Joseph Mossel

Joseph (Jo) Mossel werd geboren op 16 oktober 1897 in Amsterdam als zoon van Mozes Mossel en Heintje Loeza. Joseph deed in de 5e klas van het gymnasium in Amsterdam eindexamen, om daarna aan de universiteit van Amsterdam wis- en natuurkunde te studeren. Hij trouwde op 26 juli 1928 met Else Buchenbacher.

In 1920 deed Joseph zijn kandidaatsexamen waarna zijn benoeming als tijdelijk leraar aan de RHBS te Alkmaar volgde, waar hij op 15 november 1927 na zijn doctoraal vast benoemd werd. Hij gaf toen het vak van zijn voorkeur: wiskunde. In november 1940 werd hij uiteindelijk als gevolg van de maatregelen tegen Joden van de school verbannen.

Joseph Mossel

Voornaam
Joseph
Achternaam
Mossel
Geboortedatum
16 oktober 1897
Geboorteplaats
Amsterdam
Sterfdatum
29 maart 1945
Sterfplaats
Bergen-Belsen

In de zomervakantie van 1937 ging Joseph met zijn vrouw Else naar Palestina. Sinds enkele jaren was hij redacteur van ‘De Joodse Wachter’. Hij was lid van de ‘Algemene Zionisten', een politieke partij die een volledige regeling van de Joodse rechten in Palestina eiste, voordat grootschalige immigratie zou worden gestart.
Het zionisme in Nederland was een langzaam lopend proces. Het leven van de Nederlandse Joden werd niet bedreigd, wat een van de redenen was dat in de twintig jaar tussen 1920 en 1940 slechts 1200 mensen naar Palestina emigreerden.

Jo en Else bouwden een huis in Heiloo. Ze kregen drie kinderen: Benjamin Mozes, Henriette en Esther Debora. Het was een conservatieve familie met zionistische idealen. Muziek speelde een belangrijke rol in hun leven. Toen de oorlog in mei 1940 uitbrak, probeerden ze nog te ontsnappen, maar dat lukte niet. Tijdens de oorlog weigerden ze verborgen te blijven, omdat ze ‘andere mensen niet wilden lastigvallen’.

Tijdens de oorlog weigerden ze verborgen te blijven, omdat ze ‘andere mensen niet wilden lastigvallen’.

Jo werd gedwongen naar Amsterdam te verhuizen waar hij nog een tijdje aan het Joodse middelbaar onderwijs kon werken, maar in een sfeer leefde van materiële aftakeling en razzia’s. Hun adres in Amsterdam was Plantage Middenlaan 3 (vanaf 10 december 1942). Esther, de dochter die overleefde, vertelde later dat ze moesten verhuizen: “Een tante van moeders kant woonde op de Plantage Middenlaan en stelde ons een hele verdieping ter beschikking. Enorme luxe, want Joodse mensen die in Amsterdam geen familie hadden konden bijna nergens terecht.”

Bij de razzia in Amsterdam op 26 mei 1943 werd de hele familie op transport gezet naar Westerbork. Joseph verbleef er in barak 57. Het gezin ging op transport naar Bergen-Belsen op 11 januari 1944.

Joseph en Else kregen tyfus in Bergen-Belsen. Esther vertelde dat ze in het weeshuis van het echtpaar Birnbaum terecht kwam. Ze herinnerde zich hoe op de avond voor Pesach, terwijl haar vader lag te sterven, de Birnbaums matzes maakten. Joseph Mossel stierf in Bergen-Belsen op 29 maart 1945. Hij werd 47 jaar oud.

Met de overwinning van de geallieerden in zicht, kwamen de kinderen Mossel in de ‘verloren trein.’ Een broer van hun vader en zijn vrouw waren ook op deze trein. Moeder Else werd achtergelaten, ze stierf op 30 april 1945.
De trein reed weken heen en weer in een poging Theresienstadt te bereiken. De Russen bevrijdden de trein, de drie kinderen Mossel bleven in het gezin van Jo’s broer en zijn vrouw.

 

Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Herinneringscentrum Kamp Westerbork
  • Oosthalen 8, 9414TG Hooghalen
  • Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.