Judith van Gelderen-Rubens

Judith van Gelderen-Rubens is geboren in Amsterdam op 7 februari 1909. Ze was de dochter van diamanthandelaar Ruben Rubens (1863-1937) en Abigael (Elisabeth) Rubens-de Miranda (1873-1941). Judith was de tweede van de vier dochters van het gezin. De oudste was Mathilda (1904), na Judith kwam Celine (1910) en als jongste werd Estella (1912) geboren. Judith had een diploma avondhandelsschool en bij haar huwelijk stond genoteerd: kantoorbediende galanterieën.


Foto: privé-collectie

Judith van Gelderen-Rubens

Voornaam
Judith
Achternaam
van Gelderen-Rubens
Geboortedatum
06 februari 1909
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
04 juni 1943
Sterfplaats
Sobibor

Judith trouwde op 14 augustus 1935 met Joseph van Gelderen.
Joseph van Gelderen is geboren op 17 februari 1906. Hij was de zoon van Mozes van Gelderen (1857) en Catharina van Gelderen-Polak (1866). Josephs vader was slager. Joseph had het diploma avondschool boekhouden en was werkzaam in de ‘vleeschdistributie’. Later was hij restauranthouder.

Judith en Joseph kregen twee kinderen. Dochter Catharina is geboren op 18 november 1936 en zoon Ruben Izak op 11 juni 1941, beiden in Amsterdam.

Een maand voor de verhuizing van de slagerij van Josephs vader Mozes van de Keizerstraat 15 naar de Sint Anthoniesbreestraat 34 in Amsterdam, overleed Mozes op 81-jarige leeftijd. Het bedrijf bleef de naam M. van Gelderen en zonen houden en Joseph ging met zijn gezin bij het bedrijf wonen.

Algemeen Handelsblad, 10-1-1939

In de advertentie bij de opening van de ‘Zaak in Fijne Vleeschwaren’ stond tevens vermeld: ‘In onze nieuwe zaak is een salon verbonden met gelegenheid tot dineren.’ Het restaurant was geopend tot ’s nachts één uur.
De zaak op de Sint Anthoniesbreestraat was aangemerkt als een ‘Joodsch Lokaal ‘.

Algemeen Handelsblad , 10-02-1939

Nieuw Israelietisch weekblad, 10-02-1939

Nieuw Israelietisch weekblad , 10-05-1940 

Ondanks de Sperren van het echtpaar en hun pleegkind Esther werden zij, met hun kinderen Catharina en Ruben opgepakt.

In het gezin Van Gelderen-Rubens woonde sinds 16 november 1939 het Poolse meisje Esther Stecher. Esther was geboren in Berlijn op 15 oktober 1926. Ze was begin januari 1939 als alleenstaande naar Nederland gekomen, en was via twee adressen voor opvang van vluchtelingen en een ander gastgezin bij Judith en Joseph terechtgekomen. Ze stond onder toezicht van de Joodse Raad. Ze had een 3-jarige opleiding ‘huishouding en naaien’ gedaan en was, volgens haar kaart van de Joodse Raad een ‘vlot, handig, goedwillend meisje, dat graag met kinderen omgaat.’ Esther had een Sperre, vanwege haar werk als pettenmaakster. De tekst op haar kaart van de Joodse Raad: Pettenmaakster J.C.B. Westeinde 17 (15-07-1942).

Esther Stecher. Foto: https://www.dokin.nl/

Joseph en Judith hadden beiden ook een Sperre, Judith vanwege ‘functie’ en Joseph vanwege ‘echtgen.’ Ondanks de Sperren van het echtpaar en hun pleegkind Esther werden zij, met hun kinderen Catharina en Ruben opgepakt. Ze kwamen op 26 mei 1943 in kamp Westerbork aan en werden geplaatst in barak 57.

Op 1 juni 1943 volgde voor Judith, Joseph, Catharina en Ruben hun transport naar Sobibor. Daar werden ze op 4 juni 1943 vermoord. Judith was 34 jaar, Joseph 37, Catharina was 6 en Ruben zou een week later 2 jaar geworden zijn.

Esther Stechers transport naar Sobibor was ruim anderhalve maand later, op 20 juli 1943. Zij werd omgebracht op 23 juli 1943 in Sobibor. Esther was 16 jaar oud.
Uit de opmerkingen op haar kaart van de Joodse Raad is op te maken dat Esther eerst nog werd teruggesteld van transport, in afwachting van een Albersheimverklaring (een medische verklaring, op grond waarvan men kon aantonen lichamelijk geschikt te zijn voor het pionierswerk) en een Palestina-certificaat. Op 15 augustus 1943 werd op de kaart genoteerd: ‘Verdere stappen doelloos.’ Ze was inmiddels gedeporteerd.

Wat betreft de overige familieleden van dit gezin: Joseph kwam uit een groot gezin, waarvan voor zover is na te gaan, slechts één kind de oorlog overleefde. Zijn moeder Catharina woonde in een verpleeghuis voor ouderen aan de Valeriusstraat 24 in Amsterdam. Ze kwam om op dezelfde dag als het gezin van haar zoon Joseph, op 4 juni 1943, in Sobibor. Zij is 76 geworden.

De drie zusters van Judith: Mathilda, Celine en Estella en twee van hun echtgenoten (de man van Estella overleed in 1941), werden op verschillende data in juli1943 vermoord, eveneens in Sobibor, net als een zoon van Mathilda. Mathilda’s andere zoontje was al in kamp Vught overleden. Van Celine werd een dochter vermoord, haar andere dochter overleefde in onderduik.

Mathilda, Judith, Estella en Celine Rubens. Foto: privé-collectie

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.