Na de Duitse inval in mei 1940 verlieten de Joodse bewoners het vluchtelingenkamp Westerbork. Ze probeerden het westen van Nederland te bereiken en eventueel over te steken naar Engeland. Zo ook Hermann Windecker (1892).
Hermann & Irma Windecker
Toen de Duitse legers op 10 mei 1940 de Nederlandse grenzen overstaken waren er in het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork ongeveer 700 Joden ondergebracht. Dit waren voornamelijk Duitse en Oostenrijkse Joden die gevlucht waren nadat Hitler in 1933 aan de macht was gekomen. Voor hen was enkele weken voor 10 mei 1940 een plan opgesteld over wat men moest doen als de nazi’s Nederland zouden binnenvallen. Het plan volgend – waarvan behalve de directeur niemand afwist – liepen de vluchtelingen op 10 mei in de vroege ochtend richting Hooghalen. Het personeel bleef met zestien mensen achter om het kamp te bewaken.
De mannen, vrouwen en kinderen gingen per trein op weg gaan naar het Westen. Al spoedig bleek dat het Nederlandse leger het spoorwegemplacement van Zwolle en de brug over de IJssel had opgeblazen. De trein met de 700 Joodse vluchtelingen besloot uit te wijken naar Leeuwarden, waar de geestelijke verzorger van het kamp, Opperrabbijn Levisson, huisde. Hier werden ze bij particulieren ondergebracht.
Tot de evacués uit Westerbork behoorde Hermann Windecker. Hermann was in 1939 naar Nederland gevlucht. Hij was afkomstig uit het kleine plaatsje Siegen, in de buurt van Keulen, waar hij getrouwd was met Betty Löwenstein.
Zelfmoord
Betty en haar moeder waren radeloos en hadden geen andere oplossing gezien dan zelfmoord te plegen.
Vlak na de Kristallnacht in november 1938 werden Hermann en zijn schoonvader opgepakt en naar het concentratiekamp Sachsenhausen gestuurd. Betty en haar moeder waren radeloos en zagen geen andere oplossing dan zelfmoord te plegen. Nadat Hermann en zijn schoonvader uit het concentratiekamp waren vrijgelaten en de macabere waarheid ontdekten, ontnam ook vader Löwenstein zich van het leven.
Bij de Duitse inval in mei 1940 wist Hermann Windecker dus precies wat een leven onder de nazi’s tot gevolg kon hebben. Hermann moet dan ook zwaar teleurgesteld zijn geweest toen hij ontdekte dat er voor de vluchtelingen in Leeuwarden geen ontsnapping meer mogelijk was. Na een kleine twee weken werden de 700 Joden onder bewaking naar het vluchtelingenkamp Westerbork teruggebracht.
Als 'Alte Lagerinsasse' was Hermann Windecker lange tijd vrijgesteld van transport. In 1943 ontmoette hij in het kamp de elf jaar jongere, maar eveneens in Lich geboren Irma Oppenheim-Stiefel (1903), met wie hij in juni van dat jaar trouwde. Ook Irma hoefde hierdoor voorlopig niet mee met de trein naar de kampen in Oost-Europa. Het paar wist uiteindelijk door de betrekking van Hermann bij het levensmiddelmagazijn, de bevrijding in kamp Westerbork mee te maken.
Na de Tweede Wereldoorlog emigreerden Hermann en Irma Windecker naar de Verenigde Staten.
Irma overleed daar in 1974, Hermann in 1982.