Op 15 november 1944 werd Amsterdammer Aron Wagenaar (1911) in een groep van 25 verraden onderduikers naar kamp Westerbork weggevoerd. Aangezien de laatste transporten naar 'het Oosten' al waren vertrokken kon Aron Wagenaar hier op 12 april 1945 de bevrijding meemaken.
Aron Wagenaar
Op vele plekken in Nederland werd tijdens de Tweede Wereldoorlog verzet gepleegd door onderduik te verlenen aan Joden. Soms was het een landelijk opererende verzetsgroep die voor onderduikplekken zorgde, maar even vaak was er sprake van kleine lokale operatie. In het Gelderse Epe bijvoorbeeld ontstond in de loop van de oorlog een driemanschap tussen een kruidenier, een postbode en een hoofdonderwijzer, allen van protestants-christelijke huize, die er voor zorgden dat meer dan vijftig Joodse Nederlanders wisten te overleven.
De strategie die het driemanschap in Epe volgde was opmerkelijk te noemen. Vanaf de zomer van 1942 begonnen Derk Hendriks, T. Jonkers en mevrouw E.J. van Lohuizen-Van Wielik met het huren van vakantiehuizen in de buurt van Epe. In totaal huurde de groep tussen september 1942 en maart 1943 zeven huizen waar steeds meer onderduikers werden ondergebracht. Het driemanschap zorgden met hun familie voor onder andere voedsel, bedden, valse identiteitskaarten en boeken. Ook verleende men op de vakantiehuizen eerste hulp en, wanneer nodig, dat er een arts beschikbaar was. Het geld wat nodig was om de mensen te kunnen helpen, werd door de groep op verschillende manieren bijeengebracht. ‘Sommige onderduikers betaalden zelf. Voor anderen reisde mijn grootmoeder het hele land af om geld in te zamelen. Ook werden er op zondag in de kerk geheime collectes voor de mensen gehouden’, aldus de kleindochter van mevrouw E.J. van Lohuizen-Van Wielik, Elsbeth van Lohuizen.
De inval
De vrouwelijke onderduikers in het vakantiehuis wisten zich op miraculeuze wijze schuil te houden in het bos, maar Aron Wagenaar en drie andere mannelijke onderduikers waren net te laat om zich in het onderduikhol in de tuin van de woning te verbergen.
Eén van de gehuurde vakantiewoningen was genaamd 'De Larikshof' gelegen net buiten het dorp zelf. Het vakantiehuis werd geleid door Alida Wagenaar-Voordewind. Zij was de niet-Joodse vrouw van Aron Wagenaar, die met een grote groep lotgenoten op 'De Larikshof' ondergedoken zat.
Hoe is niet geheel duidelijk, maar op 10 oktober 1944 – kort na de slag bij Arnhem – bleken de onderduikers op 'De Larikshof' verraden. De vrouwelijke onderduikers in het vakantiehuis wisten zich op miraculeuze wijze schuil te houden in het bos, maar Aron Wagenaar en drie andere mannelijke onderduikers waren net te laat om zich in het onderduikhol in de tuin van de woning te verbergen. De vier mannen werd opgepakt en naar de gevangenis van Zwolle gebracht. Op 15 november 1944 werd Aron Wagenaar in een groep van 25 verraden onderduikers vervolgens naar kamp Westerbork weggevoerd. Aangezien de laatste transporten naar 'het Oosten' al waren vertrokken kon Wagenaar hier op 12 april 1945 de bevrijding mee maken.