Artur Heimann was achttien jaar toen hij terecht kwam in de vluchtelingenopvang op Heyplaat bij Rotterdam. Het was een quarantaineterrein maar werd ook gebruikt voor vluchtelingen uit Duitsland. Hij zal ongetwijfeld gevlucht zijn na de gewelddadigheden tegen de Joden tijdens de Kristallnacht in november 1938. Joodse huizen, winkels en synagogen werden toen aangevallen en vernield.

Artur Heimann

Artur zal besloten hebben weg te gaan, zijn ouders bleven en werden in september 1942 naar Theresienstadt gebracht. Daar overleed Julius, Arturs vader, in maart 1944; zijn moeder, Rosa, werd in oktober 1944 naar Auschwitz overgebracht en daar vermoord.

Hoe Artur naar Nederland is gekomen is niet bekend. In Rotterdam was hij maar kort, want op 26 april werd hij in Amsterdam ingeschreven aan de Ooster Handelskade. Het zal het Lloydhotel geweest zijn dat toen als opvang voor jonge vluchtelingen dienst deed. Daar zat hij bijna een half jaar tot hij op 16 oktober naar Kamp Westerbork ging. Dat kamp was toen net opgezet om alle Joodse vluchtelingen uit Duitsland op te vangen. Het werd gebouwd door de eerste bewoners en betaald met geld dat de Joodse gemeenschap in Nederland moest opbrengen. Vermoedelijk heeft ook Artur mee moeten helpen met de verdere bouw.

Op de registratiekaart van Artur staat dat hij ‘Alter Kampinsasse’ was, iemand die al vroeg in het kamp zat. Er stond ook een ‘Z’ op zijn kaart, wat betekende dat hij voorlopig niet op transport hoefde. Dat was zijn redding, want hij bleef tot de bevrijding op 12 april 1945 in het kamp. Daar werd hij op 7 juli ontslagen. Het duurde een tijd voordat de gevangenen ook echt vrij waren omdat Nederland op 12 april nog niet bevrijd was, de verbindingen ontbraken en er nagegaan moest worden of iemand had samengewerkt met de Duitsers.

De naam van Artur Heimann op de lijst van bevrijde gevangenen.  

Artur verbleef dus ook na de bevrijding nog enige tijd in het kamp. Zijn naam is te vinden op een lijst van fietseigenaren in kamp Westerbork van 31 mei 1945. Artur verbleef in barak 10.

In Amsterdam kwam hij te wonen bij het gezin de Leeuw dat in de Volkerakstraat woonde. Daar bleef hij tot 16 augustus 1946. Op die dag is hij uitgeschreven uit Amsterdam. Hij vertrok naar New York waar hij in Valley Stream terecht kwam. Hoe zijn leven daarna verlopen is hebben we niet kunnen achterhalen.