Freddie da Silva werd geboren in Amsterdam op 25 oktober 1909. Zijn vader was Arnold David da Silva, geboren in Paramaribo, op 5 januari 1879. Arnold studeerde geneeskunde in Amsterdam, waar hij zijn artsexamen aflegde op 4 juli 1908. Hij specialiseerde zich tot huidarts. Hij woonde en hield praktijk als huidarts in de Sarphatistraat 161 in Amsterdam. Moeder, Anna Palache, werd geboren in Amsterdam op 27 april 1883. Zus Ellen Reina da Silva werd in Amsterdam geboren op 6 januari 1920. Zij was lerares van beroep. Op de foto links is Freddie te zien met zijn moeder en zus.
Freddie da Silva
- Voornaam
- Ferdinand David Bram
- Achternaam
- da Silva
- Geboortedatum
- 25 oktober 1909
- Geboorteplaats
- Amsterdam
- Sterfdatum
- 28 februari 1945
- Sterfplaats
- Midden-Europa
vader Arnold da Silva
Ferdinand David Bram da Silva, Freddie of Eddie genoemd, volgde na de HBS een universitaire studie waarin hij in 1934 het doctoraalexamen in de biologie aflegde. In 1937 deed hij cum laude doctoraalexamen in de aardrijkskunde, eveneens aan de Amsterdamse universiteit. In 1938 werd hij leraar aan het Rijnlands Lyceum in Wassenaar. Freddie woonde in Wassenaar aan de Van Zuylen van Nyeveltstraat 106. Eind 1940 moest hij als Jood deze school verlaten. Met ingang van 1 september 1941 mochten Joodse kinderen slechts scholen bezoeken die uitsluitend voor Joodse leerlingen waren bestemd. In alle delen van het land werden scholen voor Joodse leerlingen opgericht. Aan deze scholen mochten alleen Joodse docenten worden aangesteld. In Den Haag werd op 15 oktober 1941 het Joods Lyceum in de Fisherstraat 135 geopend. Dit Joods Lyceum bleef bestaan tot 26 november 1942, waarna de school onder de naam Joodse School voor Voortgezet Onderwijs werd verplaatst naar de Bezemstraat. De school bleef bestaan tot 15 april 1943.
Freddie da Silva was van 15 oktober 1941 tot begin januari 1943 als docent verbonden aan het Joods Lyceum voor de vakken aardrijkskunde en plant- en dierkunde. Da Silva was een van de jongste docenten op het Joods Lyceum. Een collega schreef na de oorlog over hem: "Hij was ontwapenend naïef en hij kon heel goed met de leerlingen opschieten. Velen waren gek op hem. Met enorme ijver en energie richtte hij zich op de school en de leerlingen. Er was geen leerling die in die dagen tevergeefs een beroep op hem deed."
Hij was ontwapenend naïef en hij kon heel goed met de leerlingen opschieten. Velen waren gek op hem. Met enorme ijver en energie richtte hij zich op de school en de leerlingen. Er was geen leerling die in die dagen tevergeefs een beroep op hem deed.
Freddie heeft leerlingen geholpen een onderduikplaats te vinden en werd later zelf ook in de onderduik opgepakt. In februari 1944 werd hij samen met zijn ouders en zuster naar kamp Westerbork gezonden. Op 2 februari kwam het gezin aan in Westerbork en verbleef in barak 72. Zus Ellen schreef op het moment dat ze waren opgepakt en later ook nog vanuit kamp Westerbork brieven aan een vriendin.
In de brief die ze vanuit het kamp schreef, melde ze dat ze al snel gewend waren geraakt aan het kampleven: ‘Lieve Clara, de eerste brief van hier; veel nieuws is er natuurlijk niet. We waren vrij vlug gewend en ’t barakgezelschap is best gezellig. Ik heb me tenminste verwonderlijk goed aangepast en ontdek allemaal nieuwe eigenschappen. Mag ik je nog eens heel hartelijk danken voor alle vriendschapsbewijzen van je. ’t Spijt me dat ik omgekeerd niet wat meer heb kunnen zijn voor je. Hopelijk dat dat in de toekomst nog eens gebeuren kan. Maak je ook niet ongerust als je nu weer een tijd niets van ons hoort. (…) Ik werk op de industrieafdeling (speelgoeddieren) en heb ook al enige dagen ziek gelegen. Vader is dokter in ’t ziekenhuis, Eddie leraar en ook moeder werkt. Ik slaap op een derde bed, dus moet dagelijks de nodige gymnastiekoefeningen doen; dat is voor mij een puzzel. Excuses voor de vetvlekken, maar de tafel is stampvol, al heb ik er nog wel bloemen op kunnen poten. Hartelijke groeten ook van vader, moeder en Eddie aan jullie allen. ’t Allerbeste met je. Zoen Ellen.’
Zoals in de brief te lezen is, hadden alle gezinsleden tijdens hun verblijf in kamp Westerbork een baantje, Freddie en zijn vader zelfs in hun eigen beroep. Het gezin was lid van de Portugees Israëlitische Gemeente (PIG). Via de Calmeyer-lijst probeerden sommige Portugese Joden aan deportatie te ontkomen. Een PIG-stempel kon zorgen voor een voorlopige vrijstelling of transport naar een 'beter' kamp. De meeste Portugese Joden werden inderdaad naar Theresienstadt gezonden, maar van daaruit werden velen later toch naar Auschwitz gestuurd. Zo ook Freddie, zijn zus en zijn ouders. Op 25 februari 1944 werd hij op transport gesteld naar Theresienstadt. Ellen schreef die dag nog een korte berichtje aan haar vriendin Clara: ‘25-2-’44 Lieve Clara, ’t Aller-allerbeste, vertrekken naar Th.stad. Tot ziens. Ook je ouders het beste. God zegene je. Gr. Ellen.’
Vanuit Theresienstadt zijn de gezinsleden op 18 mei 1944 naar Auschwitz overgebracht. Waarschijnlijk is Freddie kort voor de bevrijding uit Auschwitz op 27 januari 1945 vertrokken met de dodenmarsen. Omdat niet bekend is wat er exact is gebeurd werd na de oorlog geconcludeerd dat zowel Freddie als zijn zuster Ellen waarschijnlijk op 28 februari 1945 al niet meer in leven waren. Omdat de plaats van overlijden niet bekend is wordt Midden-Europa genoemd als sterfplaats. Freddie werd 35 jaar. Zijn zus Ellen werd 25 jaar. Vader, Arnold David da Silva, werd vermoord in Auschwitz op 31 juli 1944. Hij was toen 65 jaar. Moeder, Anna Palache, werd vermoord in Auschwitz op 7 juli 1944. Zij was toen 61 jaar.
Op 25 november 2021 werd er in Wassenaar een struikelsteen gelegd voor Freddie da Silva. Een impressie van de legging is te zien in deze video (door Trébol Producties):