioneerde Ursula, al jaren getrouwd met een Australiër.
 

Zaanstreek, 2015.
Tante Annie Noome-Blauw, inmiddels 82 jaar oud, heeft nog altijd contact met Ursula, die in Australië woont en nu 72 jaar oud is.

 

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.