Happy Mogendorff (1905) gaf zijn hart aan de voetbalvereniging Vitesse en kreeg er zijn leven voor terug. Het waren de vele Vitessenaren die Happy tijdens de Tweede Wereldoorlog de nodige ondersteuning boden, waardoor de Joodse bestuurder kon overleven. Een portret van Vitessenaren Dik Herberts en Martin Esveld.
Happy Mogendorff
Herbert Mogendorff is een icoon van Vitesse. De man die in 1916 begon als speler, doorgroeide tot commissielid in een reeks van functies op allerlei niveau en het ten slotte tot bestuurslid en zelfs voorzitter zou brengen, werd bij zijn leven al dusdanig gewaardeerd dat hij in 1965 werd benoemd tot Erevoorzitter.
Hoezeer Herbert, die door vrijwel iedereen Happy werd genoemd, op zijn beurt ook aan Vitesse verknocht was, verwoordde hij in een bijdrage voor het jubileumboek bij het vijftigjarig bestaan. ‘Het spijt mij niet dat ik veel tijd voor de club heb opgeofferd,’ zo schreef Happy in 1952. ‘Want dat was Vitesse je waard. Wat geeft zo’n vereniging je in al die tijd veel vreugde terug.’
Dat Happy Mogendorff veel van zijn tijd heeft opgeofferd voor Vitesse blijkt uit de vele bijdragen die er in het verleden door of over hem zijn opgetekend. In die stukken wordt verteld over de jeugd van Happy, hoe hij als middenvelder speelde in bijna alle elftallen, van het tweede tot het zevende, behalve in de hoofdmacht zelf. Hoe hij later fungeerde als leider van jeugdelftallen en ondertussen door het bestuur werd benoemd tot Lid van Verdienste. Over de verschillende jubilea van de club die hij mocht meemaken en natuurlijk de buitenlandse trips met het vlaggenschip van de vereniging. En over één van zijn hoogtepunten, de opening van het nieuwe stadion: Nieuw Monnikenhuize; hoe hij daarbij als voorzitter mocht spreken voor een uitverkocht stadion, alle ereleden en elftallen achter zich opgesteld.
Het Vitessebestuur
Bekend is dat het Vitessebestuur in de oorlogsjaren regelmatig in klein bestuur vergaderde waarbij Happy erop stond aanwezig te zijn, overigens zonder dat zijn aanwezigheid in de notulen werd vermeld.
Dat Happy in 1952 schreef dat het hem allemaal waard was geweest, valt onder meer te verklaren uit zijn oorlogsrelaas. In feite had de Joodse Happy zijn leven te danken aan Vitesse. Het waren namelijk zijn mede Vitessenaren die hem lange tijd de onderduik verleenden.
‘Wat kan het ware verenigingsleven toch veel goed doen. Ons bestuurslid Happy werd ogenblikkelijk met liefde in Vitesse kringen opgenomen. Hij mocht zich gedurende de tijd van ballingschap niet alleen in een ware vriendschap verheugen, maar omgekeerd werd op zo gevoelige wijze uiting gegeven aan medeleven, hulpvaardigheid, vooral van de zijde van talrijke leden dat wij dit als een lichtpunt in de duistere tijd van weleer mogen beschouwen’, aldus chroniqueur Bullie Ricksen vlak na de oorlog in het artikel Vitesse Historie 1941-1945.
Het is tekenend voor Happy Mogendorffs clubliefde dat hij zelfs in de moeilijkste periode van zijn leven zijn Vitesse-hart liet spreken. Bekend is dat het Vitessebestuur in de oorlogsjaren regelmatig in klein bestuur vergaderde waarbij Happy er op stond aanwezig te zijn, overigens zonder dat zijn aanwezigheid in de notulen werd vermeld. Bovendien werden op verschillende adressen zijn verjaardagen gevierd, waarbij Vitessenaren als Gerrit en Netty Horsten en Coen en Gerry Looijen vaak hun gastvrijheid aanboden.
In het voorjaar van 1945 werd Happy alsnog opgepakt nadat hij, net als de rest van de bevolking, Arnhem in september 1944 had moeten verlaten. Via de Willem III kazerne in Apeldoorn kwam Happy een kleine twee weken voor de bevrijding in kamp Westerbork terecht.
Op 17 april 1945 keerde Happy terug naar Arnhem waar hij zijn normale leven met succes wist op te pakken. Hij heropende zijn papiergroothandel waar ook aanverwante zaken werden verkocht, eerst alleen vanuit de Varkenstraat, later ook vanuit een nieuwe winkel aan de Koningsstraat. Happy leerde in deze tijd ook zijn vrouw kennen, Henny Mogendorff-Steffen, zus van Wim Steffen, destijds een bekend speler van Vitesse. Het huwelijk werd gezegend met twee kinderen, dochter Selma en zoon Nico.
Happy Mogendorff overleed op 31 oktober 1984 zonder vergeten te worden. Nog altijd herinnert het voormalige clubhuis van de amateurvereniging Vitesse, dat tot stand kwam na een splitsing van de amateur- en proftak, aan één van de meest illustere voorzitters van de voetbalclub.
Een gebouw met een even toepasselijke als eervolle naam: het 'Happy Home'.