Louis Frank

Louis Frank werd op 25 juni 1878 in Amsterdam geboren. Hij studeerde geneeskunde in Amsterdam, waar hij op 21 februari 1903 het artsexamen aflegde. Hij vestigde zich in Hoogeveen. In 1913 specialiseerde hij zich in Duitsland in mondziekten. Hij vestigde zich korte tijd in Rotterdam en ging in 1914 naar Amsterdam, waar hij als huisarts praktiseerde (en woonde) in de Roemer Visscherstraat 11.

Louis Frank

Voornaam
Louis
Achternaam
Frank
Geboortedatum
25 juni 1878
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
12 februari 1943
Sterfplaats
Auschwitz

Louis Frank was getrouwd met Rosette Polak, geboren op 26 januari 1880 in Deventer. Zij was een dochter van Salomon Polak en Susanna Marcus.


Rosette Frank-Polak
Ze kregen 2 dochters, Jacoba Annie (Cobie) werd op 1 augustus 1905 geboren en Gonda Susanna (Gonnie) op 8 mei 1907, beiden in Hoogeveen. Beide dochters gingen, net als eerder hun vader had gedaan, studeren.

Cobie studeerde Rechten en trouwde met Conelis Julius Goudsmit. Hij was meester in de Rechten, maar werkte in 1942 als docent op school in Den Haag. Met zijn vrouw en hun drie kinderen woonden zij in Oegstgeest. Het gezin van Cobie kreeg een plek op de Professor Van Dam-lijst en kwam in 1943 in Barneveld terecht. De zogenaamde Barneveldgroep, en dus ook Cobie met haar gezin, kwam op 29 september 1943 in kamp Westerbork aan. Cobie werd met haar man en kinderen op 4 september 1944 van Westerbork naar Theresienstadt gedeporteerd en werd daar in 1945 bevrijd.

"Ik moet jullie wel zeggen dat we een reusachtige vader hebben, en moeder is ook kranig."

Haar zus Gonnie werd docent geschiedenis.

Gonda Susanna Frank
Tijdens de oorlog gaf ze les aan Joods Lyceum in Den Bosch en in Leeuwarden. Als haar woonadres staat het adres van haar ouders in Amsterdam genoteerd. Met haar ouders dook ze onder tijdens de oorlog, maar ze werden ontdekt en gearresteerd. In een uitgave van de stichting Sobibor 'Negen namen. Het eerste transport naar Sobibor' zijn haar verhaal en de brieven die zij vanuit kamp Westerbork schreef opgetekend en daarin komen ook haar vader en moeder ter sprake.

Louis Frank, Rosette Frank-Polak en Gonda Frank kwamen met een klein transport van 27 strafgevallen vanuit Den Haag op 27 januari 1943 in kamp Westerbork terecht.

Straftransport uit Den Haag naar Westerbork op 27 januari 1943.
Als opgepakte onderduikers kwamen ze in barak 66, de strafbarak, terecht. In een brief aan haar zus Cobie schreef Gonnie vanuit kamp Westerbork het volgende: “’k Heb ’t gevoel dat ik zelf wel een stootje kan verdragen, met gemeenschapsgevoel kom je al een heel eind, en ’t mag gek klinken, ik onderga m’n lot met veel belangstelling. Misschien omdat ‘t hier nog zoo plezierig is, de omgeving is zoo vriendelijk.”

Als strafgeval was de kans op een langer verblijf in kamp Westerbork vrijwel uitgesloten. Louis en Rosette moesten Westerbork dan ook alweer snel achter zich laten. Met een transport van 1184 personen vertrokken zij op 9 februari 1943 naar Auschwitz. Een overlevende van dit transport verklaarde dat de trein, die bestond uit personenrijtuigen met ramen die waren voorzien van houten schotten, ’s ochtends heel vroeg vertrok uit Westerbork en bijna twee dagen later ’s nachts aankwam in Auschwitz. Daar werd bevolen dat mannen die konden werken en in leeftijd tussen 18 en 40 jaar waren links moesten gaan staan en alle anderen rechts. De groep links bestond uit ongeveer 100 mannen volgens de ooggetuige. Zij zagen dat de mensen uit de groep rechts met vrachtwagens naar Birkenau werden gebracht. Daaronder ook het echtpaar Frank. Zij werden in de gaskamers van Birkenau direct na aankomst daar vermoord. De sterfdatum van Louis en Rosette Frank is 12 februari 1943.

Gonda Frank bleef na het wegvoeren van haar ouders achter in Westerbork in afwachting van een beslissing over haar aanvraag voor een plek op de Barneveldlijst. Ze schreef vanuit Westerbork aan haar zus: “De brief die wij je gisteren geschreven hebben, zal ik jullie maar sturen ofschoon alles nu erg veranderd is. Ik ben alleen (ik moet jullie wel zeggen dat we een reusachtige vader hebben, en moeder is ook kranig. Alles is moeilijk te verwerken en dat zal voor jullie ook wel zijn, maar ik geloof dat vaders bijzondere moed en energie wel zullen doen. (...) Wij moeten ons geloof niet verliezen, al is ’t zwaar. Zij zijn met goede vrienden en ook ik heb wel steun al sta je alleen.”

De aanvraag van Gonnie werd afgewezen en op 2 maart 1943 stond haar naam op de transportlijst.


Fragment transportlijst 2 maart 1943

Haar laatste briefkaart is van diezelfde datum: “Een hartelijke groet van Gonnie. Ik volg vader en moeder, er was niets meer aan te doen. Groet Cobie en Kees. Ik heb jullie in deze tijd reusachtig gewaardeerd.”

Het transport dat op 2 maart 1943 vertrok uit Westerbork had voor de eerste keer een andere bestemming dan Auschwitz. Op 5 maart 1943 kwam deze trein namelijk aan in Sobibor. Gonda, die onder de categorie ‘Haeftlinge’ op de lijst staat, is net als bijna alle gedeporteerden uit dit transport direct na aankomst vermoord.


Verzoek om inlichtingen, oktober 1945

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.